ECLI:NL:GHAMS:2022:36
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis inzake terbeschikkingstelling en zorgmachtiging
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 maart 2021. De zaak betreft een verdachte die in verband met ontoerekeningsvatbaarheid onder een zorgmachtiging is geplaatst. Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin werd besloten tot een zorgmachtiging en niet tot terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De advocaat-generaal heeft verzocht om een reclasseringsrapportage en heeft subsidiair gevorderd dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld met dwangverpleging, en meer subsidiair om een nieuwe zorgmachtiging af te geven.
Het hof heeft het verzoek tot aanhouding en het opstellen van een reclasseringsrapportage afgewezen, omdat dit niet noodzakelijk werd geacht voor de beslissingen in deze strafzaak. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met de overweging dat de huidige situatie van de verdachte, die inmiddels is overgeplaatst naar een open afdeling en daar onder toezicht staat, niet de noodzaak voor terbeschikkingstelling met dwangverpleging rechtvaardigt. De advocaat-generaal's verzoek om een nieuwe zorgmachtiging werd eveneens afgewezen, omdat de wetgeving en de huidige omstandigheden van de verdachte dit niet vereisen. Het hof concludeert dat de verdachte op dit moment niet onder de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging hoeft te vallen, en bevestigt het eerdere vonnis van de rechtbank.