Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Standpunten
op een gegeven moment gewoon een vast bedrag voor ontstaat.” [1] en “
Ik deed het voor de extra centjes. Mijn motivatie was de extra centen. Dat stond nog boven [medeverdachte01] . Dat zou terugvloeien naar mijn gezin. Leuke dingen doen met mijn gezin. Het ging om 300 euro per maand ofzo.” [2] [verdachte01] heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij de op zijn telefoon aangetroffen notitie van 8 september 2016 had klaargezet om aan [medeverdachte01] te versturen indien de laatste ineens geld zou komen brengen en voor de deur zou staan. Het hof acht onaannemelijk dat [verdachte01] een dergelijk bericht klaar zou zetten, enkele maanden na aanvang van de zakelijke relatie tussen [verdachte01] en [medeverdachte01] , als hij eerder geen betalingen zou hebben ontvangen. Het hof acht voorts onaannemelijk dat anderhalf jaar lang over betalingen werd gesproken zonder dat daadwerkelijk een betaling werd gedaan. Daarom gaat het hof ervan uit dat in de tenlastegelegde periode [verdachte01] informatie verstrekte aan [medeverdachte01] tegen (belofte tot) betaling van een geldbedrag. Nu sprake is geweest van een bestendige relatie is niet vereist dat tegenover elke informatieverstrekking een rechtstreekse (belofte tot) betaling heeft gestaan. Daarom vallen alle bevragingen die door [verdachte01] op verzoek van [medeverdachte01] binnen deze bestendige relatie zijn gedaan, onder de ten laste gelegde omkoping.
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
7 (zeven) jaren.