Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
letter of intentgetekend. Hieruit volgt kort gezegd dat zou worden gekozen voor een
joint venture-structuur: [appellant 1] zou een belang van 50% verwerven in de onderneming die [naam] in Iran zou oprichten.
joint venture-structuur. [geïntimeerde] heeft toen bemiddeld tussen [appellant 1] en [naam] met als doel de samenwerking tussen hen te formaliseren. Onder begeleiding van [geïntimeerde] is onderhandeld over een samenwerkingsovereenkomst. In die onderhandelingen is tevens afgesproken dat [appellant 1] aanvullend € 10.850.000,- (€ 10.000.000,- als investering en € 850.000,- als werkkapitaal) aan [naam] zou verstrekken. In december 2016 heeft [appellant 1] het bedrag van € 10.850.000,- overgemaakt naar de derdengeldrekening van [geïntimeerde] , ten behoeve van [naam] . Vanaf die derdengeldrekening heeft [geïntimeerde] het bedrag overgemaakt naar Corporate Real Estate B.V., een vennootschap van [naam] .
4.Eerste aanleg
iii. alle concepten van deze overeenkomst en alle correspondentie over deze overeenkomst;
(1) het op 30 november 2022 door [appellanten] ten laste van [geïntimeerde] gelegde bewijsbeslag met onmiddellijke ingang op te heffen;
(2) [appellanten] te bevelen al het in beslag genomen materiaal te doen vernietigen, op straffe van dwangsommen;
(3) [appellanten] te bevelen aan de advocaat van [geïntimeerde] te bevestigen dat aan het bevel tot vernietiging is voldaan, op straffe van dwangsommen;
(4) [appellanten] te bevelen bij elk volgend verzoek tot het leggen van beslag ten laste van [geïntimeerde] de voorzieningenrechter te voorzien van een kopie van het te wijzen vonnis, en de voorzieningenrechter erop te wijzen dat mr. [geïntimeerde] of zijn advocaat gehoord wenst te worden alvorens het verlof wordt verleend, op straffe van een dwangsom;
(5) met veroordeling van [appellanten] in de proceskosten.
5.Beoordeling
[appellanten] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis gewezen in reconventie, met (uitvoerbaar bij voorraad) veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
Daarmee falen de grieven 5 t/m 7 van het incidenteel hoger beroep.