ECLI:NL:GHAMS:2023:347

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
200.314.259/01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen notaris over afwikkeling nalatenschap en gebrek aan voortvarendheid

In deze zaak heeft klager in 2019 een notaris opdracht gegeven om een verklaring van erfrecht op te maken in de nalatenschap van zijn neef, die in 2003 was overleden. Klager verwijt de notaris dat hij zijn opdracht niet voortvarend heeft opgepakt en dat hij geen urenspecificaties heeft verstrekt bij zijn declaraties. De notaris heeft in zijn verweer aangegeven dat de nalatenschap complex is, met meer dan 100 erfgenamen, en dat hij meerdere keren gegevens van klager heeft moeten opvragen. Klager heeft in juli 2022 een klacht ingediend bij de Geschillencommissie Notariaat, die deze klacht ongegrond verklaarde. Het hof heeft de zaak op 21 februari 2023 behandeld en geoordeeld dat de notaris voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat de klacht ongegrond is. Het hof heeft de beslissing van de kamer vernietigd, maar de klacht in al zijn onderdelen ongegrond verklaard. De notaris heeft voldaan aan zijn verplichtingen, waaronder het verstrekken van een urenspecificatie na verzoek van klager.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.314.259/01 NOT
nummer eerste aanleg : SHE/2022/9
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 21 februari 2023
inzake
[appellant],
wonend te [appellant] ,
appellant,
tegen
mr. [geïntimeerde],
notaris te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde.
Partijen worden hierna klager en de notaris genoemd.

1.De zaak in het kort

Klager heeft in 2019 aan de notaris opdracht gegeven om een verklaring van erfrecht op te maken in de nalatenschap van zijn neef. De neef was bezwaard erfgenaam in de nalatenschap van zijn in 2003 vooroverleden moeder (tante van klager). Bij de nalatenschappen van de tante en de neef zijn inmiddels meer dan 100 erfgenamen betrokken. Klager verwijt de notaris dat hij zijn opdracht niet voortvarend heeft opgepakt en dat hij eerdere toezeggingen om aan klager een overzicht te geven van de erfgenamen niet is nagekomen. Klager verwijt de notaris daarnaast dat hij bij herhaling om dezelfde stukken heeft gevraagd en dat hij bij zijn declaraties geen urenspecificaties heeft overgelegd.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Klager heeft op 26 juli 2022 een beroepschrift – met bijlagen – bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort ‘sHertogenbosch (hierna: de kamer) van 27 juni 2022 (ECLI:NL:TNORSHE:2022:25).
2.2.
De notaris heeft op 1 november 2022 een verweerschrift – met bijlagen – bij het hof ingediend.
2.3.
Op 25 november 2022 heeft klager nadere producties bij het hof ingediend.
2.4.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
2.5.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 8 december 2022. Klager en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd.

3.Feiten

3.1.
In 2003 is de tante van klager, mevrouw [naam 1] (hierna: tante), overleden. Zij heeft bij testament over haar nalatenschap beschikt waarbij tante naast een executeursbenoeming een tweetrapsmaking heeft opgenomen. Bepaald is dat wat de zoon van tante, de heer [naam 2] (neef van klager, hierna: de neef) uit de nalatenschap van tante bij zijn overlijden over heeft, naar de verwachters gaat.
3.2.
De neef had een geestelijke beperking. Klager was zijn curator.
3.3.
Op 15 mei 2019 is de neef overleden. Het nagelaten vermogen van de neef komt voor een deel toe aan de in het testament van tante genoemde verwachters. Het overige deel van zijn nalatenschap komt op basis van het versterferfrecht toe aan familieleden aan vaders- en moederszijde.
3.4.
In juli 2019 heeft klager het kantoor van de notaris opdracht gegeven om een verklaring van erfrecht op te maken in de nalatenschap van de neef. Tussen partijen staat ter discussie of het ook nodig is om een verklaring van erfrecht op te maken in de nalatenschap van tante en of er op dat punt dus een opdracht tot stand is gekomen. Bij de nalatenschappen van tante en de neef zijn als gevolg van plaatsvervulling inmiddels meer dan honderd personen als erfgenaam betrokken.
3.5.
In eerste instantie heeft een bij de notaris in dienst zijnde kandidaat-notaris, mevrouw mr. [naam 3] (hierna: de kandidaat-notaris), de behandeling van het dossier op zich genomen.
3.6.
Per 1 maart 2021 is de kandidaat-notaris uit dienst getreden en heeft de notaris de behandeling van het dossier overgenomen. Op 8 maart 2021 heeft de notaris een bespreking gevoerd met klager en zijn fiscalisten.
3.7.
Bij e-mail van 18 maart 2021 heeft de notaris aan klager te kennen gegeven dat er aan de modelbrieven voor de erfgenamen wordt gewerkt en dat hij verwacht klager daarvan in de loop van de week concepten te kunnen toezenden. Verder heeft de notaris vragen gesteld over een erfgename die in de Verenigde Staten van Amerika woont. In de e-mail staat ook het volgende vermeld:

