Op 7 januari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 oktober 2020 was gewezen. De zaak betreft de verdachte die op 14 juli 2020 in Amsterdam opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een verbod zoals gesteld in artikel 3 onder B van de Opiumwet. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren en 50 dagen hechtenis, indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast zijn de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, alsook de artikelen 9, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht. Deze uitspraak benadrukt de ernst van het handelen in strijd met de Opiumwet en de consequenties die daaruit voortvloeien voor de verdachte.