ECLI:NL:GHAMS:2023:3775

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
16 januari 2025
Zaaknummer
23-000978-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake overval op hotelkamer met geweld en wapenbezit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1975, was betrokken bij een gewapende overval op een hotelkamer op 25 juni 2020, waarbij hij samen met anderen geweld heeft gebruikt tegen de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De overval werd gekenmerkt door bedreiging met vuurwapens en fysiek geweld, waarbij de slachtoffers werden beroofd van hun bezittingen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraken van de rechtbank, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor de vrijspraken. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte meerdere vuurwapens en munitie in hun bezit hadden, zowel in de auto als in een woning. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal met geweld en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar en 3 maanden, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in het hoger beroep. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het hof de verdachte heeft vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000978-21
datum uitspraak: 14 september 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 april 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-167725-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1975,
thans verblijvende aan de [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 augustus 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman ter terechtzitting naar voren hebben gebracht.

Ontvankelijkheid van procespartijen en omvang van het hoger beroep

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 (primair en subsidiair), 3, 4, 5 en 6 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep
De officier van justitie heeft blijkens de appelakte onbeperkt hoger beroep ingesteld. Ter terechtzitting in hoger beroep van 31 augustus 2023 heeft de advocaat-generaal evenwel kenbaar gemaakt dat het openbaar ministerie zich neerlegt bij de door de rechtbank gegeven vrijspraken ten aanzien het onder 3 en 4 tenlastegelegde. Gelet op het bepaalde in artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zal de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep voor zover dat betrekking heeft op deze door de rechtbank gegeven vrijspraken.
In aanmerking genomen hetgeen hiervóór is overwogen onder het kopje ‘ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep’, brengt het voorgaande met zich dat het hof niet meer toekomt aan de beoordeling van het aan de verdachte onder 3 en 4 tenlastegelegde.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. Primair.
hij op of omstreeks 25 juni 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, geld en/of een laptop (Apple Macbook) en/of een autosleutel en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- ( gewapend met vuurwapens) naar de hotelkamer van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te gaan en/of
- die [slachtoffer 1] na het openen van de deur weg te duwen en/of
- op die [slachtoffer 2] gaan zitten en/of meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist tegen/op het hoofd van die [slachtoffer 2] te slaan en/of
- te roepen dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] niet moesten schreeuwen en/of
- meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen tegen/op het hoofd van die [slachtoffer 2] te slaan en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) in de buik te trappen/schoppen;
1. Subsidiair.
hij op of omstreeks 25 juni 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om geld en/of een laptop (Apple Macbook) en/of een autosleutel en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- ( gewapend met vuurwapens) naar de hotelkamer van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is gegaan en/of heeft aangeklopt en/of
- die [slachtoffer 1] na het openen van de deur heeft weggeduwd en/of
- op die [slachtoffer 2] is gaan zitten en/of meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist tegen/op het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of
- heeft geroepen dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] niet moesten schreeuwen en/of
- meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen tegen/op het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) in de buik heeft getrapt/geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 te Amsterdam en/of Leiden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meerdere vuurwapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten,
- een revolver, merk/type Kimber 6S, kaliber .357 magnum (serienummer verwijderd) en/of
- een pistool, merk/type Glock 17 gen 4, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en/of
- een revolver, merk/type Smith & Wesson 773, kaliber .357 magnum (serienummer verwijderd) en/of
- een pistool, merk/type CZ P-10S, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en/of
- twee revolver(s), merk/type Smith & Wesson 60, kaliber .38 special (serienummer(s) verwijderd) en/of - een pistool(kast), merk/type CZ P-10S, kaliber 9x19 mm en/of
- een pistool, merk/type Grand Power K100F, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en/of
- een pistool, merk/type Zoraki M906, kaliber 7,65 mm (serienummer [nummer] ) en/of
- een revolver, merk/type Smith & Wesson 36-2, kaliber .38 special (sernienummer verwijderd),
en/of
munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten,
- 13, althans een of meer kogelpatronen .357 magnum en/of
- 77, althans een of meer kogelpatronen 9x19 mm en/of
- 3, althans een of meer kogelpatronen 7.65 mm en/of
- 45, althans een of meer kogelpatronen .357 magnum en/of
- 50, althans een of meer kogelpatronen 9x19mm en/of
- 27, althans een of meer kogelpatronen .38 special en/of
- 48, althans een of meer kogelpatronen 7.65 mm en/of
- 20, althans een of meer kogelpatronen 9x19 mm en/of
- 5, althans een of meer kogelpatronen .357 magnum,
heeft/hebben overgedragen en/of voorhanden heeft/hebben gehad, (telkens) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of (bijbehorende) scherpe patronen/kogels.