Ik sluit overigens zeker niet uit dat wij in de loop van de behandeling van dit dossier nog wel meer of nadere informatie en documentatie bij u en/of bij de betrokkenen zullen moeten opvragen of overleg met elkaar zullen moeten hebben. Daarvoor vraag ik uw begrip. Het is simpelweg uiterst omvangrijk. Als u overigens van mening zou zijn dat het dossier niet goed wordt behandeld op mijn kantoor en daarin geen vertrouwen heeft, zal ik de werkzaamheden staken. Dan bent u na betaling van de tot nu bestede tijd en kosten vrij om een andere notaris hierbij te betrekken.
In de bijlagen ontvangt u de declaraties voor verrichte werkzaamheden. Inmiddels zijn er door mij behoorlijk wat kosten voor de nalatenschappen voorgeschoten (E 736) en is ook veel tijd besteed aan het in kaart brengen van de beschikbare gegevens en onderlinge familieverhoudingen (qua vererving). Ik schat dit zeer voorzichtig op 12 minuten per betrokken persoon. Daarop zijn de bijgaande declaraties gebaseerd. Na ontvangst van betaling zullen de werkzaamheden worden vervolgd.
Als u wenst dat wij met de behandeling verder gaan, laat ik u weten dat wij de nog te verrichten werkzaamheden zullen kunnen uitvoeren tegen een uurtarief van E 290,40 inclusief BTW, te vermeerderen met een opslag van 6% wegens kantoorkosten, exclusief eventuele leges en verschotten. De vervolgwerkzaamheden zijn op voorschotbasis te voldoen en u zult voor de erven één keer per twee maanden een declaratie gaan ontvangen. Voor de vervolgwerkzaamheden verzoek ik u per nalatenschap een eerste voorschot te voldoen van E 2.000 (…).
Bij de e-mail heeft de notaris twee declaraties gevoegd:
- de declaratie van 11 maart 2021 ten bedrage van € 2.830,68, die ziet op de door de kandidaat-notaris verrichte werkzaamheden;
- de declaratie van 18 maart 2021 ten bedrage van € 2.830,68, die ziet op de door de kandidaat-notaris verrichte werkzaamheden.
3.8.
Bij e-mail van 25 maart 2021 heeft de notaris het volgende aan klager te kennen gegeven:

De urenspecificatie is als volgt:
er is uitgegaan van 80 betrokken personen aan de verwerking van wier gegevens 12 minuten per persoon is besteed. Die kosten zijn voor de helft toegerekend aan de nalatenschap van [de neef] en voor de andere helft aan de nalatenschap van zijn moeder.
Dat geldt ook voor de verschotten die tot nu toe aan diverse gemeenten voor leges zijn betaald; vandaar dat achter de declaraties dezelfde bijlagen zijn gevoegd. Deze zijn eveneens bij helfte toegerekend aan beide nalatenschappen.
De concept brieven heeft u gisteren ontvangen.
3.9.
Van de twee declaraties van maart 2021 heeft klager er één voldaan. Klager heeft de in de e-mail van de notaris van 18 maart 2021 genoemde voorschotten in de nalatenschappen van tante en de neef niet betaald.
3.10.
In mei/juni 2021 heeft klager een andere notaris, mr. [naam 4] , benaderd voor het opmaken van (een) verklaring(en) van erfrecht in de nalatenschap(pen) van (tante en) de neef. Op 22 juni 2021 heeft klager de notaris telefonisch verzocht om alle beschikbare gegevens van de erfgenamen aan mr. [naam 4] te verstrekken.
3.11.
Bij declaratie van 28 juni 2021 ten bedrage van € 10.681,49 heeft de notaris de door hem en een medewerker verrichte nadere werkzaamheden in rekening gebracht. Deze declaratie heeft klager niet voldaan.
3.12.
In juli 2021 heeft klager een klacht ingediend bij de notaris.
3.13.
Op 10 augustus 2021 hebben de notaris, klager en een nicht van klager met elkaar gesproken. Aan klager is onder meer verzocht om aanvullende informatie te verstrekken over enkele familieleden. Klager is daarnaast geïnformeerd over de voorgestelde procedures inzake de beneficiaire aanvaarding en de vereffening van de nalatenschap van zijn neef. Naar aanleiding van dat gesprek heeft de notaris bij e-mail van 11 augustus 2021 onder andere het volgende aan klager te kennen gegeven:

