ECLI:NL:GHAMS:2023:2191
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag van de vader over minderjarige in het belang van de ontwikkeling en opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de vader over zijn minderjarige kind, geboren in 2014. De vader had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 november 2022 aangevochten, waarin zijn gezag over de minderjarige was beëindigd en de gecertificeerde instelling, stichting Leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, tot voogd was benoemd. De minderjarige verblijft sinds mei 2018 bij pleegouders en de rechtbank had geoordeeld dat de ouders niet in staat waren om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige in haar ontwikkeling ernstig werd bedreigd in de thuissituatie en dat de ouders, door persoonlijke problematiek en huiselijk geweld, niet in staat waren om een veilige opvoedsituatie te bieden. De vader heeft in hoger beroep betoogd dat zijn gezag niet beëindigd moest worden, omdat hij meewerkte en de ontwikkeling van de minderjarige niet in gevaar zou komen. Echter, het hof oordeelde dat de vader, ondanks zijn goede bedoelingen, niet in staat was om de verantwoordelijkheid van het gezag te dragen, mede door zijn PTSS en de afstand die hij had tot de dagelijkse zorg voor de minderjarige.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond. De minderjarige heeft zich goed ontwikkeld in het pleeggezin en het hof oordeelde dat continuïteit in haar opvoedperspectief noodzakelijk was. De vader blijft betrokken bij het leven van de minderjarige, maar het gezag is overgedragen aan de GI, die beter in staat is om de benodigde beslissingen te nemen in het belang van de minderjarige.