Feit 1 en 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte van 10 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , werkzaam als medewerker bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 002-003].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [naam 4] namens [benadeelde 3] ,
geboren op [geboortedag 1] 1931, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik doe namens mijn moeder aangifte van fraude met haar ING-betaalpas op 4 juni 2021, [adres 3] te Amsterdam. Op 4 juni 2021 werd mijn moeder gebeld op het
telefoonnummer: [telefoonnummer 4] . Zij hoorde een man zeggen dat hij van de politie was en dat er geld van haar betaalrekening was afgehaald. Mijn moeder hoorde hem zeggen dat er Roemenen achter zaten en dat ze zou worden geholpen. Zij werd vervolgens doorverbonden met een ING-medewerker, zei de man van de politie. Om mijn moeder verder te helpen, zou de koerier van de ING langs het huisadres komen om de betaalpas op te halen. Mijn moeder heeft toen haar huisadres opgegeven. Vervolgens stond er een koerier voor de deur. De koerier zei niets, nam de betaalpas aan en liep weg. Het telefoongesprek had drie kwartier geduurd. Ik ben zelf gemachtigd voor de rekening van mijn moeder. Ik had ingelogd om te kijken en zag dat er 500,00 euro was afgeschreven. De rekening van mijn moeder is: [rekeningnummer 1] . Het geld is opgenomen bij Geldmaat [locatie 1] . Er hangt een camera bij de centrale voordeur van het appartementencomplex waar mijn moeder woont. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van 17 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , werkzaam als brigadier bij de politie Eenheid Amsterdam [pagina 006].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 4 juni 2021 is telefonisch contact opgenomen met het hoogbejaarde slachtoffers
(het hof begrijpt: [benadeelde 3]). Hierop zijn de historische gegevens van het slachtoffer gevorderd. Uit de verklaring van de aangeefster blijkt dat het slachtoffer op 4 juni 2021 omstreeks 16:30 uur telefonisch is benaderd en dat er een gesprek van ongeveer 45 minuten heeft plaatsgevonden. Op de printlijst zie ik dat er op 4 juni om 16:31 uur ingebeld wordt naar het slachtoffer vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Ik zie dat er vervolgens 6 gesprekken vanaf dit nummer geregistreerd staan. Ik zie dat het laatste gesprek geregistreerd staat tot 4 juni 17:43 uur. Uit het onderzoek blijkt dat er één lang of meerdere korte gesprekken hebben plaatsgevonden tussen de verdachte(n) en het slachtoffer.
3.
Het geschrift, zijnde een afschrift van de ING-bankrekening met nummer [rekeningnummer 1] ten name van [naam 4] [pagina 004].
Dit geschrift houdt onder meer in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Geldmaat [locatie 1]
Van: Mw. [naam 4]
Naar: Geldmaat [locatie 1]
- 500,00 euro
Omschrijving: 04-06-2021 13:39
(het hof begrijpt, gelet op het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2021118632-7 van 15 juni 2021 en p. 005,: 17:39 uur).
4.
Het geschrift, zijnde een niet gedagtekend proces-verbaal van onderzoek met foto’s van 27 juni 2021, opgemaakt door [verbalisant 3] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 010 – 029].
Dit geschrift houdt onder meer in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op basis van de in het proces-verbaal van aangifte -1 (
het hof begrijpt: de aangifte van [benadeelde 3]) heb ik, verbalisant, de bewakingsbeelden bekeken. Deze bestaan uit camerabeelden van de Centrale Camera Toezicht Ruimte (CCTR) van Amsterdam, van de portiek van de woning van het slachtoffer, van Geldmaat en van de winkel [winkel 1] .
Uit gevorderde opwaardeergegevens van het door de verdachte gebruikte telefoonnummer bleek dat deze is geactiveerd en opgewaardeerd op 4 juni 2021, de dag van de oplichting. Tevens bleek dat deze was aangeschaft in de winkel [winkel 1] op de [adres 4] te Amsterdam.
Op 15:24 uur loopt NN1 (
het hof begrijpt: de verdachte [verdachte]) de [winkel 1] binnen. Hij voldoet aan het volgende signalement:
- Man
- Blank/licht getint
- Zwart haar
- Zwarte volle baard met snor
- Zonnebril met goudkleurig montuur
- Lichtkleurig poloshirt
- Grijze korte broek
- Zwarte sportschoenen met witte zool en blauw accent
NN1 doet een aankoop bij de kassa. Na de aankoop heeft NN1 een of meerdere producten in zijn hand dat de kleuren heeft van [bedrijf] telecom. Om 15:25 uur verlaat NN1 de winkel. Om 15:27 uur rijdt er een donkergrijze Peugeot 107 vanuit de Reinier Claeszenstraat de Admiraal de Ruijterweg op in de richting van de Jan Evertsenstraat. In de Peugeot zitten twee personen. NN1 betreft de bijrijder van de Peugeot. De genoemde Peugeot is om 15:30 uur te zien op de CCTR camera [nummer 16] Jan Evertsenstraat/Witte de Withstraat, komende uit de richting van de Reinier ClaeszenstraatAdmiraal de Ruijterweg. Volgens de historische opwaardeergegevens van het telefoonnummer van de verdachte is om 15:30 uur de simkaart geactiveerd door middel van SMS en om 15:31 het beltegoed opgewaardeerd door middel van een SMS.
Het shirt, de baard en de zonnebril met gouden montuur van NN1 zijn duidelijk zichtbaar bij de bijrijder.
Het gesprek met het slachtoffer, gevoerd met het telefoonnummer van de verdachte, begint om 16:31 uur.
De Peugeot rijdt om 17:19 uur [adres 5] in, welke direct grenst aan de woning van het slachtoffer (
het hof begrijpt: [benadeelde 3]).
Om 17:24 uur belt de verdachte aan bij de woning van het slachtoffer. De verdachte draagt nu een zwarte jas van het merk The North Face , een zwarte pet en zwart mondkapje, lange grijze trainingsbroek en zwarte sportschoenen.
