ECLI:NL:GHAMS:2024:2367

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
23-002370-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van valsheid in geschrifte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 20 juni 2019. De verdachte was beschuldigd van valsheid in geschrifte, specifiek het overleggen van valse loonstroken aan de gemeente Zaanstad. De tenlastelegging omvatte het gebruik en afleveren van deze valse documenten in de periode van 1 december 2016 tot en met 13 april 2017. Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 mei 2024 heeft het hof het dossier bestudeerd en de vordering van de advocaat-generaal gehoord. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf.

Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de loonstroken vals waren, zoals in de tenlastelegging gesteld. Er was ook onvoldoende bewijs dat de verdachte op de hoogte was van het eventuele valse karakter van de documenten. Gezien deze tekortkomingen in het bewijs heeft het hof besloten om de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging. Het vonnis waarvan beroep is vernietigd en het hof heeft opnieuw recht gedaan door te verklaren dat niet bewezen is dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters A.P.M. van Rijn, P. Greve en A.M. Koolen – Zwijnenburg. De griffier, mr. L.M. van Leeuwen, was ook aanwezig bij de uitspraak. Het arrest is openbaar uitgesproken op 6 juni 2024.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002370-19
datum uitspraak: 6 juni 2024
TEGENSPRAAK (na aanhouding niet verschenen)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 20 juni 2019 in de strafzaak onder parketnummer
15-161708-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1971,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
23 mei 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2016 tot en met 13 april 2017 te Zaandam, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte] , althans alleen,
opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van
- zes, althans één of meer, valse of vervalste loonstro(o)k(en) (ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 1] B.V., periode[n] mei 2016 en/of juni 2016 en/of ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 2] ( [adres 2] ), periode[n] januari 2016 en/of februari 2016 en/of maart 2016 en/of april 2016), althans (een) geschrift(en),
- zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig(e) feit(en) te dienen
- als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst,
en/of
opzettelijk die loonstro(o)k(en), althans geschrift(en), heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader, wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die loonstro(o)k(en), althans geschrift(en), bestemd was/waren voor zodanig gebruik, bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat
- op die loonstrook, althans geschrift, ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 1] B.V., periode mei 2016, staat vermeld [naam] en/of in dienst is per 01-01-2015 en/of
- op die loonstrook, althans geschrift, ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 1] B.V., periode juni 2016, staat vermeld [naam] en/of in dienst is per 01-01-2015 en/of
- op die loonstrook, althans geschrift, ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 2] , periode januari 2016, staat vermeld [naam] en/of dat [bedrijf 2] is gevestigd/adres heeft te [adres 2] en/of
- op die loonstrook, althans geschrift, ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 2] , periode februari 2016, staat vermeld [naam] en/of dat [bedrijf 2] is gevestigd/adres heeft te [adres 2] en/of
- op die loonstrook, althans geschrift, ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 2] , periode maart 2016, staat vermeld [naam] en/of dat [bedrijf 2] is gevestigd/adres heeft te [adres 2] en/of
- op die loonstrook, althans een geschrift, ten name van [werknemer] [naam] , werkgever [bedrijf 2] , periode april 2016, staat vermeld [naam] en/of dat [bedrijf 2] is gevestigd/adres heeft te [adres 2] ,
en bestaande dat gebruikmaken en/of afleveren en/of voorhanden hebben hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader die loonstro(o)k(en), althans geschrift(en), heeft overlegd/afgegeven of doen overleggen/doen afgeven aan de gemeente Zaanstad (ter gelegenheid van een zienswijze tegen het voornemen intrekken horeca-exploitatievergunning [bedrijf 1] ).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met uitzondering van de opgelegde straf en in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren en een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen vervangende hechtenis.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de door de verdachte aan de gemeente Zaanstad overgelegde loonstroken vals waren op de punten zoals genoemd in de tenlastelegging. Bovendien bevat het dossier onvoldoende bewijs waaruit volgt dat de verdachte wetenschap had van het (eventuele) valse karakter van die loonstroken.
Gelet op het bovenstaande is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. P. Greve en mr. A.M. Koolen – Zwijnenburg, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 juni 2024.
mr. A.P.M. van Rijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.