Op 9 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 juni 2021 was gewezen. De zaak betreft een overtreding van artikel 20, aanhef en onder a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, gepleegd door een onbekend gebleven bestuurder van een motorrijtuig op 4 maart 2020 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.
De verdachte, wiens naam en gegevens in het document zijn geanonimiseerd, werd veroordeeld tot een geldboete van € 1.200,00 en 22 dagen hechtenis. Daarnaast werd de verdachte voor de duur van 12 maanden de bevoegdheid ontnomen om motorrijtuigen te besturen. De bijkomende straf van ontzegging van de rijbevoegdheid zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De uitspraak van het hof is gedaan door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van griffier J.L. Sterkenburg. De beslissing van het hof is een belangrijke uitspraak in het kader van verkeersrecht en de handhaving van verkeersregels, waarbij de verantwoordelijkheid van bestuurders centraal staat, ook wanneer de bestuurder onbekend is.