Op 4 juni 2021 om 17:38 uur wordt er met de bankpas van het slachtoffer gepind bij de Geldmaat op de [locatie 1] in Amsterdam. De verdachte voldoet aan het volgende signalement:
- Man
- Blank/licht getint
- Zwarte North Face jas
- Zwarte pet met opdruk “Police”
- Zwart mondkapje
- Zonnebril met goudkleurig montuur
- Korte lichtkleurige broek
- Zwarte sportschoenen
5.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 7 januari 2021 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Amsterdam.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de verdachte, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het klopt wel dat ik in een winkel een belkaart heb gekocht. Die kaart heb ik aan niemand afgestaan. Ik weet dat in het dossier beelden zitten van een persoon die een belkaart koopt in een winkel. Ik ontken ook niet dat ik die persoon ben. U toont mij de stills op pagina 13 van het dossier. Dat ben ik.
6.
Het proces-verbaal van aangifte van 8 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , werkzaam als brigadier bij de politic Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 42-44].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 4] , geboren op [geboortedag 2] 1945, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik werd op 7 juni 2021 omstreeks 17.00 uur op mijn huistelefoon [telefoonnummer 6] gebeld. Een man zei dat hij van de politie [locatie 2] was. Hij vertelde mij het volgende: We hebben iemand aangehouden. Een Roemeen zou een poging hebben gedaan om 500 euro over te maken van uw bankrekening. Op zijn laptop stond uw telefoonnummer. We zijn hem nu aan het verhoren. Ik zal u doorverbinden met de ABN AMRO bank om uw bankpasje te blokkeren." Ik werd doorverbonden met een mevrouw die keurig ABN sprak. Ik gaf haar telefonisch mijn gegevens (pincode) door en zij vertelde mij dat het gelukt was om de bankpas te blokkeren en dat zij zou mij weer terugschakelen met de politie. Ik kreeg dezelfde keurig Nederlands sprekende man aan de telefoon. Hij vertelde mij dat ze mijn bankpas nodig hadden voor digitale sporen. Er zou een vaste koerier langskomen die toevallig in de buurt op de [locatie 3] was. Ik kon dan mijn bankpasje met mijn gegevens in een envelop aan hem meegeven. Het was meerdere mensen overkomen, volgens de man, maar de koerier was in de buurt. Ongeveer een kwartier daarna, ik denk zo rond 18.00 à 18.15 uur werd er beneden in de centrale hal aangebeld. Ik kon het niet
goed zien, maar heb opengedaan. Er kwam een man. Hij kwam bij mijn voordeur op de vijfde etage van de flat en klopte op mijn deur. Ik deed mijn voordeur open en overhandigde de man mijn envelop met daarin mijn bankpas. Ik denk dat er 2000,00 euro is opgenomen.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van 17 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [pagina 047].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Uit gevorderde gegevens blijkt dat er op 7 juni 2021 vanaf de bankrekening van mevrouw [benadeelde 4] , [rekeningnummer 2] , de volgende transacties zijn gepleegd:
17:16 Geldmaat [locatie 3] Amsterdam – 500,00 EUR
17:28 Geldmaat [locatie 3] Amsterdam – 500,00 EUR
17:34 Geldmaat [locatie 3] Amsterdam – 800,00 EUR
17:35 Geldmaat [locatie 3] Amsterdam – 200,00 EUR
8.
Het proces-verbaal van onderzoek met foto’s met nummer PL1300-2021116677 van 18 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 051 – 061]:
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Naar aanleiding van een oplichting door babbeltruc op de [rekeningnummer 2] te Amsterdam, op maandag 7 juni 2021, waarvan aangifte is gedaan in proces-verbaal PL1300-2021116677, heb ik, verbalisant, onderzoek gedaan naar de bij deze aangifte geleverde beveiligingsbeelden.
Dit betreffen vier camera’s van de desbetreffende flat [rekeningnummer 2] te Amsterdam, 3 CCTR-camera’s van de gemeente Amsterdam en 2 camera’s van de pinautomaat waar is gepind met de weggenomen bankpas van het slachtoffer (
het hof begrijpt: [benadeelde 4]).
Op de beelden van 7 juni 2021 van de flat aan de [rekeningnummer 2] te Amsterdam, waar het slachtoffer woonachtig is, is te zien dat op de pet van de verdachte met witte letters de woorden “Police” staan, zowel aan de voorzijde als op de klep van de pet. De verdachte draagt een zwarte jas met capuchon van het merk “ North Face ”.
Om 17:16 uur is de eerste van de vier pintransacties met de weggenomen bankpas van het slachtoffer. De pinautomaat betreft een Geldmaat op de [locatie 1] .
Vervolgens is de verdachte weer te zien bij de Geldmaat op de [locatie 3] , waar om 17:28 uur de tweede transactie plaatsvind. Tot slot komt de verdachte om 17:35 uur weer terug bij dezelfde pinautomaat, waar hij aansluitend de derde en vierde transactie pleegt met de weggenomen bankpas van het slachtoffer.
9.
Het proces-verbaal van bevindingen van 25 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , werkzaam als aspirant bij de politie Eenheid Amsterdam [pagina 062].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Uit de verkeersgegevens blijkt dat er op 7 juni 2021 gebruik is gemaakt van het telefoonnummer [adres 1] . Dit telefoonnummer betreft het telefoonnummer van de verdachte. Eén van de telefoonnummers waar dit telefoonnummer naar heeft gebeld betreft het nummer van slachtoffer [benadeelde 4] . Dit gesprek ving aan om 16:36 uur en duurde 62 minuten.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , werkzaam als brigadier bij de politie Eenheid Amsterdam [pagina 066].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Uit het onderzoek is gebleken dat de aangeefster (
het hof begrijpt: [benadeelde 4]) op 7 juni 2021 telefonisch is benaderd vanaf het mobiele telefoonnummer [adres 1] . Van dit mobiele telefoonnummer zijn de opwaardeergegevens gevorderd. Uit onderzoek bleek dat er op 7 juni 2021 om 12:40 uur een bedrag van 10 euro is opgewaardeerd. Uit de gevorderde gegevens bleek tevens dat de voucher met de gebruikte opwaardeercode op 28 mei 2021 is uitgeleverd aan [winkel 1] , gevestigd op de [adres 4] te Amsterdam.
11.
