5.5Aan de zijde van de moeder zijn positieve ontwikkelingen benoemd, zoals een langere stabiele relatie zonder huiselijk geweld, goede woonruimte sinds augustus 2022, meer afstand tot haar eigen moeder en werkervaring. Hoewel niet gepland, heeft de moeder [in] 2022 een tweeling gekregen. Na onderzoek door de raad is gebleken dat deze kinderen zonder kinderbeschermingsmaatregel door de ouders zelf kunnen worden verzorgd en opgevoed wanneer de kinderen uit het ziekenhuis ontslagen worden. De moeder is bereid om de nodige hulp in de thuissituatie toe te laten en cursussen te volgen om haar ouderschap en de totstandkoming van een goede hechting te ondersteunen. Het hof acht dit op zichzelf positieve punten.
Bij de beoordeling van de uithuisplaatsing zijn echter meer punten van belang. [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] hebben veel meegemaakt. Er is een voorgeschiedenis van ernstige verwaarlozing en huiselijk geweld in de tijd dat de moeder met de kinderen bij haar moeder inwoonde. In het gezinsplan van ieder van de kinderen wordt de ontwikkeling beschreven en worden de huidige aandachtspunten vermeld. [kind 1] had bijvoorbeeld gedragsproblemen en vertoonde agressief gedrag. Een aandachtspunt is nu nog dat zij zich leert focussen op zichzelf in plaats van op anderen, zodat ze in geval van een boze bui leert om afstand te nemen. [kind 1] heeft traumabehandeling gehad. Zij heeft op school een grote ontwikkeling doorgemaakt en kan na het basisonderwijs naar regulier voortgezet onderwijs.
[kind 2] laat grensoverschrijdend gedrag zien richting andere personen en heeft moeite om zich aan afspraken te houden. Het is voor hem nodig om op een sensitieve manier begrensd te worden. Het is belangrijk dat hij basisvertrouwen krijgt en zich veilig voelt, zodat hij ook veilig kan gaan hechten. In het gezinshuis wordt daartoe gebruik gemaakt van de Basic Trust methode.
[kind 3] vertoonde dissociërend gedrag op moeilijke momenten, en dat is nu niet meer zo. Wel is het voor haar heel belangrijk om jegens haar heel duidelijk en voorspelbaar te zijn, zodat ze steeds meer vertrouwen krijgt in de wereld en de volwassenen om haar heen.
De kinderen wonen nu al enkele jaren op een stabiele plek waar zij gezamenlijk verblijven, gewend zijn en zij zich goed ontwikkelen. Wel hebben zij ieder hun eigen aandachtspunten en aanpak. Dit vraagt veel van een opvoeder. De moeder en haar partner hebben pas sinds 22 augustus 2022 zelfstandige woonruimte. Een terugplaatsing voor die tijd, toen de moeder nog inwonend was bij haar eigen moeder, was naar het oordeel van het hof onverantwoord geweest, omdat de kinderen dan opnieuw geconfronteerd zouden worden met stress en onrust door de verhouding tussen de familieleden van de moeder die ook haar functioneren als moeder raken.
De vraag is of in de nieuwe situatie waarin de moeder letterlijk en figuurlijk meer afstand heeft genomen van haar ouderlijk huis, het moment gekomen is dat zij zelf de zorg voor haar kinderen ter hand kan nemen. De kinderen hebben op regelmatige basis twee tot drie keer per maand contact met hun moeder en leren de partner van de moeder kennen. De moeder laat weliswaar vooruitgang zien tijdens de omgangscontacten, maar de begeleiders van het Leger des Heils rapporteren op 3 mei 2022 daarnaast ook het volgende: “
Moeder is vooruit gegaan maar heeft zeker nog baat bij begeleiding in het contact met haar kinderen om haar regelmatig duidelijk te maken wat haar kinderen nodig hebben in bepaalde situaties en dit met moeder door- en voor- te bespreken.
10 voor toekomst is van mening dat de omgangen nu veelal goed verlopen maar dat er nog groei nodig is voordat er gedacht kan worden aan uitbreiding van de omgang met de tweeling. De contacten met [kind 1] vragen ook nog om ontwikkeling en meer inzicht vanuit moeder op de ontwikkelingsbehoefte van [kind 1].”
De omgang tussen de moeder en de kinderen is nog beperkt en de moeder heeft nog adviezen nodig. [kind 1] had voor de gezinsuitbreiding zeven uur in de veertien dagen onbegeleid contact bij de moeder thuis. In de rapportage van 3 mei 2022 is ten aanzien van de omgang van de moeder met [kind 1] vermeld dat in de begeleiding aandacht wordt gegeven voor de eigen identiteitsontwikkeling van [kind 1] . Daarnaast zijn er incidenten geweest waarbij [kind 1] een ‘geheim’ meekreeg en daardoor in een loyaliteitsconflict terecht kwam.
[kind 2] en [kind 3] hebben ieder verschillende behoeften en daarom is er wisselend individueel en gezamenlijk contact met de moeder voor de duur van 1,5 uur per keer. De moeder sluit steeds beter aan bij de tweeling, maar volgens de omgangsbegeleiding zal er nog groei nodig zijn voordat gedacht kan worden aan uitbreiding van de omgang met [kind 2] en [kind 3] . Dat de omgang met alle drie de kinderen nog zoveel ondersteuning nodig heeft, zegt naar het oordeel van het hof ook iets over de mogelijkheden van terugplaatsing. Terugplaatsing kan om die reden al niet aan de orde zijn.
Het hof acht het daarnaast een factor van belang dat de omgang gestagneerd is, vanwege de geboorte van de nieuwe tweeling. De moeder verbleef ten tijde van de mondelinge behandeling in hoger beroep nog in het ziekenhuis bij haar jongste kinderen en is daardoor al enkele maanden minder beschikbaar voor de andere kinderen. Deze gebeurtenis heeft impact op de kinderen en zij ervaren dat de moeder opnieuw minder aandacht voor hen kan hebben.
Wanneer de moeder en haar jongste kinderen naar huis mogen, zal zij naar verwachting al haar kracht en energie nodig hebben om deze kwetsbare tweeling te verzorgen en op te voeden en in deze nieuwe situatie samen met haar partner haar weg te vinden.
Onder deze omstandigheden was het ondenkbaar dat de kinderen, ook niet gefaseerd, op een verantwoorde wijze thuisgeplaatst hadden kunnen worden in de te toetsen periode, die liep tot 14 januari 2023. De verlenging van de machtigingen uithuisplaatsing van de drie kinderen zal daarom worden bekrachtigd.