Zoals op 10 augustus met u en uw nicht (…) besproken geef ik u hieronder puntsgewijs een weergave van de thans nog openstaande actiepunten in de nalatenschappen van [tante] en haar zoon (…).
6. Ik bevestig u dat u liet weten de thans nog openstaande rekeningen te zullen voldoen, opdat de werkzaamheden in de beide nalatenschappen zullen worden hervat en niet langer zullen zijn opgeschort.
Ten slotte bespraken wij dat met u en uw voornoemde nicht een volgende bespreking zal kunnen plaatsvinden op mijn kantoor op 2 september 2021 om 14:30 uur.
3.14.
In augustus 2021 heeft de notaris zijn werkzaamheden ten aanzien van de op te maken verklaring(en) van erfrecht opgeschort, totdat alle openstaande declaraties (een declaratie van maart 2021 van € 2.830,68 en de declaratie van 28 juni 2021 van € 10.681,49) zijn voldaan.
3.15.
Bij e-mail van 30 augustus 2021 heeft de notaris, onder meer, aan klager het volgende bericht:

De openstaande facturen zijn nog steeds niet voldaan ondanks de vele herinneringen en hernieuwde opschorting van werkzaamheden. Ook de zeer uitvoerige gesprekken met u en toelichting en uitleg mijnerzijds, waarin al uw onderstaande vragen reeds aan de orde zijn gekomen, hebben niet tot betaling geleid, ondanks uw toezeggingen daartoe.
3.16.
In september 2021 heeft de notaris een declaratie aan klager verzonden die betrekking heeft op de op te starten procedure tot benoeming van een vereffenaar. Deze declaratie heeft klager voldaan.
3.17.
Begin 2022 heeft klager een klacht over de declaratie(s) van de notaris voorgelegd aan de Geschillencommissie Notariaat. Op 25 oktober 2022 heeft de Geschillencommissie Notariaat de klacht ongegrond verklaard.
3.18.
De verklaring van erfrecht in de nalatenschap van de neef is tot op heden niet opgemaakt, evenmin als die in de nalatenschap van tante.

4.De klacht

1. Klager verwijt de notaris dat hij onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Aan de notaris is in juli 2019 opdracht gegeven om een verklaring van erfrecht in de nalatenschap van zijn neef op te maken en deze is nog steeds niet afgegeven.
2. De kandidaat-notaris en de notaris hebben steeds - en zelfs meerdere keren dezelfde - gegevens opgevraagd bij klager.
3. Ondanks toezeggingen daartoe heeft klager nog steeds geen overzicht ontvangen met de gegevens van alle erfgenamen.
4. Bij de door de notaris in maart 2021 verzonden declaraties ontbreekt een urenregistratie.

