Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante 1] B.V.,
[appellante 2] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“Anders dan ten behoeve van [appellante 1] bij de normale uitvoering van de taken in het kader van de Overeenkomst van Opdracht is het [bedrijf 1] zowel gedurende de Overeenkomst van Opdracht als na beëindiging daarvan, verboden op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm ook, mededeling te doen van of over enige bijzonderheid en vertrouwelijke informatie betreffende [appellante 1] (“Vertrouwelijke informatie”).Onder Vertrouwelijke Informatie wordt in het bijzonder verstaan alle informatie over bedrijfsgeheimen, financiële, commerciële, operationele en organisatorische kennis en gegevens, geheime formules, uitvindingen, ontwerpen, standaarden, (technische) data of informatie, processen, methodes, ruwe materialen en bedrijfsmethodes, alsmede alle daaraan gerelateerde informatie, kennis, details, handelspraktijken en verbeteringen, ongeacht of dergelijke informatie is voorzien van een aanduiding waaruit de vertrouwelijke aard of de eigendom van die informatie blijkt, en ongeacht de wijze waarop [bedrijf 1] de betreffende informatie ter kennis is gekomen.Deze geheimhoudingsplicht omvat tevens alle gegevens van cliënten en/of andere relaties van [appellante 1] en/of aan haar gelieerde ondernemingen waarvan [bedrijf 1] in het kader van deze Overeenkomst kennis neemt.”In artikel 3.1 van de Geheimhoudingsovereenkomst is bepaald:
“ [bedrijf 1] [lees: [geïntimeerde] , hof] verbeurt aan [appellante 1] bij overtreding van het in artikel 1 van deze Overeenkomst opgenomen geheimhoudingsbeding een onmiddellijk opeisbare boete van EUR 50.000 voor elke overtreding, alsmede EUR 5.000 voor elke dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd de overige rechten van [appellante 1] op basis van de wet of deze Overeenkomst, inclusief maar niet beperkt tot het recht van [appellante 1] om naast deze boete nakoming en/of schadevergoeding te vorderen.”
2.6. [naam 3] (hierna “ [naam 3] ”) is van 1 mei 2017 tot 17 november 2017 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam geweest als ‘Team Manager Operationele Zaken’ van [appellante 1] .
“ [naam 4]:
Had [naam 2]jou gebeld, hoorde ik net?
Maar wat dan?[naam 4] : Ja, gewoon. Bepaalde dingen die hij heeft gezegd, die kloppen niet.[geïntimeerde] : Zoals?[naam 4] : (….) Maar hij benadert namelijk mensen om informatie van iets te krijgen maar wij weten niet waarom en hoe of wat, wat daarachter zit. Maar voornamelijk mensen die gewoon veel weten van het bedrijf. (…) Dus toen op een gegeven moment toen had [naam 5] ook het idee van misschien heeft hij ook wel [geïntimeerde] gebeld. Jij bent natuurlijk PA. Close, dus je weet alles. (…)(…)[naam 4] : (…) En nu blijkt dat [naam 2] jou dus ook al had benaderd. Maar hij, het is vreemd.[geïntimeerde] : Ja.[naam 4] : Maar hij wil ons ergens in betrekken of doen, maar we komen er niet achter wat dat is. Maar wanneer heb jij met hem afgesproken?[geïntimeerde] : Ik zie hem morgen. (…) Hij komt even hier langs.(…)[naam 4] : (..) jij bent close met Solid, dus het vermoeden was al, want als hij toch mensen benadert, gaat hij jou ook benaderen, ik bedoel eh, zo simpel is het. Maar in die zin, pas op met wat je tegen hem zegt want hij is met hele … laat ik het zo zeggen, hij zegt nu dat hij zelf weggaat bij Solid, maar hij is sowieso ontslagen om bepaalde dingen.(…)
27 november 2017 13.57[naam 2] :
“Graag ook alle info over potentiele slachtoffers in londonBankiersVia [naam 11]
“ [naam 6] , arbeidsrecht advocaatInvesteerders SN: [naam 7] , [naam 8] , [naam 9] .[naam 10] : Vriend van [X] en [naam 11]
“Goedemorgen [geïntimeerde] , dank voor gister. En het is bijzonder om mee te maken dat er nog mensen zijn die geven om anderen en anderen willen helpen een halt toe te willen brengen aan zulke praktijken zoals D. (…)”Heb je adres en postcode D ”
[hof: straatnaam, huisnummer en plaatsnaam]
“YesssJe beldeFotos?”
“21 uur zei ik (…)Check je inbox”
29 november 2017 07:53[geïntimeerde] :
“Check je emailRustig 30 min lezenFocus(…)”
“Ben jij haar ex”
“Lees.Rust.”
“Jij bent [naam 14] ”
“Graag contact na pagina 32.”
“Was D je opdracht.”
