ECLI:NL:GHAMS:2023:743

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
23-002557-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor verdachte van woningoverval op basis van onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 september 2021. De verdachte was beschuldigd van een woningoverval die plaatsvond op 10 juni 2020. De tenlastelegging omvatte diefstal met geweld en bedreiging, waarbij de verdachte samen met anderen goederen van de benadeelde heeft weggenomen. Tijdens het hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat het bewijs tegen de verdachte onvoldoende overtuigend was. Het DNA-mengprofiel dat op een schroevendraaier was aangetroffen, evenals historische telefoongegevens, waren niet voldoende om de verdachte als een van de overvallers aan te wijzen. De verdachte had wisselend verklaard over zijn aanwezigheid in de buurt van de woning, maar het hof oordeelde dat dit niet kon worden aangerekend. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden bevestigd, maar het hof sprak de verdachte vrij en vernietigde het eerdere vonnis. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, en het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven. Het hof oordeelde dat de schroevendraaier, die in beslag was genomen, moest worden onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002557-21
datum uitspraak: 24 maart 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 september 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-138203-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
thans gedetineerd in [detentieadres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
16 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 10 juni 2020 te Amsterdam , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, drie mobiele telefoons en/of een laptop en/of een tablet en/of vijf horloges en/of een camera en/of (enig) geldbedrag(en) van 400 euro, in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan met geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
  • zich naar de woning van die [benadeelde] te begeven en/of bij die woning een of meermalen aan te bellen en/of de voordeur van die woning te forceren en/of
  • (vervolgens) die woning binnen te komen met (een soort) sjaal over zijn hoofd en/of met een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp in de hand en/of
  • (vervolgens) de bril van die [benadeelde] af te pakken en/of
  • (vervolgens) die [benadeelde] (met kracht) met een vuurwapen, althans met een hard voorwerp, op/tegen het hoofd en/of gezicht te slaan en/of
  • (vervolgens) die [benadeelde] op het bed te duwen en/of (vervolgens) een deken over die [benadeelde] heen te gooien en/of
  • (daarbij) te roepen “Doe geen domme dingen, ik heb een pistool” en/of “Waar is het geld, waar is het geld”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank, nu de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met uitzondering van de opgelegde straf. Zij heeft gevorderd dat de verdachte een gevangenisstraf van
66 maanden wordt opgelegd.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de verdachte van het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van de in de woning aangetroffen schroevendraaier met daarop het DNA van de verdachte stelt de verdediging dat niet kan worden vastgesteld dat de daders deze schroevendraaier hebben achtergelaten tijdens de woningoverval. Mocht dat wel zo zijn, dan is de schroevendraaier alsnog onvoldoende om de verdachte aan de overval te koppelen, nu het een DNA-mengprofiel betreft op een verplaatsbaar object en het niet duidelijk is wanneer en op welke wijze het DNA van de verdachte op de schroevendraaier is terechtgekomen. Daarbij is relevant dat de daders volgens de aangever handschoenen droegen. Uit de historische telefoongegevens valt bovendien niet zonder meer vast te stellen dat de verdachte in de buurt van de woning was. Het signalement van de daders dat de aangever heeft gegeven is voorts te algemeen om conclusies aan te kunnen verbinden. Tot slot kan het de verdachte niet worden aangerekend dat hij wisselend heeft verklaard over de reden waarom hij op 10 juni 2020 in de Amsterdam-Zuidoost was, nu hij daar vaker kwam en het niet vreemd is dat hij één jaar na dato niet precies meer weet wat hij daar op 10 juni 2020 precies heeft gedaan.
Feiten
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Op 10 juni 2020 is de aangever [benadeelde] tussen 14.30 uur en 14.50 uur in zijn woning aan de [adres] overvallen. De voordeur van de woning is geforceerd (de cilinder is uit het voordeurslot verwijderd), waarna twee mannen zich de toegang tot de woning van de aangever hebben verschaft. De aangever heeft verklaard dat hij daarop met gebruik van geweld en onder bedreiging van een vuurwapen op zijn bed is geduwd, er vervolgens een deken over zijn hoofd is gegooid en dat er goederen zijn weggenomen. De aangever heeft ook verklaard dat hij bijna zeker weet dat de daders handschoenen droegen.
Op 11 juni 2020, één dag na de overval, heeft de aangever een schroevendraaier overhandigd aan de politie. Deze schroevendraaier heeft de aangever na de overval aangetroffen op de salontafel in de woonkamer en was niet van hem of zijn huisgenoot. De schroevendraaier is bemonsterd op humane biologische gebruikerssporen. Het verkregen monster is daarop onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Gebleken is dat op het heft van de schroevendraaier een DNA-mengprofiel is aangetroffen van minimaal drie personen. De conclusie van het NFI is dat het aangetroffen DNA-mengprofiel van de grootste donor meer dan één miljard keer waarschijnlijker is wanneer de bemonstering DNA bevat van de verdachte en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen.