Het proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , werkzaam als brigadier bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 064-065].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Uit het onderzoek is gebleken dat de aangeefster (
het hof begrijpt: [benadeelde 4]) op 7 juni 2021 telefonisch is benaderd vanaf het mobiele telefoonnummer [adres 1] . Van dit mobiele telefoonnummer zijn de historische verkeersgegevens gevorderd over de periode van 7 juni 2021 06:00 uur tot en met 17 juni 2021 14:41 uur. In de door de provider verstrekte gegevens zag ik dat de telefoon in de gevorderde periode voor het eerst gebruikt werd op 7 juni 2021 te 12:39 uur. Op dat moment wordt er door de telefoon een telefoonmast aangestraald op de [adres 1] te Amsterdam.
[benadeelde 6] , [benadeelde 7] en [benadeelde 8]
12.
Het proces-verbaal van aangifte van 7 juli 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , werkzaam als ambtenaar bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 070-072].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 6] , geboren op [geboortedag 3] 1940, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik wil aangifte doen van fraude/oplichting. Ik heb niemand toestemming gegeven tot het plegen van dit feit. Op 28 juni 2021 bevond ik mij in mijn woning. Ik woon op de [adres 6] te Amsterdam. Ik hoorde dat de telefoon over ging. Dit betreft een huisnummer en geen mobiele telefoon. Ik nam de telefoon op en hoorde een man zeggen dat hij [naam 5] was en dat hij bij de politie werkt. Ook hoorde ik hem zeggen dat hij een naar bericht had en dat zich een crash had voorgedaan en ik op een lijst kwam te staan. Hij heeft mij niet verteld om wat voor lijst het ging. [naam 5] zei vervolgens dat ik contact moest opnemen met de ING-klantenservice met de vraag of er verdachte transacties hebben plaatsgevonden. [naam 5] vroeg vervolgens of ik aan de lijn wilde blijven. Na ongeveer een half uur gewacht te hebben, vertelde [naam 5] mij dat hij contact had gehad met de ING en er getracht was om 500 euro van mijn bank bij de ING af te schrijven zonder mijn toestemming en dat de ING dit heeft kunnen verijdelen. [naam 5] vertelde mij vervolgens dat ik een nieuwe pincode zou krijgen, namelijk [nummer 1] en zei vervolgens dat ik ook eventueel mijn oude pincode mocht behouden. [naam 5] vertelde mij vervolgens mijn toen huidige pincode en vroeg of deze overeenkwam. Dit bleek het geval te zijn. Ik weet niet hoe hij dit weet. Ik ben de enige die mijn pincode weet. [naam 5] vroeg mij vervolgens of ik een [naam 6] kende. Ik kende hem niet en vertelde dit ook aan [naam 5] . Hij vertelde mij vervolgens dat [naam 6] en zijn vriendin waren aangehouden door de politie en dat zij verdachten waren in de bovengenoemde voorval. Ik vroeg vervolgens aan [naam 5] welke bureau hij werkte. [naam 5] vertelde mij dat hij op de [locatie 4] werkte en stamnummer [nummer 2] had. [naam 5] vroeg vervolgens of ik mobiel was. [naam 5] vertelde vervolgens dat er een koerier zou langskomen om mijn betaalpas op te halen. [naam 5] vroeg of ik de betaalpas met bankrekeningnummer: [rekeningnummer 3] in een envelop wilde doen met daarin een briefje waarin mijn naam en adres vermeld stond. Ik vroeg vervolgens aan [naam 5] of de koerier zich kon legitimeren. Hier gaf [naam 5] geen direct antwoord op. [naam 5] en ik hebben vervolgens ons telefoongesprek afgerond. Na ongeveer 15 minuten hoorde ik de bel van de intercom gaan. Ik opende vervolgens de centrale toegangsdeur met de intercom. Ik opende vervolgens de voordeur van mijn woning. Ik zag een jonge man staan met een pet op waar politie op geschreven stond. Ik zal hem verder NNI noemen in mijn aangifte. NN1 stond in de gang. Ik overhandigde hem de envelop. Vervolgens vertrok NN1. Op 29 juni 2021 sprak ik mijn nichtje die mij vertelde dat ik mogelijk opgelicht was en mij adviseerde om contact op te nemen met de ING. Ik belde vervolgens naar de ING en vertelde hen wat er was voorgevallen. De medewerker vertelde mij vervolgens dat er in totaal 16 transacties zijn gedaan op verschillende locaties met mijn betaalpas en dat er 3.931,26 euro is weggenomen. Ik heb kopieën van mijn bankafschrift bij me waar al de 16 transacties staan vermeld met de locatie waar er gepind is, waaronder de [supermarkt 1] en andere pinautomaten.
13.
Het geschrift, zijnde een bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, te weten een bankafschrift betreffende een ING-rekening met nummer [rekeningnummer 3] ten name van [benadeelde 6] [doorgenummerde pagina’s 073-075].
Dit geschrift houdt onder meer in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
30-06-2021 Geldmaat [adres 7] - 500,00 EUR
30-06-2021 [winkel 2] NLD - 328,00 EUR
30-06-2021 [winkel 3] NLD - 246,00 EUR
30-06-2021 [winkel 4] NLD -96,40 EUR
30-06-2021 [winkel 5] NLD - 246,00 EUR
30-06-2021 Parkeren Adam [nummer 3] Amsterdam - 0,38 EUR
30-06-2021 Parkeren Adam [nummer 4] Amsterdam - 0,38 EUR
30-06-2021 [winkel 6] - 328,00 EUR
30-06-2021 [winkel 6] - 82,00 EUR
30-06-2021 [winkel 4] NLD - 147,60 EUR
30-06-2021 [adres 12] Amsterdam NLD - 500,00 EUR
30-06-2021 [supermarkt 1] [nummer 5] Amsterdam NLD - 492,00 EUR
30-06-2021 [supermarkt 1] [nummer 6] Amsterdam NLD - 154,00 EUR
30-06-2021 [supermarkt 1] [nummer 6] Amsterdam NLD -149,50 EUR
30-06-2021 Primera [adres 12] Amsterdam -328,00 EUR
30-06-2021 [winkel 8] Amsterdam NLD -323,00 EUR
14.
Het proces-verbaal van camerabeelden van 8 juli 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 300-305].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op de beelden van de Albert Heijn [adres 12] van 28 juni 2021 zie ik de verdachte in beeld komen. Ik kan de verdachte als volgt omschrijven: zwarte pet met witte letters “Police”, zwarte jas van het merk The North Face en met capuchon, spijkerbroek, zwart mondkapje van het merk Fila .
Op de beelden van de ING/Geldmaat van 29 juni 2021 zie ik de verdachte die ik als volgt kan omschrijven: zwarte jas met capuchon, zwarte schoenen en een spijkerbroek. Ik zie op de jas van de verdachte aan de linker achterzijde een wit logootje zitten.
15.
Het proces-verbaal van camerabeelden van 12 juli 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 076-089].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op de beelden van de [supermarkt 1] op de [adres 8] te Amsterdam van 29 juni 2021 zie ik dat de verdachte bij de servicebalie staat. Ik zie dat de verdachte een zwarte jas aan heeft van het merk The North Face , een zwarte pet met op de voorzijde en op de linkerzijde van de pet geschreven “Police”, zwart mondkapje van vermoedelijk het merk Fila . Ik zie dat de verdachte een spijkerbroek en zwarte schoenen met veters draagt.
16.
Het proces-verbaal van aangifte van 30 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 8] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 343-345].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 7] , geboren op [geboortedag 4] 1956, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van oplichting door iemand die zich voordeed als politieagent. Op 26 juni 2021, rond 16:00 uur, bevond ik mij in mijn woning aan de [adres 9] te Amsterdam. Ik hoorde dat mijn huistelefoon afging. Ik nam op en hoorde een man, die ik vanaf nu NN1 noem, zich voorstellen als politieagent. Ik hoorde NN1 zeggen dat mijn bankrekening ‘gescamd’ (
het hof begrijpt: geskimd) was. Ik moest mijn pinpas opzoeken om te controleren of ik deze nog in mijn bezit had. Dit deed ik. Ik hoorde dat de politie mijn pinpas nodig had voor onderzoek en dat er een collega vandaag zou langskomen om mijn pinpas op te halen. Op 26 juni 2021, rond 16:15 uur, hoorde ik dat de bel bij de voordeur van mijn woning ging. Ik opende de deur. Ik ben zelf invalide, want ik heb MS. Mijn woning is aangepast aan mijn handicap. De man die aanbelde kwam op mijn verzoek naar boven gelopen. Ik zag een man staan die ik als volgt kan omschrijven: man, ongeveer 20 jaar oud, blanke huidskleur, slank/normaal postuur, donker gekleurd haar van normale lengte. Ik hoorde dat de man om mijn bankpas vroeg. Ik overhandigde mijn bankpas aan de man. De man vroeg om mijn pincode. Ik gaf hem hierop mijn pincode. Hierop is de man weggegaan. Op 26 juni 2021, rond 17:00 uur, belde ik naar mijn bank om mijn pinpas te laten blokkeren. Ik vroeg of er geld van mijn rekening was afgehaald. Ik hoorde van de bank dat er 500 euro van mijn rekening was gehaald. Mijn rekeningnummer waarvan de 500 euro is weggenomen betreft: [rekeningnummer 4] . Het een en ander moet gebeurd zijn tussen het moment dat de man aan mijn deur kwam om 16:15 uur en het moment dat ik de bank belde om 17:00 uur.
17.
Het proces-verbaal van aangifte van 2 augustus 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 9] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 354-356].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 8] , geboren op [geboortedag 5] 1950, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik wil aangifte doen van oplichting, gepleegd door het gebruik maken van een babbeltruc. Mijn begeleider/maatschappelijk werker regelt mijn bankzaken en maakte mij erop attent dat er twee bedragen van respectievelijk 200 euro en 25 euro van mijn rekening waren afgeschreven. Ik heb een bankrekening en een bijbehorende bankpas van de ING bank, rekeningnummer [rekeningnummer 5] . Deze transacties heb ik niet zelf gedaan en ook mijn begeleider [naam 7] heeft dat niet gedaan. Enige tijd geleden werd ik via mijn telefoonnummer [telefoonnummer 7] gebeld door een man die zich met een donkerbruine stem bekend maakte als een medewerker van het politiebureau [locatie 4] te Amsterdam. Deze man vertelde mij dat men getracht had om 500 euro van mijn ING-rekening af te schrijven in Hongarije. Dit was niet gelukt. De politie had nu een echtpaar in hechtenis en noemde mij een moeilijke naam met de vraag of deze mij bekend voorkwam. Ik man vertelde mij dat hij me zou doorverbinden met een medewerkster van de ING bank. Vervolgens kreeg ik een vrouw aan de lijn die mij vertelde dat er een bedrag van mijn rekening was afgeschreven. De vrouw deelde mij mee dat uit voorzorg een koerier die in de buurt was, mijn bankpas zou ophalen. Vervolgens werd ik weer doorverbonden naar de politiemedewerker. Vervolgens kwam er een man met een Europees uiterlijk, blank, aan de voordeur. Hij was eind 20 en droeg een wit T-shirt met een blauwe spijkerbroek. Het was een dunne man. Ik heb niemand recht of toestemming gegeven om opzettelijk zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Ik ben opzettelijk misleid om de bankpas af te geven. Door het aannemen van een valse hoedanigheid, had ik de indruk dat ik echt met de politie en een bankmedewerker van doen had. Hierdoor ben ik bewogen om mijn bankpas af te geven.
18.
Het geschrift, zijnde een bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, te weten een bankafschrift betreffende een ING-rekening met nummer [rekeningnummer 5] ten name van [benadeelde 8] [pagina 358].
Dit geschrift houdt onder meer in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
12 juli 2021 Geldmaat Amsterdam NLD - 200,00 EUR
Pasvolgnr: [nummer 7] 19:01
12 juli 2021 Hugo De Groot Amsterdam NLD - 25,00 EUR
Pasvolgnr: [nummer 7] 20:05
19.
Het geschrift, zijnde een proces-verbaal van bevindingen van 24 september 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam en namens deze getekend [doorgenummerde pagina’s 359-361].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op 13 juli 2021 werd de woning van verdachte [verdachte] , [adres 10] te Amsterdam, doorzocht. Tijdens deze doorzoeking zijn in de prullenbak in de keuken twee telefoons aangetroffen. Deze telefoons zijn in beslag genomen als goederen:
- Nokia telefoon 4, goed 4.2, goednummer PL1300-2021118632-6078827 ;
- Nokia telefoon 5, goed 4.3, goednummer PL1300-2021118632-6078832 .
Uit onderzoek is gebleken dat Nokia telefoon 5 is gebruikt om te bellen met de slachtoffers in oplichtingzaken PL1300-2021139193 (
het hof begrijpt: [benadeelde 6]) en PL1300-2021131322 (
het hof begrijpt: [benadeelde 7]).
Nokia telefoon 4, een Nokia 105, heeft twee IMEI-nummers, IMEI 1: [nummer 10] en IMEI 2: [nummer 11] .
Tevens werd de verpakking van Nokia telefoon 4 in dezelfde prullenbak aangetroffen met daarop de sticker van IMEI-nummers [nummer 12] en [nummer 11] .
Uit de gevorderde historische telecomgegevens van deze IMEI-nummers van Nokia 4 in de gevorderde periode van 1 april 2021 tot en met 13 april 2021 (
het hof begrijpt: 13 juli 2021) is het volgende gebleken.
- Het IMEI-nummer [nummer 11] is actief geweest op 9 juli 2021 en 10 juli 2021.
- Het gebruikte telefoonnummer betreft + [telefoonnummer 8] met IMEI-nummer [nummer 13] .
- Het telefoonnummer is geactiveerd en opgewaardeerd op 9 juli 2021 omstreeks 14:25 uur.
- Op 10 juli 2021 zijn met dit telefoonnummer meerdere telefoonnummers gebeld, alle vaste telefoonnummers met netnummer 020.
- Het laatst gebelde telefoonnummer betreft + [telefoonnummer 7] . Naar dit telefoonnummer is gebeld op 10 juli 2021 om 17:43 uur en 18:45 uur. Deze gesprekken duurden respectievelijk 18 en 26 minuten.
- Telefoonnummer + [telefoonnummer 7] is het telefoonnummer van [benadeelde 8] .
- Ten tijde van het telefoongesprek met slachtoffer [benadeelde 8] , met deze Nokia-telefoon 4 uit de prullenbak van de woning van verdachte [verdachte] , is de pinpas van [benadeelde 8] opgehaald bij de woning van het slachtoffer en is er gepind met de weggenomen pinpas van Uiterdijk.
Tijdens de doorzoeking verklaarde de aldaar aanwezige [naam 1] , de vriendin van de verdachte [verdachte] , dat alle telefoons in de woning, behalve die in de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte] , eigendom waren van [verdachte] .
20.
Het geschrift, zijnde een proces-verbaal van aangifte van 7 mei 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 11] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam en namens hem ondertekend door [verbalisant 10] [doorgenummerde pagina’s 366-368].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 2] , geboren op [geboortedag 6] 1932, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 6 mei 2021 omstreeks 15:30 uur werd ik thuis gebeld. Ik hoorde aan de lijn een man. Hij noemde zijn volledige naam en zei dat hij van de politie was. Ik hoorde dat de man tegen mij zei: “Ik heb vervelend bericht voor u. U ben geskimd. Er is een poging gedaan om geld van uw rekening te halen. De dader zit bij ons, dat is een Roemeen. Hij heeft geprobeerd 500 euro van uw rekening te halen. Ik verbind u door naar de centrale bank.” Ik kreeg vervolgens een vrouw aan de telefoon. Zij gaf aan van de centrale bank te zijn. Er zou een opdracht zijn binnengekomen om 500 euro naar Roemenië over te maken. Zij wilden de rekening blokkeren. De vrouw vertelde dat ik haar mijn pincodes moest geven en dan kon zij nieuwe passen aanmaken. Ik heb in alle tijd dat ik mijn rekeningen van de ABN AMRO en van de ING heb, mijn pincode nog nooit aan iemand gegeven. Ik heb denk ik wel 10 minuten heen en weer gesproken dat ik dat niet wilde. Uiteindelijk heeft de mevrouw mij toch overgehaald mijn pincodes te geven. Er zou iemand langskomen om mijn oude passen op te halen. Ik kon de passen in een envelop doen met mijn naam erop. Niet lang daarna kwam een jongen bij mij langs. Ik kan de jongen als volgt omschrijven: ongeveer 185cm groot, zwart golvend haar, zwart mondkapje, donker gekleed. Hij pakte de enveloppe uit mijn hand en was ook weer heel snel weg. Ik ben de hele tijd ook aan de telefoon geweest met die man die vertelde dat hij van de politie was. Op 6 mei 2021 na 17:00 uur werd ik gebeld door [naam 8] , frauderechercheur bij de ING bank. Hij vertelde mij dat er meerdere grote geldbedragen van mijn rekening waren afgeschreven. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit feit.
21.
Het proces-verbaal van bevindingen van 8 mei 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 12] , werkzaam als brigadier bij de politie Eenheid Amsterdam [pagina 369].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 6 mei 2021 omstreeks 21:00 uur was ik met verbalisant [verbalisant 11] in de woning bij [benadeelde 2] in de [adres 11] te Amsterdam. Ik heb omstreeks 21:30 uur de ING fraudeafdeling gebeld. De dame van de ING verklaarde dat er vandaag inderdaad contact was geweest met een medewerker van de ING. Er was geconstateerd dat er frauduleuze handelingen waren verricht door middel van spoofing. De medeweker van de ING verklaarde dat er inmiddels meerdere opnames waren geweest:
- 06-05-2021 om 16:04 uur contante opname in de [adres 12] bedrag 1000 euro;
- 06-05-2021 om 16:30 uur videotheek [videotheek] (?) (
het hof begrijpt: [videotheek]) bedrag 820 euro;
- 06-05-2021 om 16:40 uur [winkel 9] bedrag 656 euro;
- 06-05-2021 om 17:01 uur [winkel 10] bedrag 809,60 euro.
22.
Het proces-verbaal met fotobijlage van 13 mei 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 10] , werkzaam als brigadier bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 374-376].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Naar aanleiding van een oplichting, waarvan aangifte is gedaan onder nummer 2021093388 (
het hof begrijpt: [benadeelde 2]), heb ik de bij dit incident behorende bewakingsbeelden bekeken.
Het betreft twee bestanden, met opnames van een mobiele diensttelefoon waarop camerabeelden van [videotheek] zijn opgenomen. Ik zag dat dit opnames waren van 6 mei 2021 15:30:43 uur waren (16:30:42 oorspronkelijk, zie bevindingen collega [verbalisant 13] ). Ik zag dat er aan de klantzijde van de balie een man stond te pinnen. Ik zag dat de verdachte gekleed was in een zwart kleurige jas met capuchon en een merkteken op de linkerborst, een licht kleurige broek (spijkerbroekkleurig licht blauw), zwart kleurige sneakers, zwart kleurig mondmasker en een zwart kleurige pet. Ik herkende het merkteken op de jas als het merkteken van The North Face .
23.
Het proces-verbaal van onderzoek van 12 augustus 2021, in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 380-383].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Het door de verdachte gebruikte [bedrijf] telefoonnummer betreft: [telefoonnummer 2] . De gebruikte simkaart is gekocht op/rond 30 maart 2021 bij telefoonwinkel [winkel 1] , gevestigd op de [adres 4] te Amsterdam. Op 27 april 2021 om 16:40 uur is de gebruikte simkaart geactiveerd. Vervolgens is deze om 16:41 uur opgewaardeerd met 10 euro. De telefoon en het gebruikte telefoonnummer zijn het eerst actief op 27 april 2021 om 16:40 uur, het moment van activatie, bij de zendmast [adres 1] . Deze bevindt zich hemelsbreed 250 meter van de woning [adres 10] . Deze bevindt zich binnen het dekkingsgebied van de zendmast.
Van verdachte [verdachte] zijn de historische telecomgegevens gevorderd van zijn toenmalige privételefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Uit deze data blijkt de telefoon op 27 april 2021 rondom het tijdstip van activatie van het bij de oplichting gebruikte telefoonnummer, 16:40 uur, gebruikt te zijn voor dataverkeer. Daarbij maakte de telefoon verbinding met zendmast [adres 2] . Deze bevindt zich hemelsbreed op 500 meter afstand van de woning van [verdachte] ; [adres 10] .
De bij de oplichting gebruikte telefoon maakte op dat moment verbinding met de zendmast [adres 1] , in hetzelfde dekkingsgebied.
Vervolgens is de data vergeleken met de data van de bij de oplichting gebruikte telefoon op 6 mei 2021. Deze telefoon van de verdachte maakte tussen 12:41 uur en 16:22 uur verbinding met zendmast [adres 18] .
Binnen het dekkingsgebied van deze zendmast waar beide telefoons tijdens de oplichting mee in verbinding staan, op de [adres 18] , bevinden zich:
- De woning van slachtoffer [benadeelde 2] op de [adres 11] ;
- De woning van de vriendin van [verdachte] , genaamd [naam 1] , op de [adres 13] ;
- Pinautomaat [adres 12] .
Vervolgens is er met de bankpas van het slachtoffer om 17:01 uur gepind op de [adres 14] te Amsterdam. De telefoon van [verdachte] maakte om 17:02 uur verbinding met de zendmast [adres 19] Deze bevindt zich hemelsbreed op 800 meter van de [adres 14] . Deze valt in het dekkingsgebied van deze zendmast.
24.
Het proces-verbaal van aangifte van 21 april 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 14] , werkzaam als brigadier bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 385-387].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 7] 1948, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik wens aangifte te doen ter zake oplichting. Op 16 april 2021, bevond ik mij in mijn woning, [adres 15] . Aldaar werd ik door een voor mij onbekende persoon op mijn huistelefoon gebeld. Ik hoorde dat het een vrouw betrof. De vrouw vertelde mij dat zij werkzaam was bij de ABN AMRO bank. Ik hoorde de vrouw het volgende zeggen: “Ik heb een slecht bericht voor u. Uw bankpas is gekopieerd. Heeft u een vreemde betaling gezien op uw rekening? Weet u waar uw pas mogelijk gekopieerd is? Ik ga nu uw pas blokkeren en u een nieuwe pas toe sturen.” Kort nadat het gesprek beëindigd was, ben ik weer op mijn thuistelefoon gebeld. Ik hoorde dat het een man betrof. De man vertelde mij dat hij van de politie was. Hij was op de hoogte van het feit dat mijn bankpas was gekopieerd. Er waren volgens de man opmerkelijke transacties geweest op mijn rekening. Er was getracht 500 euro naar een rekening in Roemenië over te maken. Echter had de bank dat kunnen voorkomen. Hij vertelde ook dat ik twee à drie uur met niemand moest bellen. Ik mocht niet bellen van de man, omdat ik bereikbaar moest blijven voor hen. Samenvattend, ik ben door de man en de vrouw meermalen gebeld. Ik denk dat ik door de vrouw in totaal twee of drie keer gebeld was. De man heeft denk ik zeker vijf keer gebeld. Tijdens een van de gesprekken met de vrouw vroeg zij mij of ik mijn oude pincode wilde behouden of een nieuwe wilde aanmaken. Ook zei zij dat het beter was om mijn oude pincode te gebruiken, dit vanwege mijn leeftijd. De vrouw heeft met slinkse en vage vragen mij doen bewegen om mijn pincode te vertellen. Het laatste gesprek dat ik voerde was met de man. De man vertelde dat ik mijn bankpas in een witte enveloppe moest doen en deze goed moest dichtplakken. De man zou een koerier langs mijn woning sturen om de bankpas op te halen. De man gaf als reden dat er vingerafdrukken van de pas genomen moesten worden. Na ongeveer 10 minuten ging de deurbel. De persoon die aanbelde, gaf aan dat hij de bankpas kwam ophalen. Ik heb de enveloppe overhandigd. De man heeft niets gezegd, hij nam de enveloppe aan en liep direct weg. Ik ben ongeveer drie uur in de wacht gezet. Het gehele gesprek heeft ongeveer twee uur geduurd. Het vond plaats tussen 15:00 uur en 17:00 uur. Later heeft mijn zus via internetbankieren op mijn rekening gekeken. Zij zag dat meer bedragen zonder mijn toestemming van mijn rekening waren gepind.
25.
Het proces-verbaal van bevindingen van 22 april 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 15] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 388-389].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Ik was op 22 april 2021 belast met het onderzoek naar de aangifte van aangeefster [benadeelde 1] . In dit verband heb ik telefonisch contact gehad met de dochter van de aangeefster, [aangeefster] . In het telefoongesprek vertelde [aangeefster] mij het volgende. Haar moeder, [benadeelde 1] , is gebeld op het telefoonnummer [nummer 14] . Bij de aangifte is een overzicht met transacties toegevoegd. De volgende transacties zijn uitgevoerd:
- [adres 12] -1000,00 euro
- Parkeren A’dam [nummer 15] -0,21 euro
- [winkel 11] -656,00 euro
- [videotheek] -744,00 euro
- [winkel 10] -809,60 euro
In totaal gaat het om een bedrag van 3209.81 euro. Ik heb nogmaals het betrokken rekeningnummer geverifieerd. Het geld is afgeschreven van het rekeningnummer: [rekeningnummer 6] . Dit rekeningnummer is op naam gesteld van de aangeefster bij de ABN AMRO bank onder de naam [benadeelde 1] .
