ECLI:NL:GHAMS:2022:475

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
23-002021-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep tegen vonnis politierechter

Op 11 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 13 juli 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in eerste aanleg was veroordeeld, maar in hoger beroep heeft aangevoerd dat hij onterecht was beschuldigd van het ten laste gelegde feit. Het hof heeft de zaak in zijn geheel heroverwogen en is tot de conclusie gekomen dat de bewijsvoering in de eerste aanleg niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Deze uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, L.M. van Leeuwen, en onder leiding van de voorzitter, mr. R.D. van Heffen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken en de mogelijkheid voor een verdachte om in hoger beroep zijn zaak opnieuw te laten beoordelen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-157197-21
parketnummer hoger beroep : 23-002021-21

TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsvrouw)

Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 11 februari 2022 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 13 juli 2021 in de zaak tegen de verdachte:

naam:[verdachte]

voornamen: [voornaam verdachte]
geboren: op [geboorteplaats]
adres: [woonplaats].

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gewezen door mr. R.D. van Heffen, in bijzijn van L.M. van Leeuwen, griffier.
mr. R.D. van Heffen