ECLI:NL:GHAMS:2023:487
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beschikking tot instelling van provisioneel bewind over de rechthebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beschikking van de kantonrechter die op 11 maart 2022 was gegeven. De rechthebbende, geboren in 1939, was onder curatele gesteld en had hoger beroep ingesteld tegen de benoeming van provisionele bewindvoerders, [kind 1] en [kind 3], die door de kantonrechter waren aangesteld. De rechthebbende betoogde dat hij niet was gehoord bij de benoeming van de bewindvoerders en dat er geen acute situatie was die deze maatregel rechtvaardigde. De kinderen, [kind 1] en [kind 2], voerden aan dat de rechthebbende geen belang meer had bij zijn verzoek, omdat het provisionele bewind inmiddels was opgeheven door de ondercuratelestelling. Het hof oordeelde dat de rechthebbende wel degelijk belang had bij de toetsing van de rechtmatigheid van het verleende bewind, gezien de ingrijpende aard van de maatregel. Het hof overwoog dat, hoewel de rechthebbende niet was gehoord, dit niet automatisch leidde tot vernietiging van de beschikking. De omstandigheden die leidden tot de benoeming van de provisionele bewindvoerders waren voldoende om de beslissing van de kantonrechter te rechtvaardigen. Het hof bekrachtigde de beschikking en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.