ECLI:NL:GHAMS:2024:2703

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 september 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
23-000723-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 21 maart 2024 was gewezen in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-340169-23 en 13-031147-24. De verdachte, geboren in 1999, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting op 5 september 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep. De verdachte en zijn raadsman hebben hun standpunten naar voren gebracht, maar het hof heeft geconstateerd dat de verdachte heeft aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit betekent dat de verdachte zijn eerder geformuleerde bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken.

Gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, en het feit dat er geen rechtens te respecteren belang is gebleken dat zou pleiten voor nader onderzoek van de zaak, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is op dezelfde dag uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000723-24
datum uitspraak: 5 september 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 maart 2024 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-340169-23 en 13-031147-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
inschrijfadres: [adres 1],
verblijfadres: [adres 2].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2024.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, ertoe strekkende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep, en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu door de verdachte te kennen is gegeven dat hij het hoger beroep niet wil handhaven, moet hij worden geacht de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. B.A.A. Postma, mr. P.F.E. Geerlings en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 september 2024.