Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[appellante 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
ING heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep, met nakosten en rente.
3.Feiten
[straatnaam 1] 55, [postcode 2] [plaats 1] groot EUR 1.500.000,00 (bestaand);
- Eerste hypotheek op het bedrijfspand (thans in verhuurde staat) gelegen aan de [straatnaam 2] 36, [postcode 1] [plaats 1] groot EUR 600.000,00 (nieuw);
- Verpanding huurvorderingen;
- Ontvangst van (kopie) huurcontracten voor de duur van minimaal 10 jaar, met een minimale huuropbrengst van EUR 6.562,02 per maand.
- Lening l: een rentevastperiode van 5 jaar, met een rentepercentage van 1,4 % per jaar (…).
- Lening 2: een rentevastperiode van 10 jaar, met een rentepercentage van 1,9% per jaar (...).
sprake van commercieel verhuurd onroerend goed (CVOG). Kredietnemer bewoont de twee panden immers niet zelf.
aanzien van alle geschillen direct (of indirect) gelieerd aan het feitencomplex voortvloeiende uit de onvrede van Kredietnemer over de door ING doorgevoerde opslagverhogingen op grond van de bepalingen zoals opgenomen in de op 17 februari 2003 verstrekte lening geadministreerd onder nummer […] .
ze vaststellingsovereenkomst hebben ING en [appellanten] op 8 maart 2018 een nieuwe kredietovereenkomst gesloten, voor hoofdsommen van € 560.000,00 en € 492.250,00. De overeenkomst vermeldt herhaaldelijk dat het krediet wordt verstrekt voor een zakelijke vastgoedactiviteit en ook dat het geen reguliere eigenwoningfinanciering betreft. [appellanten] verpanden hun huurvorderingen aan ING en verplichten zich om ING kopieën te verstrekken van de lopende huurovereenkomsten en van een actueel huuroverzicht van het gefinancierde onroerend goed, waaruit de gegevens van de huurders, de einddatum van de huurovereenkomsten en de huursommen blijken, en om wijzigingen in de verhuursituatie te melden.
Ook in deze kredietovereenkomst worden de Algemene Kredietvoorwaarden en de Algemene Bankvoorwaarden van ING van toepassing verklaard.
- als hij een natuurlijk persoon is: direct de informatie over zijn financiële situatie die in de kredietovereenkomst staat;
- altijd inzage in zijn administratie als de bank daarom vraagt;
Alles wat volgens de kredietovereenkomst betaald moet worden is direct en ineens opeisbaar als de kredietfaciliteit eindigt op grond van artikel 9.1. Er is geen ingebrekestelling nodig en de kredietnemer is direct en automatisch in verzuim. De kredietnemer moet dan alles direct betalen ook als er een ander moment voor de betaling was afgesproken. Leningen moeten bijvoorbeeld direct worden terugbetaald ook als een andere looptijd was afgesproken. De kredietnemer moet de kosten voor de vervroegde terugbetaling dan direct betalen.
x) Via Funda is ING er in december 2019 achter gekomen dat [appellanten] het
appartement te [plaats 3] hadden verkocht. Desgevraagd hebben [appellanten] ING verteld dat zij na renovatie naar de woning waren verhuisd en hadden besloten daar te blijven wonen. Bij brief van 21 februari 2020 heeft ING [appellanten] erop gewezen dat hun permanente bewoning in strijd is met de vaststellingsovereenkomst en de kredietovereenkomst en [appellanten] verzocht zich aan de afspraken te houden.
beëindigd, en dat ING wordt veroordeeld om haar verplichtingen uit de kredietovereenkomst na te komen en om de bij staat op te maken schade van [appellanten] te vergoeden. In voorwaardelijke reconventie heeft ING gevorderd (kort gezegd) dat [appellanten] worden veroordeeld tot betaling van € 526.400,00 en € 465.250,00, steeds met
rente.
5.Beoordeling
€ 8.856,00(tarief VI, 2 punten)