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 te Leiden en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II en/of III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten,
- een machinepistool, merk/type FN UZI model A, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en/of
- een machinepistool, merk/type Ceska Zbrojovka model Scorpion EVO 3 A1, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en/of
- tien, althans een aantal, automatische geweren (merk/type COLT M16 A1) en/of
- een machinepistool (merk/type Agram 2002) en/of
- zeven, althans een aantal revolvers (merk/type Smith & Wesson model 10/36/60) en/of
- drie, althans een aantal revolvers (merk/type Ruger SP101) en/of
- zeven, althans een aantal patroonmagazijnen (geschikt voor een Colt M16 A1) en/of
- een machinegeweer (merk/type FN Fal) en/of
- twee, althans een aantal machinepistolen (merk/type H&K MP5k) en/of
- een volautomatisch machinegeweer (merk/type FN Minimi) en/of
- een grendelgeweer, zijnde een lange afstand precisiewapen (merk/type Steyr HS50 en/of
- een grendelgeweer, zijnde een lange afstand precisiewapen (merk/type Mosin Nagant) en/of
- een grendelgeweer, zijnde een lange afstand precisiewapen (merk/type Waffenfabrik Bern K31) en/of
- een revolver (merk/type Smith & Wesson 627-5 Performance Center,
en/of
munitie in de zin van art. 1 onder 4e van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten,
- 39, althans een of meer kogelpatronen 7.62x51 mm en/of
- 12, althans een of meer kogelpatronen 5.56x45 mm en/of
- 8, althans een of meer kogelpatronen .357 magnum en/of
- een (groot) aantal boxen met patronen, althans een aantal patronen (.357 magnum en/of 5.56x45mm en/of .45 auto en/of 7.62mm en/of 0.50 en/of 7.5x55mm Swiss),
heeft/hebben overgedragen en/of voorhanden heeft/hebben gehad, (telkens) zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een (machine)geweer, revolver en/of (machine)pistool en/of (bijbehorende) scherpe patronen/kogels, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) van het verhandelen van wapens en/of munitie een beroep of een gewoonte heeft/hebben gemaakt.
6.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 te Leiden en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van categorie I, onder 3, te weten twee, althans een aantal geluiddemper(s) voor (een) vuurwapen(s), voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Bewijsmotivering

Standpunt van de verdediging
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging, met uitzondering van een deel van het onder 2 tenlastegelegde, integrale vrijspraak van het aan de verdachte tenlastegelegde bepleit. Met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde is daartoe aangevoerd dat de verdachte weliswaar op de bewuste avond met de medeverdachte in de hotelkamer van de aangevers is geweest, maar dat het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening alsmede het opzet op het gepleegde geweld bij de verdachte heeft ontbroken. De verdediging heeft daarnaast aangevoerd dat de verklaringen van de aangevers – volgens de verdediging het enige bewijs voor het voor diefstal vereiste oogmerk en het opzet op de geweldshandelingen – onbetrouwbaar zijn, gelet op de vele inconsistenties en aantoonbare onwaarheden in die verklaringen. Ten aanzien van de verklaring van [slachtoffer 1] komt daarbij dat die verklaring niet voor het bewijs gebruikt kan worden omdat de verdediging niet de gelegenheid heeft gehad die verklaring op betrouwbaarheid te toetsen en er geen compensatoire maatregelen zijn toegepast.
