ECLI:NL:GHAMS:2023:1169
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewind en mentorschap; verzoek tot opheffing en ontslag bewindvoerder en mentor
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bewindvoering en het mentorschap van de betrokkene, geboren in 1978. De kantonrechter had eerder op 11 april 2022 bewind en mentorschap ingesteld, met Goedhart Amsterdam B.V. als bewindvoerder en mentor. De betrokkene verzocht in hoger beroep om opheffing van het beschermingsbewind en het mentorschap, en om ontslag van Goedhart als bewindvoerder en mentor. Het hof heeft de verzoeken van de betrokkene afgewezen, omdat de noodzaak voor het bewind en het mentorschap nog steeds aanwezig was. De betrokkene had niet aangetoond dat zij in staat was haar belangen zelfstandig waar te nemen, ondanks haar eerdere aanmelding voor schuldhulpverlening. Het hof oordeelde dat de betrokkene niet in staat was om haar vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, en dat de beschermingsmaatregelen noodzakelijk bleven. Het verzoek tot ontslag van Goedhart werd eveneens afgewezen, omdat er geen gewichtige redenen voor ontslag waren aangetoond. De beslissing van de kantonrechter werd bekrachtigd, en het hof wees het meer of anders verzochte af.