“Pagina 32 aubLezenNiet scannenGoed lezen!Dan mij bellenIk bedoel tot pagina 32 lezenDan weet je wie wie is
“Email mijj aub staps gewijsHoe zij bij koning komen”
“Hij is begonnen in een tijd dat de grenzen begonnen open te gaan.”
“Met naam en toe naamStap voor stap”
“ [naam 15] en [naam 16]Dit zijn goede vrienden van [naam 17] en [naam 18][naam 11] kent hun vanwege de fashionIn september 2016 zijn ze voor het eerst komen kijken. De middag na PrinsjesdagMet [naam 16] ”
“Wie is dit[filmpje]”
“Dat is [naam 19] . Zijn interior designer.”
“ [naam 20] , project manager and consultant bij [bedrijf 2] . Meer gegevens heb ik niet”
Aan de e-mail onder de naam GABME was een document gehecht, getiteld “International Security and Fraud Alert - Iranian Fraud” (hierna het GABME-rapport). Diezelfde dag is het GABME-rapport gepubliceerd op een website. In het GABME-rapport worden [X] en zijn broer [naam 21] en de ondernemingen SolidNature, RevealRox en [appellante 1] beschuldigd van fraude, oplichting, witwassen en/of nauwe banden met de Iraanse overheid. In het rapport zijn portretfoto’s van [X] en werknemers van SolidNature, RevealRox en [appellante 1] afgebeeld. Verder wordt in het GABME-rapport gesteld dat [X] vanwege frauduleuze activiteiten een zeer luxe leven leidt. In dat kader worden onder meer privéadressen genoemd en foto’s afgebeeld van de appartementen waar hij woont of verblijft en de luxe auto’s waarin hij zou rijden.
“Er verschijnen obscure websites waarop de SolidNature -voorman wordt uitgemaakt voor fraudeur en oplichter die met schimmige trawanten en constructies investeerders-miljoenen zou wegsluizen naar het buitenland. Daarnaast zou een deel zijn verdampt door zijn exuberante uitgavenpatroon. Harde bewijzen voor de vuige aantijgingen ontbreken en [X] zegt zelf dat hij slachtoffer is van een ‘lastercampagne’.”
(ii) die in de periode van 1 september 2017 tot en met maart 2018 door enig e-mailadres van [geïntimeerde] zijn verzonden of ontvangen aan/van de aan [appellanten] bekende e-mailadressen van [naam 3] , [naam 2] en [naam 22] (hierna: [naam 22] );
(iii) die in de periode van 1 september 2017 tot en met maart 2018 zijn verzonden door enig e-mailadres van [geïntimeerde] en waarin e-mails die oorspronkelijk afkomstig zijn van de aan haar als personal assistant van [X] ter beschikking gestelde e-mailadressen aan enig ander e-mailadres zijn doorgestuurd;
(iv) die in de periode vanaf 1 november 2017 tot en met maart 2018 zijn verzonden of ontvangen door enig e-mailadres van [geïntimeerde] en waar een specifiek in het verzoekschrift omschreven zoekterm in voorkomt.
(ii) die in de periode vanaf 1 juli 2017 tot datum bewijsbeslag zijn verzonden of ontvangen van enig telefoonnummer van [geïntimeerde] en waar een specifiek in het verzoekschrift omschreven zoekterm in voorkomt.
3.Beoordeling
a. [geïntimeerde] zal veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis schriftelijk toestemming te verlenen aan [bedrijf 3] en DigiJuris tot het verstrekken van afschriften van de beslagen bescheiden aan [appellanten] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag of deel daarvan dat [geïntimeerde] niet voldoet aan dit gebod, met een maximum van € 150.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen maximum;
b. zal bepalen dat indien [geïntimeerde] niet binnen drie dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis voldoet aan de veroordeling tot het verlenen van schriftelijke toestemming zoals gevorderd onder a, [appellanten] conform artikel 3:299 BW gemachtigd zijn om [bedrijf 3] en DigiJuris te instrueren om afschriften van de beslagen bescheiden aan hen te verstrekken;
(ii) subsidiair:
een in goede justitie te bepalen veroordeling zal uitspreken die ertoe strekt dat aan [appellanten] afschrift van de beslagen bescheiden wordt verstrekt;
(iii) zowel primair als subsidiair:
[geïntimeerde] zal veroordelen in de kosten van het bewijsbeslag en de kosten van dit incident, te vermeerderen met de nakosten een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
(i) [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van € 600.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2017 tot de dag van algehele voldoening, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2017 tot de dag van algehele voldoening;
(ii) [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van de door [appellante 1] gemaakte beslagkosten (inzake de conservatoire verhaalsbeslagen).
(i) voor recht zal verklaren dat [geïntimeerde] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld en dat zij aansprakelijk is voor de dientengevolge door hem geleden schade;
(ii) [geïntimeerde] zal veroordelen tot een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding;
(iii) [geïntimeerde] zal veroordelen tot vergoeding van de door [X] geleden schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
(iii) het verzoek moet bescheiden betreffen aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser partij is.