Ten aanzien van het bezit van wapens en munitie voor zover aangetroffen in de woning van de medeverdachte aan de [adres 2] refereert de verdediging zich aan het oordeel van het hof. Van het overige onder 2, 5, en 6 ten laste gelegde wapen- en munitiebezit dient de verdachte te worden vrijgesproken. Van de wapens die zijn aangetroffen in de Opel Corsa had de verdachte geen weet en bovendien ontbrak de beschikkingsmacht. Dat laatste geldt eveneens voor de wapens en munitie die zijn afgebeeld op foto’s in de telefoon van de verdachte. Ten aanzien van de wapens die zijn aangetroffen in de loods aan de [adres 3] geldt dat het DNA-bewijs niet aan de verdachte kan worden tegengeworpen nu het sporenbeeld het scenario van secundaire overdracht niet uitsluit.
Oordeel van het hof
Feit 1 – diefstal met geweld
Met betrekking tot het eerste ten laste gelegde feit stelt het hof voorop dat de rechter in beginsel vrij is in de selectie van het te bezigen bewijs.
In de onderhavige zaak hebben de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] direct na het incident in de hotelkamer van het [hotel] aangifte gedaan. [slachtoffer 2] is op 13 juli 2022 gehoord door de raadsheer-commissaris waarbij de verdediging in de gelegenheid is gesteld om vragen te stellen en daarvan ook gebruik heeft gemaakt. Het is – ondanks pogingen daartoe door de rechter-commissaris in eerste aanleg en de raadsheer-commissaris in hoger beroep – niet gelukt [slachtoffer 1] op te sporen en haar te horen. Het feit dat de verdediging [slachtoffer 1] niet heeft kunnen bevragen, staat er niet aan de weg dat haar verklaring voor het bewijs wordt gebezigd, mits is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM, in het bijzonder en voor zover hier relevant doordat het bewijs niet uitsluitend of in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd ('sole or decisive-rule'). Daarvoor is bepalend of er voldoende steunbewijs is dat betrekking heeft op de belastende onderdelen van de verklaring van [slachtoffer 1] die de verdachte betwist.
Met de verdediging ziet het hof dat bepaalde aspecten in de verklaringen van zowel [slachtoffer 1] als die van [slachtoffer 2] vragen oproepen. Daar staat tegenover dat die verklaringen op kernpunten met elkaar overeenstemmen en bovendien steun vinden in overig bewijs. Zo bevat het dossier foto’s van het letsel aan het hoofd van [slachtoffer 2] die op de dag van het voorval zijn gemaakt door de verbalisanten die meteen na de melding ter plaatse kwamen en werden verder op het bed en het hoofdbord in de hotelkamer bloedsporen aangetroffen. Bovendien werd bloed van [slachtoffer 2] gevonden op een revolver die later werd aangetroffen in de Opel Corsa waarin de verdachte en de medeverdachte van de politie wegvluchtten. In die auto werd tevens de telefoon van [slachtoffer 2] teruggevonden, alsmede een identiteitsbewijs en bankpas op naam van [slachtoffer 1] . Op het punt van de handelingen die de verdachte in de hotelkamer heeft verricht, komen de verklaringen van de aangevers ook overeen. Nu de verklaringen aldus op essentiële onderdelen met elkaar overeenkomen, kan de verklaring van [slachtoffer 1] niet worden aangemerkt als een bewijsmiddel waarop een eventuele bewezenverklaring uitsluitend of in beslissende mate is gebaseerd, zodat het hof zich vrij acht van die verklaring gebruik te maken. Het hof acht de verklaringen van de aangevers voor wat betreft de kern van de verweten gedragingen gelet op het voorgaande ook betrouwbaar.
