ECLI:NL:GHAMS:2023:1890
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om verschoning van een rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 12 juni 2023 een verzoek om verschoning toegewezen. Het verzoek werd ingediend door mr. [X], een raadsheer in het Gerechtshof Amsterdam, afdeling civiel recht en belastingrecht, team handel (B&V). De verzoekster heeft aangegeven dat zij zich dient te verschonen in een procedure waarin op 13 juni 2023 een mondelinge behandeling gepland staat, met zaaknummer 200.300.684.
De verzoekster heeft in haar e-mail van 12 juni 2023 onderbouwd dat zij in een bestuursrechtelijke kwestie wordt bijgestaan door de advocaat van de geïntimeerde in de civiele procedure. Dit heeft geleid tot de vrees dat zij niet met de vereiste onafhankelijkheid en onpartijdigheid kan optreden in de lopende zaak. De wrakingskamer heeft in haar beoordeling benadrukt dat verschoning een middel is om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter te waarborgen.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er uitzonderlijke omstandigheden zijn die de objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de verzoekster ondersteunen. Daarom is het verzoek om verschoning toegewezen, en is de verzoekster ontheven van de verdere behandeling van de procedure met het genoemde zaaknummer. De beslissing is genomen door de rechters A.R. Sturhoofd, M.L.M. van der Voet en R. Kuiper, in aanwezigheid van griffier S.W.H. Bootsma.