Uitspraak
[B],
1.Het procesverloop in hoger beroep
2.De vorderingen in hoger beroep
3.De feiten
Bekende periventriculaire witte stofafwijking met confluerende configuratie passend bij Fazekas graad 2”.
4.Waarover gaat het hoger beroep
5.De beoordeling
Hoewel [naam] q.q. met de verkregen machtiging van de kantonrechter als bedoeld in artikel 1:443 BW bevoegd is deze procedure tegen [D] te starten, is het de vraag of de vordering tot nietigverklaring van het testament binnen haar taak als bewindvoerder valt en of zij voldoende belang heeft bij de gevorderde verklaring van recht omdat de rechthebbende niet meer in staat zou zijn haar testament te herroepen. Haar taak ziet immers op het beheer van vermogen tijdens het bewind dat eindigt bij overlijden van de rechthebbende ( [C] ), terwijl het testament pas vermogensrechtelijke gevolgen heeft ná overlijden van de rechthebbende. De gevorderde verklaring van recht ziet daarmee op het vermogen na overlijden. Beantwoording van deze vragen kan in het midden blijven, omdat het navolgende aan ontvankelijkheid van [naam] q.q. ten aanzien van de vordering over het testament in de weg staat.”
Een uiterste wilsbeschikking kan alleen bij uiterste wil en slechts door de erflater persoonlijk worden gemaakt en herroepen”.