Uit die verklaringen komt naar voren dat de aangevers op 25 juli 2020 in een hotelkamer in het [hotel] in Amsterdam verbleven en dat op enig moment op de deur werd gebonkt. Er kwamen drie gewapende mannen naar binnen waarvan er één op [slachtoffer 2] sprong, die op dat moment op bed lag. [slachtoffer 1] herkende de man als haar ex-vriend, medeverdachte [medeverdachte] (hierna de medeverdachte). De medeverdachte bedreigde [slachtoffer 2] met een wapen en begon hem te slaan met handen en voeten en met het wapen, waardoor [slachtoffer 2] een hoofdwond heeft opgelopen. Ook vroeg hij [slachtoffer 2] naar het geld. De verdachte (het hof begrijpt: de man die [slachtoffer 1] beschrijft als de Spaanse, oudere man) sommeerde de aangevers niet te schreeuwen. [slachtoffer 2] verklaarde verder dat één van de andere mannen een wapen gericht hield op hem en [slachtoffer 1] en de derde man de hotelkamer doorzocht. De aangevers verklaren beiden dat de mannen een aantal van hun spullen uit de hotelkamer hebben meegenomen. Zoals uit het voorgaande blijkt, worden deze onderdelen van de verklaringen ondersteund door de onderzoekbevindingen betreffende de plaats delict en de Opel Corsa.
De verdachte erkent dat hij op het bewuste moment in de hotelkamer van de aangevers is geweest, maar geeft een andere lezing van de toedracht van het gebeurde en ontkent dat hij de aangevers met een wapen heeft bedreigd. Het hof zal die verklaring als ongeloofwaardig terzijde schuiven nu de eerdere verklaring die de verdachte schriftelijk heeft afgelegd, zijn verklaring als getuige bij de rechter-commissaris en de verklaring die hij tijdens de terechtzitting in hoger beroep heeft afgelegd aangaande die toedracht – de redenen waarom hij begin juni 2020 weer vanuit Spanje naar Nederland is gekomen, hetgeen de medeverdachte hem verteld heeft over diens bedoelingen om naar het hotel te gaan waar [slachtoffer 1] verbleef en de redenen waarom de verdachte met die [slachtoffer 1] wilde spreken – niet steeds overeenkomen en in essentie ook geen ondersteuning vinden in het dossier.
Gelet op het voorgaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte, tezamen met de medeverdachte en de onbekend gebleven derde man, de aangevers met geweld van (onder meer) een telefoon heeft beroofd.
Feit 2 – (Vuur)wapenbezit auto en woning
Met de rechtbank overweegt het hof het volgende.
Opel Corsa
Het hof stelt vast dat na de aanhouding van de verdachte en de medeverdachte vuurwapens en munitie zijn gevonden in de Opel Corsa waarmee de verdachte en de medeverdachte, nadat zij in het [hotel] waren geweest, van Amsterdam naar Leiden zijn gereden. De verdachte was de bestuurder en de medeverdachte was de bijrijder. De vuurwapens en de munitie bevonden zich op dat moment in de Opel Corsa. De politie heeft de Opel Corsa een stopteken gegeven, maar dit werd genegeerd waarna een wilde achtervolging plaatsvond. Toen de Opel Corsa uiteindelijk tot stilstand kwam in Leiden, hebben de verdachte en de medeverdachte zich uit de voeten gemaakt. Pas na het lossen van een waarschuwingsschot hebben zij hun vlucht gestaakt, waarna zij door de politie zijn aangehouden. In de Opel Corsa zijn vier wapens aangetroffen, te weten een Kimber 6S, een Glock 17, een Smith & Wesson 627-5 en een CZ P-10S. Een vijfde wapen, een Zoraki M609, is aangetroffen in de broeksband van de medeverdachte.
