ECLI:NL:GHAMS:2023:3762
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.P.M. van Rijn
- R.D. van Heffen
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in verband met overlijden van de verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 mei 2019. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging van de verdachte, die op [datum] 2023 te [plaats] is overleden. De advocaat-generaal heeft een afschrift uit de basisregistratie personen overgelegd, waaruit blijkt dat de verdachte is overleden, wat leidt tot de conclusie dat het recht tot strafvordering is vervallen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Deze beslissing is genomen in overeenstemming met artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat vervolging niet mogelijk is na het overlijden van de verdachte. Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de vervolging niet kan doorgaan, wat een belangrijke juridische implicatie heeft voor de rechtsgang in strafzaken waar de verdachte is overleden.