ECLI:NL:GHAMS:2022:456

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
23-002692-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep zonder ingediende grieven

Op 9 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 31 mei 2021 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1972, die in hoger beroep ging tegen het eerdergenoemde vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er door of namens de verdachte geen schriftelijke grieven zijn ingediend, noch zijn er mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Dit gebrek aan actie van de verdachte heeft geleid tot de conclusie dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht.

Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing van het hof is genomen in een enkelvoudige strafkamer, waarbij mr. N.A. Schimmel de uitspraak heeft gedaan, met J.L. Sterkenburg als griffier aanwezig. De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van grieven in hoger beroep en de gevolgen van het niet doen hiervan voor de ontvankelijkheid van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-241850-20
parketnummer hoger beroep : 23-002692-21
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 februari 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 31 mei 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van J.L. Sterkenburg, griffier.
mr. N.A. Schimmel