ECLI:NL:GHAMS:2023:2510
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Incidentele verzoeken tot schorsing en inzage in de echtscheidingsprocedure
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 24 oktober 2023, zijn twee incidentele verzoeken aan de orde. Het eerste verzoek betreft de schorsing van de werking van een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de verdeling van het huwelijksvermogen tussen de man en de vrouw werd geregeld. De man verzocht om schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van de toedeling van de woning aan de vrouw, omdat hij vreesde dat de vrouw de woning zou verkopen aan de huurders voordat hij zijn hoger beroep had kunnen indienen. Het hof weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat het belang van de vrouw bij het ontvangen van huurinkomsten zwaarder weegt dan het belang van de man bij schorsing. Het hof wijst het verzoek tot schorsing af.
Het tweede verzoek betreft inzage in bankafschriften van de vrouw, omdat de man vermoedt dat zij gelden heeft weggesluisd. Het hof oordeelt dat de man onvoldoende onderbouwd heeft dat hij een rechtmatig belang heeft bij deze inzage. De vrouw heeft aangetoond dat haar bankrekeningen niet substantieel afwijken van de verwachte saldi, en het hof wijst ook dit verzoek af. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer van het hof, en de uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum.