ECLI:NL:GHAMS:2023:551
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en omgangsregeling na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van ouders over hun kinderen na hun echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 mei 2022, waarin de vrouw, verweerster in hoger beroep, met het gezag over de kinderen was belast. De man stelde dat de rechtbank zich te veel had gebaseerd op onjuiste informatie van de vrouw en dat hij in staat was om gezamenlijk gezag uit te oefenen. De vrouw voerde aan dat zij door de man was mishandeld en dat er een onaanvaardbaar risico bestond voor de kinderen als het gezamenlijk gezag zou worden voortgezet.
Het hof heeft vastgesteld dat er een ernstig verstoorde communicatie tussen de ouders is, wat een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening in de weg staat. De vrouw heeft verklaard bang te zijn voor intimidatie door de man, terwijl de man betwist dat hij geweld heeft gebruikt. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de beschikking te bekrachtigen, omdat de noodzakelijke basis voor gezamenlijk gezag ontbreekt. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en de vrouw met het eenhoofdig gezag over de kinderen belast.
Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de man de kinderen onder begeleiding kan zien. Het hof heeft partijen geadviseerd om zich te wenden tot professionele instanties voor omgangsbegeleiding en ouderbegeleiding. De beslissing van het hof houdt rekening met de belangen van de kinderen en de noodzaak van een veilige omgeving voor hen. De kosten van de procedure zijn niet aan een van de partijen opgelegd, gezien de omstandigheden van de zaak.