Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
[bedrijf 1] , op of omstreeks 22 december 2010 en/of 23 februari 2012 te Apeldoorn en/of Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n) als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
[bedrijf 1] op of omstreeks 26 september 2006 te Amsterdam en/of Vught en/of Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
belastingmiddelenen op de invordering. Waar in deze overeenkomst gesproken wordt over [bedrijf 3] worden tevens de vorengenoemde deelnemingen bedoeld.”
Feit 1. Opzettelijk doen van onjuiste aangiften vennootschapsbelasting
Inbouwpakket € 30 miljoen
Realisatiekosten € 12,85 miljoen
Inbouwpakket € 9 miljoen
“een verhoging van de huurprijs mag evenwel nimmer leiden tot een niet marktconforme bruto aanvangsrendement (B.A.R.) bij verkoop”volgt dat partijen zakelijk met elkaar zullen handelen. Niet de machtspositie van (jaren) eerder gesloten contracten diende leidend te zijn, er moest op een eerlijke manier gevolg worden gegeven aan de nieuwe situatie in 2010. Dat heeft ertoe geleid dat de additionele kosten van het inbouwpakket niet voor rekening van de huurders zijn gekomen. [30] De totale huurincentive die [bedrijf 1] heeft verstrekt
“Lopende het project zijn betrokken partijen tot het inzicht gekomen dat € 30 miljoen voor het standaard inbouwpakket niet toereikend was en heeft ABV (hof: [bedrijf 1] ) € 42 miljoen bekostigd in lijn met de eerder gemaakte afspraak.(zie tevens hierna onderdeel B inzake verdeling project winst tussen de aandeelhouders van ABV (hof: [bedrijf 1] )”.