In artikel 843a lid 4 Rv is voorts bepaald dat degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, niet gehouden is aan deze vordering te voldoen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, alsmede indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
Ik hoop toch echt dat het niet alleen een krantenartikel wordt maar dat er echt SWAT team zijn huis invalt en hem arresteert. Is er ook al onderzoek vanuit justitie naar hem’).Ook blijkt hieruit dat zij hoopte dat de publicatie zelfs tot de arrestatie van [X] zou leiden. [geïntimeerde] heeft niet gesteld dat [X] hierover was gehoord en ging dus mee in het zonder hoor en wederhoor laten publiceren van een belastend artikel met het voor de hand liggende risico dat daar onwaarheden in zouden komen te staan. Uit de correspondentie van 1 december 2017 rijst verder het vermoeden dat [geïntimeerde] wist dat het ‘startsein’ op die dag was gegeven en dat dit hoe dan ook opschudding zou veroorzaken. Het argument van [geïntimeerde] dat [X] geen schade heeft geleden, gaat niet op. Het hof acht het zonder meer aannemelijk dat [X] schade heeft geleden als gevolg van de lastercampagne.
(i) De WhatsApp correspondentie bevat aanwijzingen dat [geïntimeerde] ook per e-mail informatie aan [naam 2] heeft verstrekt.
(ii) De WhatsApp correspondentie zoals bij [naam 2] aangetroffen, lijkt op sommige delen niet volledig te zijn. [X] heeft gegronde redenen aan te nemen dat [geïntimeerde] in deze verwijderde delen ook vertrouwelijke informatie aan [naam 2] heeft verstrekt en/of dat daaruit haar verdere betrokkenheid blijkt.
(iii) Omdat [geïntimeerde] vertrouwelijke informatie aan [naam 2] heeft verstrekt, heeft [X] gegronde redenen aan te nemen dat [geïntimeerde] voorafgaand aan het aflopen van haar dienstverband dergelijke vertrouwelijke informatie naar zichzelf heeft gestuurd en heeft bewaard.
(iv) Uit de WhatsApp correspondentie blijkt dat [geïntimeerde] gedurende de gestelde lastercampagne contact onderhield met bepaalde werknemers van [appellanten] en heeft geprobeerd hen ertoe te bewegen te stoppen met werken voor [appellanten] zodat [X] gegronde redenen heeft aan te nemen dat zij dat ook met andere dan uit de WhatsApp correspondentie blijkende werknemers heeft geprobeerd.
(v) Uit de WhatsApp correspondentie en de verschillende ontmoetingen blijkt dat [geïntimeerde] en [naam 2] , en [geïntimeerde] , [naam 2] en [naam 3] nauw contact onderhielden gedurende de lastercampagne, zodat [X] gegronde redenen heeft aan te nemen dat [geïntimeerde] ook contact onderhield met eventuele andere personen die betrokken waren bij de gestelde lastercampagne.
(vi) Omdat [geïntimeerde] aan [naam 2] heeft gevraagd of ‘ [X] zijn opdracht is’ en dat uit de WhatsApp correspondentie en de verschillende ontmoetingen blijkt dat [geïntimeerde] en [naam 2] in de relevante periode nauw contact onderhielden, heeft [X] gegronde redenen aan te nemen dat [geïntimeerde] mogelijk op de hoogte is van wie de opdrachtgever van [naam 2] is.
4.4. Beslissing
tussenvonnisvoor zover gewezen tussen [X] en [geïntimeerde] ,
(ii) die in de periode van 1 september 2017 tot en met maart 2018 door enig e-mailadres van [geïntimeerde] zijn verzonden of ontvangen aan/van de aan [appellanten] bekende e-mailadressen van [naam 3] , [naam 2] en [naam 22] ;
(iii) die in de periode van 1 september 2017 tot en met maart 2018 zijn verzonden door enig e-mailadres van [geïntimeerde] en waarin e-mails die oorspronkelijk afkomstig zijn van de aan haar als personal assistant van [X] ter beschikking gestelde e-mailadressen aan enig ander e-mailadres zijn doorgestuurd;
(iv) die in de periode vanaf 1 november 2017 tot en met maart 2018 zijn verzonden of ontvangen door enig e-mailadres van [geïntimeerde] en waarin de zoekterm ‘ [X] ’ en/of ‘ [X] ’ voorkomt;
(ii) die in de periode vanaf 1 juli 2017 tot en met maart 2018 zijn verzonden of ontvangen van enig telefoonnummer van [geïntimeerde] en waarin de zoekterm ‘ [X] ’ en/of ‘ [X] ’ voorkomt.
eindvonnisvoor zover daarbij (onder 7.3) het bewijsbeslag is opgeheven ten aanzien van de bescheiden hierboven genoemd onder II,