ECLI:NL:GHAMS:2022:447

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
23-002515-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep na niet tijdige indiening

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in eerste aanleg door de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) op 30 juni 2021 bij verstek was veroordeeld. De verdachte was gedagvaard om op de zitting van 30 juni 2021 te verschijnen, maar heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen hoger beroep ingesteld. In plaats daarvan heeft hij pas op 10 september 2021, via e-mail, laten weten dat hij op de hoogte was van de zitting, maar deze door drukte had gemist. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte bevestigd dat hij van de zitting op de hoogte was. Het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet tijdig is ingediend, waardoor de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep. De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, wat betekent dat de eerdere veroordeling in stand blijft.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-013674-20
parketnummer hoger beroep : 23-002515-21
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 februari 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 30 juni 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is in eerste aanleg gedagvaard om op 30 juni 2021 te verschijnen ter terechtzitting van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem). De dagvaarding is aan een huisgenoot op het BRP-adres van de verdachte op 11 maart 2021 betekend.
De verdachte is op 30 juni 2021 bij verstek veroordeeld.
Tegen dit vonnis heeft de verdachte niet binnen veertien dagen nadien hoger beroep ingesteld, maar eerst op 10 september 2021. De verdachte heeft op 10 september 2021 per e-mail te kennen gegeven dat hij op de hoogte was van de zitting van 30 juni 2021, maar deze door drukte over het hoofd heeft gezien. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte bevestigd dat hij van de zitting op de hoogte was.
Nu het hoger beroep niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingesteld zal de verdachte daarin niet ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van J.L. Sterkenburg, griffier.
mr. N.A. Schimmel