Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2] ,
[appellant 3] ,
[appellant 4] ,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak hebben vier appellanten, allen rechthebbenden van erfpachtrechten in Amsterdam, een verzoek ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam om een voorlopig deskundigenbericht te laten opstellen. Dit verzoek was gericht op het verkrijgen van duidelijkheid over de residuele grondwaarde en de toepassing van BTW bij de berekening van de canon en overstapaanbiedingen. De appellanten hebben hun verzoek ingediend in het kader van een eerder aanhangig geding, waarin zij in hoger beroep waren gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam dat hun vorderingen had afgewezen. De Gemeente Amsterdam heeft verweer gevoerd en het verzoek afgewezen op grond van gebrek aan belang. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft op 9 juli 2024 uitspraak gedaan en het verzoek van de appellanten afgewezen, omdat zij geen belang hadden bij het deskundigenbericht. Het hof oordeelde dat de eerder verworpen stellingen van de appellanten niet door een deskundige konden worden herzien en dat de Gemeente zich bij het bepalen van haar beleid mocht baseren op het advies van de Grondwaardecommissie. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.