ECLI:NL:GHAMS:2022:457

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
23-002848-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam

Op 9 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 oktober 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 24 juli 2020 in Amsterdam een overtreding heeft gepleegd van artikel 2.7, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een hechtenis van drie weken, maar deze hechtenis zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist, bijvoorbeeld als de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast in deze zaak zijn de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals de artikelen 2.7 en 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-057939-21
parketnummer hoger beroep : 23-002848-21
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 februari 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [voornaam verdachte]
geboren: op [geboortedatum]
adres: [woonplaats].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde van artikel 2.7, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.
gepleegd
op 24 juli 2020 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2.7 en 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot
hechtenisvoor de duur van
3 (drie) weken.
Bepaalt dat de hechtenis niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van J.L. Sterkenburg, griffier.
mr. N.A. Schimmel