ECLI:NL:GHAMS:2024:1925

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
23-002265-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis in hoger beroep inzake eenvoudige belediging en niet voldoen aan identificatieplicht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gewezen op 5 augustus 2022. De verdachte is beschuldigd van twee feiten: eenvoudige belediging van een ambtenaar en het niet voldoen aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Ten aanzien van het eerste feit, de eenvoudige belediging, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte schuldig is aan het meermalen plegen van belediging aan een ambtenaar tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie. De verdachte is hiervoor veroordeeld tot een geldboete van 300 euro, met als subsidiaire straf 6 dagen hechtenis.

Voor het tweede feit, het niet voldoen aan de identificatieplicht, heeft het hof vastgesteld dat de verdachte op 28 oktober 2021 in Zaandam niet aan de verplichting voldeed om zijn identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden. Dit resulteerde in een geldboete van 95 euro, met als subsidiaire straf 1 dag hechtenis. De uitspraak van het hof is gedaan in het kader van de artikelen 23, 24c, 57, 62, 63, 266, 267 en 447e van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-293367-21
parketnummer hoger beroep : 23-002265-22
TEGENSPRAAK(gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 1 juli 2024 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 5 augustus 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
niet voldoen aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden, opgelegd krachtens artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht.
gepleegd
feit 1:
op 28 oktober 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad;
feit 2:
op 28 oktober 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 23, 24c, 57, 62, 63, 266, 267 en 447e van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-293367-21 onder 1 bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 95,00 (vijfennegentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis.
Gewezen door mr. N. van der Wijngaart, in bijzijn van mr. M.D.M. van der Voort, griffier.
mr. N. van der Wijngaart