5.Beoordeling

5.1.
De kamer heeft in de bestreden beslissing klachtonderdeel 4 niet-ontvankelijk verklaard. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard.
Klachtonderdeel 1
5.2.
Klager heeft in juli 2019 het kantoor van de notaris opdracht gegeven om een verklaring van erfrecht in de nalatenschap van zijn neef te laten opmaken. De behandelend kandidaat-notaris heeft klager destijds bericht dat gelet op de complexiteit van deze nalatenschap (onder meer als gevolg van de tweetrapsmaking in het testament van de tante van klager) dit ongeveer 1 tot 1,5 jaar zou duren. Klager heeft in de tussentijd tal van gegevens aangeleverd van betrokken erfgenamen maar de verklaring van erfrecht is nog steeds niet opgemaakt. Klager verwijt de notaris gebrek aan voortvarendheid.
5.3.
De notaris voert als verweer dat niet alleen opdracht is gegeven om een verklaring van erfrecht in de nalatenschap van de neef op te maken, maar ook in de nalatenschap van tante. Gebleken is dat het om complexe en tijdrovende werkzaamheden gaat. Inmiddels zijn er meer dan 100 erfgenamen getraceerd; een deel van deze erfgenamen is in het buitenland woonachtig en een deel van de erfgenamen blijkt tussentijds te zijn overleden. In de nalatenschap van de neef is geen executeur benoemd en een deel van zijn nalatenschap is beneficiair aanvaard. Na het vertrek van de kandidaat-notaris, heeft de notaris in eerste instantie zelf het dossier ter hand genomen. De notaris heeft vervolgens een medewerker aangetrokken om de belanghebbenden en erfgenamen verder te inventariseren en zo nodig een vervolgonderzoek te laten instellen in geval van (voor)overleden erfgenamen. De notaris heeft gedurende dit traject klager meerdere keren gewezen op het feit dat de werkzaamheden zouden worden opgeschort indien de openstaande declaraties niet zouden worden voldaan. Na toezeggingen van klager deze te zullen betalen heeft de notaris, na een aanvankelijke opschorting van de werkzaamheden, het dossier hervat. In augustus 2021 heeft de notaris zijn werkzaamheden opnieuw opgeschort omdat één declaratie van maart 2021 en de declaratie van 28 juni 2021 onbetaald bleven. Ter zitting in hoger beroep heeft de notaris aangegeven dat hij zijn werkzaamheden zal blijven opschorten totdat deze declaraties zijn voldaan.
5.4.
De kamer heeft, kort samengevat, het volgende geoordeeld. Los van de vraag of de notaris opdracht heeft gekregen om zowel in de nalatenschap van de neef als in die van tante een verklaring van erfrecht op te maken, is tussen partijen niet in geschil dat deze nalatenschappen nauw met elkaar zijn verweven. In beide nalatenschappen zijn veel erfgenamen betrokken en de notaris heeft afdoende toegelicht en onderbouwd dat de hiermee gepaard gaande werkzaamheden complex en tijdrovend van aard zijn. De kamer is van oordeel dat de notaris dit dossier voldoende voortvarend heeft opgepakt. De notaris mocht zijn werkzaamheden per augustus 2021 in redelijkheid opschorten omdat klager, ondanks zijn toezegging deze te zullen voldoen, twee declaraties onbetaald heeft gelaten en ook geen voorschot heeft voldaan. Het hof is het eens met het oordeel van de kamer hieromtrent en komt tot dezelfde slotsom dat de notaris aldus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klager heeft in hoger beroep geen relevante feiten of omstandigheden aangevoerd die tot een ander oordeel op dit punt kunnen leiden. Klachtonderdeel 1 is daarom ongegrond.
Klachtonderdeel 2
5.5.
Klager verwijt de notaris dat steeds gegevens van de erfgenamen bij hem, klager, worden opgevraagd, soms zelfs meerdere malen dezelfde gegevens. De notaris voert aan dat het gebruikelijk is dat deze gegevens in eerste instantie bij de opdrachtgever worden opgevraagd. De notaris kan dit niet worden verweten. Daarnaast stelt de notaris dat de door klager aangeleverde informatie vaak niet volledig is en ook niet overeenstemt met de door de notaris zelf verkregen informatie, als gevolg waarvan de notaris dit op zijn beurt weer dient te verifiëren bij klager.
5.6.
