ECLI:NL:GHAMS:2023:3153

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
23-002833-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor eenvoudige belediging aan ambtenaren tijdens rechtmatige uitoefening van hun bediening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor eenvoudige belediging van politieambtenaren. De tenlastelegging betrof beledigende uitlatingen die de verdachte op 2 november 2020 had gedaan tegen verbalisanten van de politie Amsterdam, terwijl deze ambtenaren hun rechtmatige taken uitoefenden. De verdachte had onder andere de woorden "You are child molesters" en "jullie zijn kinderverkrachters" geroepen, wat door de verbalisanten als kwetsend en respectloos werd ervaren.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde belediging, maar heeft geoordeeld dat de eerdere veroordeling vernietigd moest worden. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. Het hof heeft geen straf of maatregel opgelegd, maar heeft wel onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen verdovende middelen bevolen. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten. Het hof heeft de zaak met zorg behandeld en de belangen van de verdachte en de samenleving afgewogen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002833-20
datum uitspraak: 12 december 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 4 december 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-274668-20 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1976,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI [detentieadres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
28 november 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman -die op de voet van artikel 509c jo 509a van het Wetboek van Strafvordering als zodanig is aangewezen- naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 2 november 2020 te Amsterdam opzettelijk een of meer ambtena(a)r(en), te weten verbalisant [verbalisant01] (agent politie eenheid Amsterdam) en/of verbalisant [verbalisant02] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam) en/of verbalisant [verbalisant03] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening,
in zijn/haar/hun tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
door hem/haar/hen de woorden toe te voegen: "de po1itie zijn allemaal kankerlijers en kinderverkrachters en/of "You are child molesters" en/of "jullie zijn homo's en klootzakken" en/of "jullie zijn kinderverkrachters", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 2 november 2020 te Amsterdam opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant02] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam) en [verbalisant03] (brigadier van politie Eenheid Amsterdam), gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "You are child molesters" en "jullie zijn homo's en klootzakken" en "jullie zijn kinderverkrachters".
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Bewijsmiddel

-
Een proces-verbaal van bevindingen van 2 november 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant02] en [verbalisant03] , doorgenummerde pagina’s 3-4).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisanten (of één hunner):
Wij, [verbalisant02] , brigadier van politie Eenheid Amsterdam en [verbalisant03] , brigadier van politie Eenheid Amsterdam, bevonden ons op 2 november 2020 in uniform gekleed en met surveillancedienst belast op het Leidseplein in Amsterdam.
Aldaar zagen wij [verdachte01] voor de ingang van de Stadschouwburg liggen. Wij verzochten [verdachte01] om zijn spullen te pakken en ergens anders naar toe te gaan. Herhaaldelijk hebben wij geprobeerd om [verdachte01] te bewegen om weg te gaan.
Wij hoorden dat [verdachte01] luidruchtig en duidelijk verstaanbaar riep:“You are child molesters.” Wij zag dat hij onze richting opkeek toen hij dit zei.
Wij hebben de verdachte vervolgens overgebracht naar het politiebureau. Tijdens het inboeken van de verdachte in het politiesysteem riep [verdachte01] herhaaldelijk: “Jullie zijn homo’s en klootzakken. Jullie zijn kinderverkrachters”.
Wij voelden ons door de uitingen van de verdachte in onze goede naam en eerbaarheid aangetast.
Verdachte : [verdachte01] ,

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee dagen.
De raadsman heeft het hof in het kader van de strafmaat verzocht om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het beledigen van twee politieambtenaren gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening door deze ambtenaren de woorden “You are child molesters”, “jullie zijn homo's en klootzakken” en “jullie zijn kinderverkrachters” toe te voegen. Door hen op deze wijze te beledigen, heeft hij hen niet alleen gekwetst, maar ook blijk gegeven van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag dat zij uitoefenen.
De verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
17 november 2023 eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder meermalen voor belediging van ambtenaren in functie, hetgeen het hof in zijn nadeel meeweegt. Gelet op het voorgaande acht het hof de oplegging van een straf als gevorderd door de advocaat-generaal in beginsel gerechtvaardigd.
Bij het bepalen van de straf houdt het hof echter rekening met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte wordt bij arrest van heden in de strafzaak van de verdachte met parketnummer 23-002701-21 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest. Indien deze zaken gevoegd zouden zijn behandeld, zou een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden naar het oordeel van het hof hebben volstaan.
Het hof ziet daarom aanleiding te bepalen dat met betrekking tot het bewezenverklaarde feit aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Beslag

Het hof zal onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven verdovende middelen bevelen. Zij zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het begane misdrijf (tijdens de fouillering) aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde
geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 STK Verdovende Middelen (omschrijving: sealbag met kleine hoeveelheid hashish 5989591);
- 1 STK Verdovende Middelen (omschrijving: kleine sealbag (7 cm bij 7 cm) met een hennep top 5989563);
- 1 STK Verdovende Middelen (omschrijving: een sealbag (7 cm bij 7 cm) met hennep gruis 5989608).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. D.A.C. Koster en mr. G.J.M. Kruizinga, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 december 2023.