ECLI:NL:GHAMS:2023:1664

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
23-001510-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voorhanden hebben van professioneel vuurwerk zonder opzet of schuld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was aangeklaagd voor het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk zonder de vereiste vergunning. De tenlastelegging omvatte onder andere het bezit van 60 kilo consumentenvuurwerk en 7,3 kilo professioneel vuurwerk, evenals mortierbommen en lawinepijlen. De verdachte heeft verklaard dat het aangetroffen vuurwerk toebehoorde aan zijn zoon, die het in de loods had opgeslagen zonder dat de verdachte daarvan op de hoogte was. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte als geloofwaardig beoordeeld en vastgesteld dat er geen bewijs was voor opzet of schuld in de zin van culpa. Het hof oordeelde dat de verdachte niet gehouden was om zorgvuldiger te handelen en dat er onvoldoende aanknopingspunten waren om aan te nemen dat hij wist van het professionele karakter van het vuurwerk. Daarom heeft het hof de verdachte integraal vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Het eerdere vonnis is vernietigd en de strafbeschikking is ingetrokken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001510-21
datum uitspraak: 11 juli 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 28 mei 2021 in de strafzaak onder parketnummer 81-070562-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 januari 2022, 2 februari 2022 en 27 juni 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tussenarrest

Op 16 februari 2023 heeft het hof een tussenarrest gewezen, waarin (onder meer) de verdachte niet-ontvankelijk is verklaard in het ingestelde hoger beroep voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak van het cumulatief tenlastegelegde (medeplegen van en de medeplichtigheid aan het) aanwezig hebben op 29 november 2019 van knalvuurwerk in de woning aan de [adres 2] .

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – voor zover nog aan het oordeel van het hof onderworpen- tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 29 november 2019 te Haarlem, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk,
(in de loods aan de [adres 3] )
- 60 kilo, althans méér dan 25 kilo consumentenvuurwerk (lijst I) en/of
- 7,3 kilo, althans een hoeveelheid, professioneel vuurwerk niet ingedeeld in lijst III (lijst II) en/of
- 112, althans één of meer stuks, mortierbommen/shells (lijst III) en/of
- 12, althans één of meer stuks, lawinepijlen (knalvuurwerk, lijst III) en/of
- 79, althans één of meer stuks, bangers (knalvuurwerk, lijst III);
in elk geval professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
subsidiair
hij op of omstreeks 29 november 2019, te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
(in de loods aan de [adres 3] )
- 60 kilo, althans méér dan 25 kilo consumentenvuurwerk (lijst I) en/of
- 7,3 kilo, althans een hoeveelheid, professioneel vuurwerk niet ingedeeld in lijst III (lijst II) en/of
- 112, althans één of meer stuks, mortierbommen/shells (lijst III) en/of
- 12, althans één of meer stuks, lawinepijlen (knalvuurwerk, lijst III) en/of
- 79, althans één of meer stuks, bangers (knalvuurwerk, lijst III);
in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk, voorhanden heeft gehad;
meer subsidiair
[naam] op of omstreeks 29 november 2019, te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
(in de loods aan de [adres 3] )
- 60 kilo, althans méér dan 25 kilo consumentenvuurwerk (lijst I) en/of
- 7,3 kilo, althans een hoeveelheid, professioneel vuurwerk niet ingedeeld in lijst III (lijst II) en/of
- 112, althans één of meer stuks, mortierbommen/shells (lijst III) en/of
- 12, althans één of meer stuks, lawinepijlen (knalvuurwerk, lijst III) en/of
- 79, althans één of meer stuks, bangers (knalvuurwerk, lijst III);
in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk, voorhanden heeft gehad;
bij/tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, toen en daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en middelen heeft verschaft door die en/of een deel van die woning en/of die loods gelegen aan de [adres 3] ter beschikking te stellen voor de opslag van dat vuurwerk en/of voor de handel in dat vuurwerk van/voor [naam] , en/of een ander.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing omtrent de bewijsvraag komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

Op de zitting van 27 juni 2023 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, impliciet subsidiair, tenlastegelegde (schuldvariant) zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 750,00, waarvan € 375,00 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.

Vrijspraak

Op 29 november 2019 is (onder meer) in de loods van de verdachte professioneel vuurwerk aangetroffen. Uit het dossier komt naar voren dat het aangetroffen vuurwerk aan de zoon van de verdachte toebehoorde.
De verdachte heeft verklaard dat hij, enige tijd voor het aantreffen van voornoemd vuurwerk in zijn loods, in zijn schuur vier potjes vuurwerk heeft gezien. De verdachte heeft zijn zoon daarop gezegd die in een doos te doen en op het werk in zijn loods te plaatsen, omdat hij geen vuurwerk in zijn woning of in zijn schuur wilde hebben. Hij heeft daarbij aan zijn zoon gevraagd of het vuurwerk legaal of illegaal was waarop zijn zoon hem vertelde dat het consumentenvuurwerk was van het jaar daarvoor. De verdachte heeft verklaard dat hij zijn zoon vertrouwde in zijn uitspraken. De verdachte heeft voorts verklaard niets te hebben geweten van het overige vuurwerk dat in de loods is aangetroffen.
Gelet op deze verklaring, die het hof geloofwaardig voorkomt, en met het ontbreken van aanknopingspunten die op iets anders wijzen, is het hof van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap had van het professionele karakter van de vier potjes vuurwerk die hij gezien heeft, die vervolgens op zijn verzoek door zijn zoon in de loods zijn geplaatst. Evenmin kan worden vastgesteld dat de verdachte van de aanwezigheid van het overig aangetroffen (professionele) vuurwerk op de hoogte was, laat staan dat de verdachte opzet – al dan niet in voorwaardelijke vorm – op het voorhanden daarvan had.
Nu het opzet van de verdachte op het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde handelen niet kan worden bewezen, ziet het hof zich geconfronteerd met de vraag of de verdachte een verwijt kan worden gemaakt in de zin van schuld. Het hof beantwoordt die vraag, anders dan de advocaat-generaal, ontkennend. De zoon van de verdachte bewaarde het vuurwerk in de loods, waar hij zelfstandig toegang tot had omdat hij over een eigen sleutel daarvan beschikte. Het hof oordeelt dat, gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, niet van de verdachte kan worden verlangd dat hij controleerde wat zijn zoon in de loods, onder een deken, had opgeslagen. Met andere woorden was de verdachte niet gehouden zorgvuldiger te handelen, bijvoorbeeld door steeds bij te houden of de verdachte iets nieuws in de loods had geplaatst, dan wel de eerdergenoemde doos die zijn zoon in de loods had geplaatst te openen om te verifiëren of het wel consumentenvuurwerk betrof. Dit geldt temeer nu niet kan worden aangenomen dat de verdachte reden had te vermoeden dat sprake zou kunnen zijn van professioneel (
illegaal)vuurwerk. De enkele omstandigheid dat de zoon van de verdachte een fascinatie had voor vuurwerk acht het hof daarvoor onvoldoende. Het hof acht dan ook niet overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig (in de zin van culpa) heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en zal de verdachte daarom integraal vrijspreken van hetgeen hem is tenlastegelegd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde alsmede de impliciet subsidiair tenlastegelegde schuldvarianten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 11 november 2020 onder CJIB nummer [CJIB nummer] (parketnummer 81-070562-20).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. B.E. Dijkers, mr. M.L.M. van der Voet en mr. A.M.M.E. Doekes - Beijnes, in tegenwoordigheid van mr. S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 juli 2023.
mr. A.M.M.E. Doekes – Beijnes is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.