Op basis van bovengenoemd gedrag, dat aansluitend aan de hiervoor onder 1 omschreven gebeurtenissen in de hotelkamer heeft plaatsgevonden, stelt het hof vast dat de verdachte wist dat de vuurwapens en munitie in de Opel Corsa lagen en dat hij hier ook de beschikkingsmacht over heeft gehad, nu hij samen met de medeverdachte in de auto is gevlucht. Ten aanzien van het vuurwapen dat in de broeksband van de medeverdachte is aangetroffen, merkt het hof het volgende op. De verdachte is samen met de medeverdachte uit de hotelkamer gevlucht, van waaruit zij wapens hebben meegenomen de auto in. Die wapens lagen verspreid: een deel is aangetroffen in een laptoptas, een ander deel in een sporttas en één bevond zich dus in de broeksband van de medeverdachte. Dit laatste maakt gezien de bovengenoemde
omstandigheden echter niet dat de verdachte (die de auto bestuurde) daar geen beschikkingsmacht over had. Beide verdachten hebben immers een gewapende overval gepleegd en zijn vervolgens met de wapens op de vlucht geslagen. Zodoende acht het hof ook bewezen dat verdachte de Zoraki M609 samen met de medeverdachte voorhanden heeft gehad. De verdachte heeft zich daarmee samen met de medeverdachte schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van voornoemde vijf vuurwapens en de munitie die in de Opel Corsa is gevonden.
[adres 2]
Tijdens een doorzoeking zijn in de woning aan de [adres 2] vuurwapens en munitie aangetroffen. In de woonkamer zijn drie vuurwapens gevonden, te weten een Smith & Wesson 60, een pistoolkast van een CZ P-10 en een Grand Power K100F. Daarnaast zijn ook 29 patronen aangetroffen. In een afgesloten kluis in de woning is vervolgens nog een vuurwapen, te weten een Smith & Wesson 36-2, aangetroffen. Uit het DNA-deskundigenrapport van The Maastricht Forensic Institute (TMFI) van 2 oktober 2020 maakt het hof op dat het DNA van de verdachte op een deel van die vuurwapens en munitie is gevonden, waaronder ook op het vuurwapen in de kluis. Ook is op de iPhone 11 van de verdachte een selfie aangetroffen waarop de verdachte met een wapen (en bijbehorende opbergkist) in de
woning poseert. De verdachte heeft verklaard dat hij sinds enkele maanden verbleef in de woning van de
medeverdachte aan de [adres 2] en dat hij daar vuurwapens en munitie heeft
gezien en die wel eens heeft verplaatst. Op basis van bovenstaande staat vast dat verdachte niet alleen wetenschap had van de aanwezigheid van de vuurwapens en munitie die in de woning zijn aangetroffen, maar ook dat hij hierover beschikkingsmacht had. Dit geldt temeer nu DNA van de verdachte ook op het wapen in de afgesloten kluis is aangetroffen.
Het hof is dan ook met de rechtbank van oordeel dat de verdachte deze wapens samen met de medeverdachte voorhanden heeft gehad.
Feiten 5 en 6 – Wapenbezit loods en afbeeldingen op telefoon
Op de iPhone 11 van de verdachte zijn foto’s aangetroffen van grote hoeveelheden vuurwapens en munitie. De verdachte heeft verklaard dat hij die foto’s heeft gemaakt en uit het onderzoek van de politie blijkt dat de foto’s zijn gemaakt in het kantoorgedeelte van de loods aan de [adres 3] die door de medeverdachte werd gehuurd (hierna: de loods). Op één van de foto’s is te zien dat de medeverdachte op de vloer ligt en een automatisch vuurwapen vasthoudt. Op een andere foto is een automatisch vuurwapen van het merk Uzi te zien met daarop een geluidsdemper en daarin een patroonmagazijn met een capaciteit van 25. Tijdens een doorzoeking in de loods zijn automatische vuurwapens (een Uzi inclusief een daarop gemonteerde geluidsdemper en een Scorpion), een andere geluidsdemper en munitie aangetroffen. De Uzi, de Scorpion en de losse geluidsdemper werden aangetroffen respectievelijk vóór en op een zitbankje in hetzelfde kantoorgedeelte van de