ECLI:NL:GHAMS:2022:820
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens afwezigheid
Op 16 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 juni 2021 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, die niet ter terechtzitting is verschenen. De raadsvrouw van de verdachte heeft op 15 maart 2022 per e-mail aan het hof verzocht om de zaak aan te houden, mocht de verdachte verschijnen. Echter, aangezien de verdachte niet aanwezig was, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat een verdachte niet-ontvankelijk kan worden verklaard in het hoger beroep indien hij niet op de terechtzitting verschijnt. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor nader onderzoek van de zaak, waardoor de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep werd bevestigd. De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep.