ECLI:NL:GHAMS:2023:759
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurovereenkomst en onrechtmatige hinder met betrekking tot woning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, waarin hij werd veroordeeld tot ontruiming van zijn woning. [appellant] huurde sinds 1 juni 2015 een woning van Eigen Haard, maar veroorzaakte overlast voor zijn bovenbuurvrouw, wat leidde tot klachten en uiteindelijk tot juridische stappen door Eigen Haard. De kantonrechter oordeelde dat [appellant] zich niet correct had gedragen en dat zijn gedrag, dat onder andere bestond uit verbale agressie en vernielingen, onhoudbaar was. In hoger beroep betoogde [appellant] dat de kantonrechter onvoldoende rekening had gehouden met zijn handicap, niet-aangeboren hersenletsel (NAH), en dat zijn gedrag een gevolg was van deze handicap. Het hof oordeelde echter dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot een ander oordeel konden leiden. De grieven van [appellant] werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellant] werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.