ECLI:NL:GHAMS:2024:325
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens vals proces-verbaal door politieambtenaar
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, een politieambtenaar, was in eerste aanleg veroordeeld voor het opmaken van een vals proces-verbaal van aanhouding. De tenlastelegging betrof het afleggen van een valse verklaring onder ede en het valselijk opmaken van een proces-verbaal, waarin de verdachte zou hebben verklaard dat hij een aangever had gemaand te vertrekken en daarbij per ongeluk diens telefoon had geslagen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, dat op 22 juli 2022 was gewezen.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 januari 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak heeft gevraagd. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen. De aangever had een filmpje van 9 seconden overgelegd als bewijs, maar het hof kon op basis van dit filmpje niet vaststellen dat de verdachte opzettelijk de telefoon van de aangever had geslagen. Het hof oordeelde dat de situatie niet voldoende was vastgelegd en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Het hof concludeerde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan, en sprak hem daarvan vrij. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en is openbaar uitgesproken op 1 februari 2024.