Uit een onderzoek naar historische verkeersgegevens van de telefoon van de verdachte is gebleken dat de telefoon van de verdachte op 10 juni 2020 om 14:34 uur tweemaal gebruikmaakte van een zendmast aan de Florijn 101-910 Amsterdam , een zendmast in Amsterdam-Zuidoost . Verder is uit dit onderzoek gebleken dat de telefoon van de verdachte in de periode van 8 juni tot en met 5 november 2020 ook op
8 juni, 9 juni, 18 juli en 25 juli 2020 gebruikmaakte van zendmasten in Amsterdam .
Oordeel van het hof
Anders dan de verdediging gaat het hof ervan uit dat de schroevendraaier door (één van) de daders van de woningoverval in de woning is achtergelaten. Het hof ziet geen reden om aan de verklaring van de aangever, inhoudende dat hij de schroevendraaier daags na de overval op de salontafel heeft aangetroffen en de schroevendraaier niet van hem of zijn huisgenoot is, te twijfelen. De aanwezigheid van de schroevendraaier past bovendien bij de omstandigheid dat voorafgaand aan de overval de cilinder uit het voordeurslot van de woning is verwijderd.
Alhoewel op de schroevendraaier een DNA-mengprofiel is aangetroffen met daarin DNA van de verdachte, is het hof van oordeel dat de enkele aanwezigheid van deze schroevendraaier in de woning van de aangever niet zonder meer betekent dat de verdachte één van de overvallers is geweest. Dit volgt reeds uit de vaststelling dat de overval werd gepleegd door
tweedaders, terwijl op de schroevendraaier DNA van
ten minste driepersonen is aangetroffen. Bovendien droegen de daders volgens de aangever handschoenen, zodat onwaarschijnlijk is dat het aangetroffen DNA
tijdensde overval op de schroevendraaier is achtergelaten. Daarnaast is van belang dat een schroevendraaier een alledaags, verplaatsbaar gebruiksvoorwerp is en dat niet kan worden vastgesteld wanneer en op welke wijze het DNA van de verdachte op de schroevendraaier terecht is gekomen. Mede nu de verdachte werkzaam is geweest in de bouw, valt niet uit te sluiten dat hij op enig moment, niet zijnde in verband met de overval, in contact is gekomen met de schroevendraaier. Het vermoeden van de advocaat-generaal, dat de verdachte als laatste de schroevendraaier heeft vastgehouden omdat hij de grootste DNA-donor was van het aangetroffen DNA-mengprofiel, is niet (wetenschappelijk) onderbouwd en hier kan naar het oordeel van het hof dan ook niet van uit worden gegaan. Immers kunnen ook andere omstandigheden, zoals de verschillende huidtypes van de betreffende personen en het dragen van handschoenen, leiden tot verschillen in de relatieve hoeveelheden achtergelaten DNA.
Ook als de aanwezigheid van het DNA-profiel in samenhang wordt genomen met de omstandigheden dat de verdachte ten tijde van de overval blijkens de historische telefoongegevens in de omgeving van de woning van de aangever is geweest en dat zijn signalement overeenkomt met de signalementen van de daders, is het hof van oordeel dat er onvoldoende overtuigend bewijs aanwezig is om met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vast te stellen dat de verdachte één van de overvallers is geweest. Daarbij speelt mee dat de door de aangever en de getuige [getuige] gegeven signalementen van de daders (behoorlijk) algemeen zijn en dat blijkens voornoemde telefoongegevens de telefoon van de verdachte ook op andere dagen gebruikmaakte van zendmasten in Amsterdam en Amsterdam-Zuidoost . Dat hij over zijn aanwezigheid in Amsterdam-Zuidoost wisselende verklaringen heeft afgelegd, kan hem daarbij niet worden tegengeworpen, nu de verdachte pas bijna een jaar na de pleegdatum is ondervraagd en het hem niet kan worden verweten dat hij toen niet meer wist waarom hij destijds in Amsterdam-Zuidoost was, alwaar hij dus vaker kwam. Evenmin kan hem worden verweten dat hij, bevraagd over een dergelijk ernstig strafbaar feit, heeft geprobeerd een verklaring te zoeken voor zijn aanwezigheid op 10 juni 2020 in Amsterdam-Zuidoost , ook al bleken zijn verklaringen later (deels) niet te kloppen.
De verdachte dient aldus te worden vrijgesproken.
Het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte zal worden opgeheven.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.068,87 en ziet op materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep volledig toegewezen.
Nu aan de verdachte, vanwege voormelde vrijspraak, geen straf of maatregel zal worden opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van het Wetboek van Strafrecht niet zal worden toegepast, kan de benadeelde partij in de vordering niet worden ontvangen.

Beslagbeslissing

Gedurende het onderzoek is een voorwerp, zijnde een schroevendraaier, in beslag genomen. Het hof heeft vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan met behulp van deze schroevendraaier. In verband met het redelijkerwijs te verwachten gebruik ervan, is het ongecontroleerde bezit van deze schroevendraaier in strijd met het algemeen belang. Het voorwerp zal dan ook worden onttrokken aan het verkeer.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een schroevendraaier (G5929335).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam , waarin zitting hadden mr. R. van der Heijden, mr. N. van der Wijngaart en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 maart 2023.
=========================================================================
[…]