4.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft met betrekking tot het geschil het volgende overwogen (de voetnoten in de uitspraak van de rechtbank zijn in onderstaand citaat niet weergegeven):
“3. De rechtbank beoordeelt de naheffingsaanslag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
4. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5. Eiseres voert aan dat parkeertaken gedelegeerd aan een commerciële partij om zoveel mogelijk inkomsten te verkrijgen. Verder zijn de grenzen van de parkeergebieden volgens eiseres onduidelijk. Zij stelt dat dit is op te lossen door het plaatsen van meer borden op straat om zodoende de begrenzing beter kenbaar te maken. Eiseres stelt ook dat de bewoonster die zij bezocht over een vergunning beschikt, terwijl door de gemeente is verklaard dat voor het adres geen vergunning mogelijk is. Eerdere boetes zijn ook vernietigd, dus het is onduidelijk waarom deze boete niet vernietigd is, aldus eiseres.
6. Tussen partijen is niet in geschil dat de auto van eiseres op het moment van het opleggen van de naheffingsaanslag geparkeerd stond op een plaats waar op dat tijdstip parkeerbelasting verschuldigd was.
7. In artikel II van het Benoemings- en aanwijzingsbesluit 2022 is de directeur Parkeren voor de heffing en invordering van de parkeerbelastingen aangewezen, met dien verstande dat de directeur Parkeren tevens mede bevoegd is te handelen inzake bezwaar- en beroepsprocedures parkeerbelasting ten aanzien van feiten die zich hebben voorgedaan onder zijn rechtsvoorgangers. Naar het oordeel van de rechtbank is, anders dan eiseres heeft betoogd, de uitspraak in de bezwaarprocedure dan ook bevoegd genomen.
8. Met de naheffingsaanslag parkeerbelasting is, naast het bedrag van de geconstateerde parkeertijd, € 66,50 kosten voor het opleggen van de aanslag in rekening gebracht. Op grond van artikel 234 van de Gemeentewet is voor deze kosten een maximum opgenomen. Deze kosten staan vermeld in de Verordening parkeerbelastingen en met ingang van 1 januari 2022 is het maximum gesteld op € 66,50. Dat is ook het bedrag dat aan eiseres is opgelegd. De hoogte van de naheffingsaanslag is dus conform de Gemeentewet berekend en niet disproportioneel. De stelling van eiseres dat de gemeente Amsterdam met het opleggen van naheffingsaanslagen zoveel mogelijk inkomsten probeert te genereren, slaagt daarom niet.
9. Eiseres is van mening dat er vage grenzen zijn gecreëerd tussen de vergunninggebieden Zuid 6 en Zuid 7. De heffingsambtenaar heeft toegelicht dat op de website van de gemeente Amsterdam de begrenzing van de verschillende parkeervergunninggebieden kenbaar is gemaakt. Het adres van de parkeerlocatie kan op de website ingevuld worden om te achterhalen in welk vergunninggebied geparkeerd wordt. Uit de kaart waarin de parkeerzones zijn weergegeven, volgt dat eiseres geparkeerd stond in het vergunninggebied Zuid 7. De vergunning van de vergunninghouder is geldig in vergunninggebied Zuid 6. Bij het inzoomen op de interactieve kaart op de website kunnen de grensgebieden worden bekeken. Hieruit kan worden opgemaakt dat de bezoekersvergunning Zuid 6 niet geldig is in het gedeelte van de straat waar eiseres haar auto heeft geparkeerd. Eiseres had de interactieve kaart kunnen raadplegen, ook indien zij geen internetverbinding heeft op haar telefoon. Zij had immers voorafgaand aan haar parkeeractie kunnen en ook behoren uit te zoeken waar zij kon parkeren met de bezoekersvergunning Zuid 6.
10. De rechtbank overweegt verder dat eiseres al eerder een naheffingsaanslag heeft ontvangen voor het parkeren op een fiscale parkeerplaats in het vergunningsgebied Zuid 7 met de bezoekersvergunning Zuid 6. Deze naheffingsaanslag is in het kader van coulance eenmalig vernietigd. In die brief is ook verwezen naar de interactieve kaart zoals genoemd in rechtsoverweging 9. Dat de vergunninghouder eiseres onjuist heeft verwezen naar het verkeerde vergunninggebied en zou hebben verklaard dat de naheffingsaanslagen worden kwijtgescholden, maakt niet dat op eiseres geen onderzoeksplicht rust. Eiseres had er daarom niet vanuit mogen gaan dat zij op de betreffende locatie kosteloos mocht parkeren, dan wel dat een eventuele naheffingsaanslag vernietigd zou worden. Het betoog van eiseres dat de vergunninghouder verkeerd is geïnformeerd, namelijk dat parkeren met de bezoekersvergunning Zuid 6 mogelijk is op de De Boelelaan, slaagt niet. Verweerder heeft ter zitting afdoende gemotiveerd dat het parkeren met de bezoekersvergunning Zuid 6 mogelijk is op een beperkt gedeelte van de De Boelelaan. Eiseres heeft, gezien hetgeen hiervoor overwogen, naar het oordeel van de rechtbank niet voldaan aan haar onderzoeksplicht.
11. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de heffingsambtenaar voldaan aan de informatieplicht. Zoals hierboven overwogen, had eiseres op de website van de gemeente Amsterdam kennis kunnen nemen van de begrenzing van de verschillende parkeervergunninggebieden. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat langs de grenzen van vergunninggebieden borden geplaatst moeten worden om parkeerders van de grenzen op de hoogte te brengen. De informatie op de website waar de heffingsambtenaar naar verwijst is naar het oordeel van de rechtbank duidelijk. De heffingsambtenaar heeft verder verklaard dat vergunninggebied Zuid 6 niet overlapt met gebied Zuid 7. Het is dus niet zo dat een parkeerlocatie in de beide gebieden gelegen is, zoals eiseres stelt.
12. Gezien hetgeen hierboven overwogen is de rechtbank van oordeel dat de heffingsambtenaar terecht de naheffingsaanslag aan eiseres heeft opgelegd. De stelling van eiseres dat de vergunninghouder nu twee maal voor parkeren heeft betaald, omdat zij ondanks de kosten die zij maakt voor de vergunning toch ook voor het parkeren heeft moeten betalen, maakt het vorenstaande niet anders. Indien geparkeerd wordt binnen het gebied waarop de vergunning betrekking heeft, dan behoeft immers niet afzonderlijk voor het parkeren te worden betaald.
13. De rechtbank wijst eiseres er verder nog op dat als zij een Woo-verzoek wil indienen zij dit zal moeten doen bij de Gemeente Amsterdam in een aparte procedure.”