26.
Het proces-verbaal van bevindingen beelden pintransactie gestolen bankpas van slachtoffer [benadeelde 1] van 6 juli 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 398-405].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op woensdag 9 juni 2021 heb ik de pinbeelden bekeken en beschreven van de voorzijde van de winkel, [winkel 10] . De tijd die op deze beelden staan is van de wintertijd. De tijd loop 1 uur voor dan dat het daadwerkelijk is. 16:00 is daadwerkelijk 17:00 uur.
16:23:24 uur: de verdachte komt binnen lopen in de winkel.
16:23:49 uur: Op de zwarte pet van de verdachte staat in witte letters geschreven: “Police”. Op de linkerborst van de zwarte jas staat een wit icoontje.
Op maandag 5 juli 2021 heb ik, verbalisant [verbalisant 7] , de beelden bekeken en beschreven van de avondwinkel [winkel 12] .
17-05-2021 18:03:50: aan de voorzijde van de balie zie ik de verdachte staan. Ik zie dat de verdachte het volgende signalement heeft: blanke tot licht getinte huidskleur, zwartkleurige pet, op de cap aan de linkerzijde staan witte letters, zwartkleurige jas met capuchon, zwartkleurige broek, op de linkerzijde van de jas staat een wit icoontje en een zwartkleurig mondkapje.
17-05-2021 18:05:20: ik zie dat de verdachte in zijn rechterhand een pinpas heeft en deze in het pinapparaat plaatst. Ik zie dat de verdachte na het pinnen de pinpas in zijn linkerbinnenzak stopt.
Op dinsdag 6 juli 2021 heb ik, verbalisant [verbalisant 7] , de beelden bekeken en beschreven van de avondwinkel [videotheek] .
04-16-2021 fri 16:13:02: Ik zie dat de verdachte binnenloopt. Ik kan hem als volgt omschrijven: zwarte pet met aan de voorzijde met witte letters “Police”, zwarte jas van het merk The North Face , zwart mondkapje, spijkerbroek, zwarte schoenen, lichte huidskleur en opgeschoren blond haar.
04-16-2021 fri 16:13:57: Ik heb een vermoeden dat de schoenen van het merk Nike Air Max 270 zijn.
04-16-2021 fri 16:15:18: ik zie dat de verdachte uit zijn rechter jaszak een pinpas haalt. Ik zie dat de pinpas een blauw/groene kleur heeft, ik vermoed dat dit een ABNAMRO pas is.
27.
Het proces-verbaal van onderzoek van 12 augustus 2021, in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 407-410].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Van verdachte [verdachte] zijn de historische telecomgegevens gevorderd van zijn toenmalige privételefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Uit deze data blijkt de telefoon op 16-04-2021 ten tijde van het telefoongesprek met het slachtoffer (
het hof begrijpt: [benadeelde 1]), tussen 14:45 en omstreeks 17:00 uur, gebruik maakte van internet. Daarbij maakte de telefoon verbinding met zendmast [adres 18] . Dit bevindt zich in het dekkingsgebied van:
- De woning van slachtoffer [benadeelde 1] op de [adres 15] ;
- De woning van de vriendin van [verdachte] genaamd [naam 1] op de [adres 13] ;
- Pinautomaat [adres 12] .
Om 17:15 wordt er met de pinpas van het slachtoffer gepind op de [adres 16] . Om 17:17 uur maakt de telefoon van [verdachte] verbinding met de zendmast [adres 20] . De locatie waar gepind is en de zendmast bevinden zich op hemelsbreed 200 meter van elkaar.
Om 17:44 uur, 17:48 uur en 17:49 uur worden respectievelijk de zendmasten [adres 21] , [adres 22] en [adres 23] aangestraald in Amsterdam Nieuw West.
Tot slot straalt de telefoon om 18:00 uur de zendmast [adres 24] en om 18:02 uur weer de zendmast [adres 18] aan.
Tussen 17:49 uur en 18:00 uur wordt met de telefoon van [verdachte] meerdere malen gebeld met het telefoonnummer van [naam 1] op [telefoonnummer 9] , tennaamgesteld op haar moeder [naam 9] .
28.
Het proces-verbaal van aangifte van 27 juni 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 16] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 412-415].