Het hof is met de kamer van oordeel dat ook dit klachtonderdeel geen doel treft. Indien en voor zover de notaris meerdere malen dezelfde gegevens heeft opgevraagd dan is dit gelet op de door de notaris gegeven toelichting van onvoldoende gewicht voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt.
Klachtonderdeel 3
5.7.
Klager verwijt de notaris, kort gezegd, dat de notaris ondanks vele toezeggingen aan hem nog steeds geen overzicht van alle erfgenamen heeft verstrekt. Tijdens de bespreking van 8 maart 2021 heeft de notaris toegezegd het overzicht met alle gegevens van de erfgenamen aan klager te mailen. Nadat klager de notaris een herinnering had gestuurd heeft klager een andere notaris, mr. [naam 4] , benaderd voor het opmaken van een verklaring van erfrecht. Op advies van mr. [naam 4] heeft klager aan de notaris gevraagd om de benodigde gegevens aan mr. [naam 4] te doen toekomen. De notaris is akkoord gegaan met dit verzoek onder de voorwaarde dat de openstaande declaraties betaald zouden worden. Op 15 juli 2021 bericht de notaris aan klager dat hij de toegezegde gegevens niet kan verstrekken in verband met de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG).
5.8.
De notaris brengt naar voren dat in verband met de AVG hij eerst toestemming dient te vragen aan de erfgenamen alvorens hij hun gegevens aan klager mag verstrekken. Omdat klager een aantal declaraties onbetaald heeft gelaten heeft hij zijn werkzaamheden per augustus 2021 opgeschort. De notaris heeft daarom de erfgenamen nog niet kunnen aanschrijven om de benodigde toestemming te verkrijgen. De notaris is bereid het overzicht met alle gegevens van de erfgenamen te verstrekken zodra de openstaande declaraties zijn voldaan.
5.9.
Zoals in rov 5.4. is overwogen heeft de kamer geoordeeld dat de notaris zijn werkzaamheden in redelijkheid mocht opschorten en opgeschort mag houden totdat klager de openstaande declaraties heeft voldaan. Aan de beantwoording van de vraag of het in strijd is met de AVG om zonder toestemming van de betrokkenen een overzicht met hun gegevens aan klager te verstrekken is de kamer daarom niet toegekomen. Het hof onderschrijft het oordeel van de kamer over dit klachtonderdeel. Ook klachtonderdeel 3 is daarmee ongegrond.
Klachtonderdeel 4
5.10.
Klager verwijt de notaris dat bij de in maart 2021 verzonden twee declaraties (gedateerd 11 maart en 18 maart 2021) een urenregistratie ontbreekt. De notaris voert aan dat er sprake is van een declaratiegeschil. Klager heeft dit geschil aanhangig gemaakt bij de Geschillencommissie Notariaat. Klager is, aldus de notaris, daarom niet-ontvankelijk in dit onderdeel van de klacht.
5.11.
Het hof overweegt als volgt. In zijn klaagschrift heeft klager niet de
hoogtevan de declaraties van de notaris ter discussie willen stellen maar slechts het ontbreken van een urenspecificatie. Anders dan de kamer is het hof daarom van oordeel dat klager wél kan worden ontvangen in dit klachtonderdeel. Op grond van artikel 55 lid 1 Wet op het notarisambt is de notaris verplicht om “
op verzoek van de client een rekening van zijn honorarium voor ambtelijke werkzaamheden en de overige aan de zaak verbonden kosten op te maken, waaruit duidelijk blijkt op welke wijze het in rekening gebrachte bedrag is berekend”.Vast is komen te staan dat bij de declaraties van 11, respectievelijk 18 maart 2021 de notaris geen urenregistratie heeft bijgesloten. Op verzoek van klager heeft de notaris op 25 maart 2021 de onder 3.8. genoemde urenspecificatie alsnog gegeven. De notaris heeft daarmee voldaan aan zijn in de wet neergelegde verplichting. Dit betekent dat ook dit klachtonderdeel ongegrond is.
5.12.
De conclusie is dat de klacht in al zijn onderdelen ongegrond is. Omdat het hof ten aanzien van klachtonderdeel 4 tot een andere beslissing is gekomen, zal het hof de beslissing van de kamer vernietigen.

6.Beslissing

Het hof:
- vernietigt de bestreden beslissing,
en in zoverre opnieuw beslissende:
- verklaart de klacht in al zijn onderdelen ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. H.T. van der Meer, C.H.M. van Altena en J.T.A. van der Stok en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2023 door de rolraadsheer.