ECLI:NL:GHAMS:2024:2900

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
23-002025-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van hoger beroep na aanvang van het onderzoek in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 22 juli 2022. De verdachte, geboren in 1953, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting op 27 augustus 2024 heeft de raadsman van de verdachte aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven. Dit werd per e-mailbericht op 26 augustus 2024 bevestigd.

Het hof heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op 23 augustus 2023 was aangevangen. Volgens artikel 416, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering is intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk, nu het onderzoek al is gestart. Het hof concludeert dat de verdachte geen belang meer hecht aan de voortzetting van de behandeling van de strafzaak in hoger beroep.

Gelet op de vordering van de advocaat-generaal en het ontbreken van enig rechtens te respecteren belang voor nader onderzoek, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de oudste raadsheer niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002025-22
datum uitspraak: 27 augustus 2024
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 22 juli 2022 in de strafzaak onder parketnummer
15-267344-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1953,
adres: [adres].
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
27 augustus 2024.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De raadsman heeft per e-mailbericht van 26 augustus 2024 en ter terechtzitting te kennen gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven. Intrekking van het hoger beroep is echter niet meer mogelijk, nu het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op een eerdere zitting van het hof van 23 augustus 2023 is aangevangen. Het hof begrijpt uit het vorengaande dat de verdachte geen belang meer hecht aan voortzetting van de behandeling van de strafzaak in hoger beroep. Om die reden zal hij, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, mr. B.E. Dijkers en mr. L.F. Roseval, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 augustus 2024.
De oudste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.