Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Feiten
Op de foto’s in het taxatierapport van Previcus is te zien dat de woning gemiddelde voorzieningen heeft.”
eerstematrix worden [straatnaam] 12, 25 en 50 als vergelijkingsobjecten opgevoerd. In deze matrix is de Woning gewaardeerd op € 271.000. Aan de Woning zijn de volgende objectkenmerken toegekend: kwaliteit 2, onderhoud 2, uitstraling 2, doelmatigheid 3, luxe/voorzieningen 2 en ligging 3. Bij de vergelijkingsobjecten is aan al deze kenmerken een factor 3 toegekend. De prijs per m3 van de Woning is € 393 (‘na correctie bij onderhouds- en kwaliteitsniveau 3’ gelden dezelfde prijzen per m3) en die van de vergelijkingsobjecten zijn € 480 voor [straatnaam] 12, € 500 voor [straatnaam] 25 en € 468 voor [straatnaam] 50 (‘na correctie bij onderhouds- en kwaliteitsniveau 3’ gelden dezelfde prijzen per m3). In de matrix is aan de Woning en de vergelijkingsobjecten dezelfde inhoud toegekend, te weten 388 m3 en dat is inclusief de aanbouw.
tweedematrix wordt alleen [straatnaam] 12 als vergelijkingsobject opgevoerd.
3.Geschil in hoger beroep
4.Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overweegt het volgende. Bij brief van 3 juni 2020 heeft verweerder de bouwtekeningen van zowel de woning als van de vergelijkingsobjecten overgelegd.
Eiseres heeft vervolgens eerst ter zitting, zonder enige schriftelijke onderbouwing, de inhoud van het vergelijkingsobject [straatnaam] 25, bestreden.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een goede procesorde zich verzet tegen het beoordelen van het hetgeen eiseres omtrent de inhoud van genoemd vergelijkingsobject ter zitting heeft gesteld.
De rechtbank laat de verklaring van eiseres hieromtrent dan ook bij de beoordeling of verweerder de waarde niet te hoog heeft vastgesteld, buiten beschouwing.
Daarnaast heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat er voldoende rekening is gehouden met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten.
Verweerder heeft bovendien voldoende aannemelijk gemaakt dat in verband met de ligging aan het water, de woning ten opzichte van de vergelijkingsobjecten [straatnaam] 25 en [straatnaam] 50 een betere ligging kent. Verweerder heeft in dit verband ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat van de N325, gelet op de afstand tot de woning, geen waardedrukkend effect uitgaat.
Ten aanzien van de ligging van de school heeft verweerder onweersproken gesteld dat de vergelijkingsobjecten ten opzichte van de school een vergelijkbare ligging hebben. Dit betekent dat het waardedrukkend effect hiervan is verdisconteerd in de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten.
Gelet op het voorgaande, alsmede gelet op de overige verschillen, een en ander zoals vermeld in de matrix, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de door verweerder vastgestelde waarde in een onjuiste verhouding staat tot de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten. De waarde is derhalve niet te hoog vastgesteld.
5.Beoordeling van het geschil
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.