loods. Het feit dat deze wapens zijn aangetroffen op de grond en op het bankje, alsmede de verklaring van de verdachte zelf dat de wapens van de foto’s na het nemen daarvan, zijn blijven liggen zoals ze op de foto’s lagen, duidt erop dat de wapens niet met zorg achter slot en grendel werden opgeborgen, maar vrijelijk toegankelijk waren. Uit onderzoek naar de foto’s blijkt voorts dat op de voornoemde geluidsdemper specifieke beschadigingen te zien zijn. De beschadigingen en de capaciteit van het patroonmagazijn komen overeen met de Uzi die daadwerkelijk is aangetroffen in de loods. Op basis van deze overeenkomsten gaat het hof ervan uit dat de gevonden Uzi dezelfde is als de Uzi die door de verdachte is gefotografeerd. Bovendien is een deel van de munitie dat op de foto’s staat afgebeeld van een afwijkend kaliber (0.50), dat overeenkomt met munitie die daadwerkelijk in de woning van de medeverdachte aan de [adres 2] is aangetroffen, in welke woning de verdachte enkele maanden heeft verbleven.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij regelmatig in voornoemd kantoorgedeelte van de loods kwam om te werken. Daarbij heeft hij naar eigen zeggen regelmatig siësta’s gehouden op het bankje dat daar stond (hetgeen de reden zou zijn dat zijn DNA op de wapens terecht zou zijn gekomen). De verdachte heeft verder verklaard dat hij in de maand februari vaak in de loods kwam, omdat hij toen bezig was aan een opdracht voor een klant. Het hof houdt het ervoor dat de loods vrij toegankelijk was voor de verdachte, dat hij er zelfstandig heen kon en er ook kon verblijven, nu hij ter zitting in eerste aanleg heeft verklaard dat hij kort voor de aanhouding de Opel Corsa uit de loods heeft gehaald en daarmee naar Amsterdam is gereden en hij, als gezegd, over zijn verblijf in de loods heeft verklaard dat hij daar niet alleen in het kantoorgedeelte heeft gewerkt, maar ook siësta’s heeft gehouden op het aldaar aanwezige bankje.
Uit de metadata bij de genoemde foto’s volgt dat de foto’s in mei 2020 zijn gemaakt. Uit het feit dat de foto’s ruim een maand vóór het aantreffen van de wapens in de loods door de politie zijn gemaakt, en dat ze, zoals in het voorgaande is overwogen, vrijelijk toegankelijk waren, leidt het hof af dat de wapens voor de verdachte toegankelijk en beschikbaar zijn geweest. Daarbij komt dat de verdachte op zitting in eerste aanleg heeft verklaard dat hij de loods voor het laatst heeft bezocht kort vóór zijn aanhouding en daarmee ook het moment waarop wapens en toebehoren in de loods werden aangetroffen.
De voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, duiden erop dat de verdachte wist dat al deze vuurwapens en toebehoren zich in de loods bevonden en dat hij er feitelijk over kon beschikken, zodat hij de ten laste gelegde wapens, geluidsdempers en munitie voorhanden heeft gehad.
Nu het hof voor de bewijsvoering geen gebruik maakt van de DNA-rapporten van het TMFI, behoeft het verweer van de verdediging omtrent de mogelijkheid van secundaire overdracht geen bespreking.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. Primair.
hij op 25 juni 2020 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen een telefoon die aan [slachtoffer 2] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door
- gewapend met vuurwapens naar de hotelkamer van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te gaan en
- die [slachtoffer 1] na het openen van de deur weg te duwen en
- op die [slachtoffer 2] te gaan zitten en met gebalde vuist op het hoofd van die [slachtoffer 2] te slaan en
- te roepen dat die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet moesten schreeuwen en
- met een vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 2] te slaan en
- die [slachtoffer 1] in de buik te trappen.
