Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
In order to determine the non-preferential origin of the bicycles exported to the EU, OLAF made an analysis of the available cost break-down of bicycles declared by [A Ltd.]. To the Cambodian authorities. The analysis revealed that the company imported materials and parts from other countries. Article 24 of the Community Customs Code is therefore applicable for the determination of the non-preferential origin.
Value of Imported Raw Merial AND Parts of Components (Including those locally purchased but of foreign origin”) waaruit blijkt dat als losse onderdelen in Cambodja zijn ingevoerd het frame, de voorvork, het balhoofd, het stuur en de handvatten, de verf, het zadel, de remmen en remkabels, de spatborden, de ketting, kettingwielen en de kettingkast. Ook de wielen zijn in Cambodja geassembleerd uit ingevoerde onderdelen: de naven, de velgen, het draad en de nippels voor de spaken en de banden. Verder zijn ingevoerd de schroeven en verbindingsstukken om de onderdelen aan elkaar te bevestigen. Het type fiets waarop het kostenoverzicht betrekking heeft (12” basic sport girl) wordt bovendien voorzien van zijwielen en een mandje. De kartonnen dozen waarin de fietsen worden verpakt zijn van Cambodjaanse oorsprong.
3.Geschil in hoger beroep
4.Juridisch kader
5.Het oordeel van de rechtbank
the first groupen
the second group). Voor eiseres is onbegrijpelijk dat voor de tweede groep rijwielen het productieproces wel door OLAF kon worden vastgesteld maar voor de eerste groep rijwielen niet. Dit terwijl de fabriek in Cambodja ten tijde van het gehele onderzoek was gesloten. Daarnaast stelt eiseres dat de toepasselijke terminologie zowel bij de preferentiële oorsprong als bij de niet-preferentiële oorsprong op dezelfde manier moet worden toegepast. Zij wijst in dat kader naar de artikelen 38 en 78 TCDW. Volgens eiseres volgt uit de vaststelling van de preferentiële oorsprong dat ook de niet-preferentiële oorsprong vaststaat.
“The company supplied in each case a seperate cost sheet for the production of the frame in Cambodia and therefore claimed Cambodian origin for the frames”)en dat OLAF het productieproces niet heeft kunnen controleren omdat de fabriek in Cambodja inmiddels was gesloten. In de tweede groep rijwielen zijn alle onderdelen van de rijwielen, ook de frames, geïmporteerd uit derde landen, waarna in Cambodja eenvoudige assemblagewerkzaamheden hebben plaatsgevonden en de rijwielen zijn geverfd (zie p. 7 van het hiervoor aangehaalde eindrapport van OLAF). OLAF heeft deze vaststelling onder meer gebaseerd op informatie afkomstig van de Cambodjaanse autoriteiten. Eenvoudige assemblagewerkzaamheden en het verven van de rijwielen zijn volgens OLAF geen toereikende ver- of bewerkingen in de zin van artikel 24 CDW.
[Hof leest: preferentiële oorsprong]was op het moment van invoer het volgende criterium bepalend (zie p. 4 van het hiervoor aangehaalde eindrapport):
in the case of Cambodia as a developing country, the preferential origin rule for bicycles of HS heading 8712 stipulates the manufacture in which the value of all non-originating materials used not exceed 70% of the ex-work price”.
kanzijn om te bepalen of sprake is van de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking, maar uit die arresten volgt niet dat dat het enige criterium is. Nu verweerder zich kan baseren op het rapport van OLAF, wordt in deze zaak niet aan het toegevoegde waarde-criterium toegekomen.
6.Beoordeling van het geschil
7.Kosten
8.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.