ECLI:NL:GHAMS:2024:440

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
23-000539-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging wegens overlijden van de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1960, die in hoger beroep was gegaan tegen een eerder vonnis. Tijdens de zitting op 13 februari 2024 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging, omdat de verdachte op 30 januari 2024 is overleden. Dit leidde tot de vraag of het recht tot strafvordering nog van toepassing was.

Het hof heeft vastgesteld dat door het overlijden van de verdachte het recht tot strafvordering op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht is komen te vervallen. Dit betekent dat het vonnis waarvan beroep en de onderliggende strafbeschikking vernietigd moesten worden. Het hof heeft vervolgens besloten het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte.

De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis en de strafbeschikking zijn vernietigd en dat er geen verdere vervolging zal plaatsvinden. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 13 februari 2024.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000539-23
datum uitspraak: 13 februari 2024
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 17 februari 2023 in de strafzaak onder parketnummer 96-145457-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1960,
adres: [adres01] .
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 februari 2024. De advocaat-generaal heeft de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging gevorderd.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Blijkens een akte van overlijden 30 januari 2024, is de verdachte op [datum] 2023 overleden. Door de dood van de verdachte is het recht tot strafvordering op grond van het bepaalde bij artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht komen te vervallen, zodat het vonnis waarvan beroep en de onderliggende strafbeschikking moeten worden vernietigd en het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en de strafbeschikking met CJIB-nummer [nummer01] en doet als volgt opnieuw recht.
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. H.A. Stalenhoef, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Fritsche, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 februari 2024.
mr. A.E. Kleene-Krom is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.