2.
hij in de periode van 21 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 te Amsterdam en/of Leiden, tezamen en in vereniging met een ander, meerdere vuurwapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten,
- een revolver, merk/type Kimber 6S, kaliber .357 magnum (serienummer verwijderd) en
- een pistool, merk/type Glock 17 gen 4, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en
- een revolver, merk/type Smith & Wesson 773, kaliber .357 magnum (serienummer verwijderd) en
- een pistool, merk/type CZ P-10S, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en
- een revolver, merk/type Smith & Wesson 60, kaliber .38 special (serienummer verwijderd) en
- een pistool(kast), merk/type CZ P-10S, kaliber 9x19 mm en
- een pistool, merk/type Grand Power K100F, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en
- een pistool, merk/type Zoraki M906, kaliber 7,65 mm (serienummer [nummer] ) en
- een revolver, merk/type Smith & Wesson 36-2, kaliber .38 special (serienummer verwijderd)
en
munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten,
- 13 kogelpatronen .357 magnum en
- 77 kogelpatronen 9x19 mm en
- 3 kogelpatronen 7.65 mm en
- 45 kogelpatronen .357 magnum en
- 50 kogelpatronen 9x19mm en
- 27 kogelpatronen .38 special en
- 48 kogelpatronen 7.65 mm en
- 20 kogelpatronen 9x19 mm en
- 5 kogelpatronen .357 magnum,
voorhanden heeft gehad, (telkens) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer/ revolver/ pistool en (bijbehorende) scherpe patronen/ kogels.
5.
hij in de periode van 21 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 te Leiden, tezamen en in vereniging met een ander wapens van categorie II en III en munitie van categorie II en III, te weten, - een machinepistool, merk/type FN UZI model A, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en
- een machinepistool, merk/type Ceska Zbrojovka model Scorpion EVO 3 A1, kaliber 9x19 mm (serienummer verwijderd) en
- tien automatische geweren (merk/type COLT M16 A1) en
- een machinepistool (merk/type Agram 2002) en
- zeven revolvers (merk/type Smith & Wesson model 10/36/60) en
- drie revolvers (merk/type Ruger SP101) en
- zeven patroonmagazijnen (geschikt voor een Colt M16 A1) en
- een machinegeweer (merk/type FN Fal) en
- twee machinepistolen (merk/type H&K MP5k) en
- een volautomatisch machinegeweer (merk/type FN Minimi) en
- een grendelgeweer, zijnde een lange afstand precisiewapen (merk/type Steyr HS50) en
- een grendelgeweer, zijnde een lange afstand precisiewapen (merk/type Mosin Nagant) en
- een grendelgeweer, zijnde een lange afstand precisiewapen (merk/type Waffenfabrik Bern K31) en
- een revolver (merk/type Smith & Wesson 627-5 Performance Center),
en
munitie in de zin van art. 1 onder 4e van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten,
- 39 kogelpatronen 7.62x51 mm en
- 12 kogelpatronen 5.56x45 mm en
- 8 kogelpatronen .357 magnum en
- een aantal patronen (.357 magnum en 5.56x45mm en .45 auto en 7.62mm en 0.50 en 7.5x55mm Swiss), voorhanden heeft gehad, (telkens) zijnde vuurwapens in de vorm van een (machine)geweer/ revolver/ (machine)pistool en (bijbehorende) scherpe patronen/kogels.
6.
hij in de periode van 21 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 te Leiden tezamen en in vereniging met een ander een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van categorie I, onder 3, te weten twee geluiddempers voor een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
Hetgeen onder 1 primair, 2, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
meermalen gepleegd,
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
meermalen gepleegd,
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II,
meermalen gepleegd,
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd.
Het onder 6 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 primair, 2, 5 en 6 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, 2, 5 en 6 tenlastegelegde, rekening houdende met de overschrijding van de redelijke termijn, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar en 6 maanden met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en het voorhanden hebben van een assortiment aan (vuur)wapens, geluidsdempers en munitie. Hij heeft, samen met de medeverdachte en de onbekend gebleven derde man, de aangevers overvallen in hun hotelkamer en hen bedreigd met wapens. De mannelijke aangever lag op bed ten tijde van de overval. De medeverdachte heeft hem besprongen en heeft hem tegen het hoofd geslagen met een wapen, waardoor die aangever een hoofdwond heeft opgelopen. Verder is een telefoon van die aangever meegenomen. Het is evident dat dergelijke gewelddadige diefstallen, op een plek waar persoonlijke veiligheid normaliter gewaarborgd moet zijn, gevoelens van onveiligheid oproepen bij de slachtoffers, maar ook in de samenleving in het algemeen. Het eigendomsrecht en het recht op lichamelijke integriteit van de aangevers zijn met voeten getreden. Het hof neemt de verdachte ernstig kwalijk dat hij heeft deelgenomen aan deze gewelddadige overval en daarmee heeft bijgedragen aan de hiervóór beschreven kwalijke gevolgen van het misdrijf.
