ECLI:NL:GHAMS:2022:465

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
23-002854-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam

Op 9 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 22 september 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die wordt beschuldigd van het overtreden van artikel 2.7, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008. De overtreding vond plaats op 29 december 2019 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van 500 euro, met de mogelijkheid van 10 dagen hechtenis als deze boete niet wordt betaald. De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast in deze zaak zijn onder andere de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals de artikelen 2.7 en 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008. Deze uitspraak benadrukt de handhaving van lokale verordeningen en de gevolgen van overtredingen daarvan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-117107-20
parketnummer hoger beroep : 23-002854-21
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 9 februari 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 22 september 2021 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [voornaam verdachte]
geboren: op [geboortedatum]
adres: [woonplaats].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde van artikel 2.7, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.
gepleegd
op 29 december 2019 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2.7 en 6.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete ter hoogte van 500,00 euro subsidiair 10 dagen hechtenis
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van J.L. Sterkenburg, griffier.
mr. N.A. Schimmel