ECLI:NL:GHAMS:2023:3716

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
200.313.377
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 14 december 2023 een beslissing genomen op het schriftelijke verzoek van mr. [verzoeker], raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Amsterdam, om zich te mogen verschonen in een civiele procedure met zaaknummer 200.313.377. Dit verzoek werd ingediend naar aanleiding van een geplande mondelinge behandeling op 8 december 2023, die door het verschoningsverzoek geen doorgang kon vinden.

Verzoeker heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij tot 1 juni 2023 werkzaam was als advocaat bij het kantoor De Brauw Blackstone Westbroek en in die hoedanigheid in het recente verleden een van de partijen in de onderhavige procedure heeft bijgestaan. Gezien deze omstandigheden heeft verzoeker aangegeven dat hij zich dient te verschonen om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter te waarborgen.

De wrakingskamer heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op een mogelijke vooringenomenheid. In dit geval heeft de kamer geoordeeld dat de omstandigheden zoals door verzoeker uiteengezet, een objectief gerechtvaardigde vrees voor onpartijdigheid met zich meebrengen. Daarom is het verzoek van verzoeker toegewezen, en is hij vrijgesteld van verdere behandeling van de procedure.

Deze beslissing is genomen door de rechters S.M.M. Bordenga, R. Kuiper en L. Alwin, in aanwezigheid van griffier S.W.H. Bootsma, en is op 14 december 2023 ondertekend door de betrokken rechters.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

beslissing van de wrakingskamer van 14 december 2023
op het schriftelijke verzoek van
mr. [verzoeker],
raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Amsterdam,
hierna: verzoeker,
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak, waarin op 8 december 2023 een mondelinge behandeling stond gepland bij de afdeling civiel recht en belastingrecht, team handel (AOF), met zaaknummer 200.313.377 ( […] ).

1.Het verzoek

1.1
Verzoeker heeft bij e-mail van 7 december 2023 bericht dat hij zich in de bovengenoemde procedure dient te verschonen en een verzoek daartoe gedaan. In verband met dit verschoningsverzoek heeft de mondelinge behandeling op 8 december 2023 geen doorgang gevonden.
1.2
Ter onderbouwing van voornoemd verzoek heeft verzoeker aangevoerd dat hij tot 1 juni 2023 heeft gewerkt als advocaat bij het kantoor De Brauw Blackstone Westbroek. Hij heeft in die hoedanigheid – in andere procedures dan de bovengenoemde procedure – in het recente verleden een van de partijen uit de onderhavige procedure bijgestaan. Gelet op die omstandigheid wenst verzoeker zich te verschonen.

2.De beoordeling

2.1
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid
van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
2.2
De onder 1.2 genoemde omstandigheid brengt mee dat de objectief gerechtvaardigde
vrees kan ontstaan dat verzoeker niet met de vereiste mate van onafhankelijkheid en
onpartijdigheid zal optreden, zodat het verzoek wordt toegewezen.

3.De beslissing

Het hof:
wijst toehet verzoek van verzoeker zich van de verdere behandeling van de procedure
met zaaknummer 200.313.377 te mogen verschonen.
Deze beslissing is op 14 december 2023 gegeven door mr. S.M.M. Bordenga, mr. R. Kuiper en mr. L. Alwin, in tegenwoordigheid van mr. S.W.H. Bootsma, griffier, en getekend door
mr. Bordenga en mr. Bootsma.