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [benadeelde 5] , geboren op [geboortedag 8] 1945, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 22 juni 2021 omstreeks 16:30 uur was ik thuis, ik woon aan de [adres 17] . Ik werd zo rond de klok van half vijf gebeld op mijn huistelefoon. Ik nam op en kreeg een man aan de lijn. De man stelde zich voor en daarbij zei hij dat hij van de politie was. De man vertelde mij dat hij belast was met een onderzoek naar een bende Roemenen die zich bezighield met bankpasfraude en skimmen. De man vertelde mij dat ik de dans was ontsprongen en dat het de Roemenen net niet gelukt was om geld van mij te stelen. De man vertelde mij vervolgens dat hij mij ging doorverbinden met de ABN AMRO want daar werkte de politie nauw mee samen. Het ging dan om de controle van gegevens en mogelijk voor het krijgen van een nieuwe pas, want de pas die ik gebruikt had, zou mogelijk opnieuw kunnen worden gebruikt door de Roemenen voor hun duistere praktijken. Ik werd doorverbonden met een dame van de ABN AMRO. Zij deed gegevenscontrole met mij, namelijk mijn geboortedatum, naam en adres. Ik gaf hier allemaal netjes antwoord op want ik had echt het idee dat ik zojuist een politieagent had gesproken en nu een mevrouw van de bank. Vervolgens gaf de mevrouw aan dat er geprobeerd was 1000 euro van mijn rekening af te schrijven door de Roemenen. De bank had dit kunnen voorkomen en daardoor klonk de mevrouw ontzettend blij. Door het gesprek met deze mevrouw werd alle gevoel van twijfel bij mij weggenomen. Daarna stelde de mevrouw voor om mijn pas te laten blokkeren en een nieuwe te laten aanmaken. Vanuit de politie kon er dan onderzoek naar mijn pas worden gedaan om de strafzaak tegen de Roemenen te sterken. Ik stemde hiermee in. Hoe het gebeurde, gebeurde het, maar middels verschillende vragen heb ik mijn pincode opgeschreven en aan haar doorgegeven. Ze deed het door aan te geven dat ik een nieuwe pincode zou krijgen, maar dan wel de vraag of ik de oude wilde houden. En dat dan even ter controle door te geven. Kort daarna werd dit gesprek afgerond en werd ik opnieuw doorverbonden met de politie voor het maken van een afspraak voor het doen van aangifte. Ik kreeg de man, die ik als eerste aan de lijn had, opnieuw aan de telefoon. De man gaf uiteindelijk aan dat hij werd geroepen wat hij moest naar die Roemenen toe die in de cel zaten en naar de verhoorkamer moesten. Ik kreeg direct een andere vrouw aan de lijn. Met deze mevrouw ging ik in gesprek over het doen van aangifte en wat mijn bijdrage aan het onderzoek zou zijn als ik aangifte zou doen, en als mijn pinpas gebruikt zou worden voor het onderzoek. Kort hierop kreeg ik de man weer aan de lijn. De man, die nog steeds zei dat hij van de politie was, stelde voor dat mijn pinpas opgehaald zou worden om gebruikt te kunnen worden bij het onderzoek. Ik stemde hier mee in. Daarna zei hij dat hij een koerier langs zou sturen om mijn pinpas op te halen. En het toeval mocht willen dat de koerier redelijk dichtbij was. Toen ik mijn wantrouwende gevoelens uitsprak, wist de man mij opnieuw er van te overtuigen dat het allemaal klopte. Hij bleef met mij aan de lijn om te vertellen hoe ver de koerier was. Er werd aangebeld en ik deed open. Er verscheen een man, die ik als volgt kan omschrijven: tussen de 20 en 30 jaar oud, slank postuur, getinte huidskleur, donkere ogen, donker gekruld haar, zwart mondkapje op, dat zijn gehele gezicht behalve zijn ogen bedekte, zwarte trui, zwarte broek. Ik had het pasje in een envelop moeten doen. Ik gaf de envelop aan de man en deze pakte hij met zijn rechterhand aan en ging weg. Meteen daarop werd ik opnieuw gebeld op de huistelefoon. Het was de politieagent die ik steeds aan de lijn had gehad. Ik sprak tegen hem uit dat er iets niet klopte. Hij probeerde mij nog te overtuigen dat het allemaal klopte en dat we nu een telefonische aangifte gingen opnemen. Ik keek ondertussen op mijn bankafschrift en zag er dat op het [locatie 5] 250 euro van mijn rekening was afgeschreven. Ik heb opgehangen en direct mijn bank gebeld om mijn pinpas te laten blokkeren.
29.
Het geschrift, zijnde een bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, te weten een bankafschrift betreffende een ABN AMRO-rekening met nummer [rekeningnummer 7] ten name van [benadeelde 5] [pagina 415].
Dit geschrift houdt onder meer in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Geldmaat [locatie 5]
€ -250,00
Van rekening: [benadeelde 5] [rekeningnummer 7] .
Omschrijving: 22-06-2021, 17:35
30.
Het proces-verbaal van camerabeelden van 8 juli 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 417-419].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Naar aanleiding van de aangifte van [benadeelde 5] zijn de beelden van de transacties gevorderd bij de geldmaat op het [locatie 5] en bij de [winkel 13] op het [locatie 5] . Op donderdag 8 juli 2021 heb ik de beelden vanuit de geldmaat en bij [winkel 13] bekeken en beschreven. De tijd van het camerasysteem ( [winkel 13] ) loopt 22 minuten voor dus de beelden lopen van 17:52 tot 18:07 uur, wat gelijk staat aan de werkelijke tijd 17:30-17:45 uur.
22-06-2021 TUE werkelijke tijd: 17:35:11
Ik zie de verdachte lopen richting de geldautomaat. Ik kan de verdachte als volgt omschrijven: zwarte jas van het merk The North Face met capuchon, spijkerbroek, zwarte schoenen met veters.
22-06-2021 TUE werkelijke tijd: 17:36:21
Ik zie verder dat de verdachte een zwart mondkapje draagt, een zwarte pet, een licht getinte huidskleur heeft en een donkerkleurige baard heeft.
17:35:31: ik zie dat de verdachte een zwarte jas aan heeft van het merk The North Face , een zwart mondkapje voor zijn mond heeft, licht getint tot blank is. Ik zie dat hij een bankpas aanbiedt in de automaat.
31.
Het proces-verbaal van onderzoek van 12 augustus 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , werkzaam als hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 424-425].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Het door de verdachte gebruikte [bedrijf] telefoonnummer betreft: [telefoonnummer 3] . De gebruikte simkaart is geactiveerd op 11 juni 2021 om 09:38 uur. Vervolgens is deze om 09:39 uur opgewaardeerd met 10 euro. Deze opwaardeercode is op/rond 28 mei 2021 gekocht bij telefoonwinkel [winkel 1] , gevestigd aan de [adres 4] te Amsterdam.
De telefoon en het gebruikte telefoonnummer zijn voor het eerst actief op 11-06-2021 om 09:38 uur, het moment van activatie, bij de zendmast [adres 2] te Amsterdam. Deze bevindt zich hemelsbreed op 500 meter afstand van de woning [adres 10] , de woning van verdachte [verdachte] . De woning bevindt zich in het dekkingsgebied van de zendmast.
Op 11-06-2021 om 09:40 uur maakt de telefoon door een SMS verbinding met zendmast [adres 1] . Deze bevindt zich hemelsbreed op 250 meter van de woning. Conform telecomprotocol wordt een SMS via de dichtstbijzijnde zendmast verzonden. De telefoon bevond zich toen dus dichterbij de zendmast [adres 1] dan [adres 2] .
Op 22 juni 2021 om 14:01 uur, de dag van de oplichting, maakte de telefoon door SMS verbinding met zendmast [adres 2] .
De hiervoor vermelde bewijsmiddelen zijn – ook in hun onderdelen – telkens gebezigd tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.