Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
Op 23 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 16 oktober 2020. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1959, die thans gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 maanden voor de opzettelijke invoer van cocaïne, een schadelijke stof voor de gezondheid. De advocaat-generaal had een straf van 48 maanden geëist. Het hof heeft, na afweging van de ernst van het feit en de omstandigheden, besloten de gevangenisstraf te bepalen op 24 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de schadelijke impact van de drugshandel op de samenleving en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal plaatsvinden in de penitentiaire inrichting, totdat de veroordeelde in aanmerking komt voor een penitentiair programma of voorwaardelijke invrijheidsstelling. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd ten aanzien van de straf en opnieuw recht gedaan.