ECLI:NL:GHAMS:2022:3900
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 28 oktober 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 2001, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen na het onderzoek ter terechtzitting op 20 januari 2022, waarbij de advocaat-generaal heeft verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, wat betekent dat de eerdere uitspraak van de politierechter in stand blijft.