ECLI:NL:GHAMS:2023:550
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.M. van Baardewijk
- G. W. Brands-Bottema
- R.M. Troost
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van gezamenlijk gezag en zorgregeling in een familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling en het gezamenlijk gezag van de minderjarige [minderjarige]. De moeder, verzoekster in principaal hoger beroep, en de vader, verweerder in principaal hoger beroep, zijn beiden betrokken bij de zorg voor hun kind. De moeder heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 18 mei 2022 aangevochten, waarin werd bepaald dat de ouders gezamenlijk gezag over [minderjarige] uitoefenen. De vader heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om bevestiging van de zorgregeling en het gezamenlijk gezag.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de zorg en opvoeding van [minderjarige]. De moeder heeft betoogd dat de vader niet in staat is om gezagsbeslissingen te nemen en dat er risico's zijn voor [minderjarige] door de problematische communicatie tussen de ouders. De vader heeft dit betwist en benadrukt dat hij een actieve rol in het leven van [minderjarige] wil behouden. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het gezamenlijk gezag te handhaven, wat het hof heeft overgenomen.
De zorgregeling is verder uitgewerkt, waarbij het hof heeft bepaald dat [minderjarige] in de even jaren de eerste helft van de mei-, zomer- en kerstvakantie bij de vader zal verblijven en in de oneven jaren de tweede helft. De overdracht van [minderjarige] zal plaatsvinden bij de moeder thuis, tenzij anders overeengekomen. Tevens is een dwangsom opgelegd aan de moeder voor het geval zij de zorgregeling niet naleeft, gemaximeerd tot € 10.000,-. Het hof heeft de video- en geluidsopnamen van de vader buiten beschouwing gelaten, omdat deze niet relevant zijn voor de beslissing.