Daarnaast heeft de verdachte met de medeverdachte een oorlogsarsenaal aan (vuur)wapens en munitie voorhanden gehad, waaronder zwaardere (automatische) wapens en bijbehorende munitie. Daarbij komt dat hij een gedeelte van de wapens en munitie voorhanden had in een woning in een drukbevolkt en
-bezocht gedeelte van Leiden, waardoor het gevaar voor de veiligheid van personen geenszins verwaarloosbaar was. Het hof rekent de verdachte aan dat hij dergelijke risico’s heeft gecreëerd en dat hij, getuige het onder 1 bewezenverklaarde, niet heeft geschroomd de wapens daadwerkelijk te gebruiken als dreigmiddel.
Voor de bepaling van de straf zal het hof aansluiting zoeken bij straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd zoals neergelegd in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Daarbij gaat het hof uit van een overval op een woning waarbij meer dan licht geweld is gebruikt en neemt in strafverzwarende zin mee dat sprake is geweest van meer daders, dat beide slachtoffers pijn en/of letsel hebben opgelopen en dat de verdachte en de mededaders wapens bij zich droegen en die gebruikten om te dreigen en geweld te plegen. Verder worden in de oriëntatiepunten voor het voorhanden hebben van een revolver en een automatische vuurwapen straffen van respectievelijk 4 en 12 maanden gevangenisstraf genoemd. Gelet op het totaal aan vuurwapens en (bijbehorende) munitie dat de verdachte voorhanden heeft gehad, in combinatie met de aangetroffen geluidsdempers, ligt de oplegging van een zwaardere straf in de rede.
In het onderhavige geval acht het hof gelet op alle feiten en omstandigheden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar in beginsel een passende straf.
Het hof stelt vast dat de redelijke termijn in hoger beroep is overschreden. Sinds het instellen van hoger beroep door de verdachte op 15 april 2021 tot de einduitspraak op 14 september 2023 zijn nagenoeg 2 jaar en 5 maanden verstreken. Om die reden zal het hof de op te leggen gevangenisstraf met 9 maanden verminderen.
Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 jaar en 3 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Beslag

Onder de verdachte zijn twee iPhone’s in beslag genomen. De telefoons behoren de verdachte toe en zullen aan hem worden teruggegeven. Anders dan door de advocaat-generaal is aangevoerd is het hof van oordeel dat met de iPhone, waarop onder meer de afbeeldingen van wapens zijn aangetroffen, niet de bewezen verklaarde feiten zijn begaan. Voor een verbeurdverklaring daarvan is dan ook geen wettelijke grondslag aanwezig.
Verder is een peilbaken in beslag genomen die niet aan de verdachte toebehoort. In afwijking van hetgeen de advocaat-generaal heeft gevorderd zal deze ten behoeve van de rechthebbende worden bewaard nu ten aanzien hiervan niet aan de voorwaarden voor onttrekking wordt voldaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 57 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 en 4 tenlastegelegde.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2, 5 en 6 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren en 3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK GSM, (omschrijving: 5935386, Apple).
1. STK GSM, (omschrijving: 593588, Apple).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. STK Computer, (omschrijving: G5935589, Peilbaken, merk: zonder simkaart).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, mr. B.E. Dijkers en mr. L.F. Roseval, in tegenwoordigheid van mr. M.E. van Rijn, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 september 2023.
Mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]