De man heeft in principaal hoger beroep, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, en na wijziging van zijn verzoek verzocht:
I. te bepalen dat de vrouw in het geding dient te brengen de IB aangiften over de jaren 2013 t/m 2021;
(II. ziet op het ingetrokken provisionele verzoek);
Partneralimentatie: behoefte
III. Voorwaardelijk: de behoefte van de vrouw vast te stellen op een bedrag van € 2.000,- netto per maand, althans op een zodanig bedrag als het hof in goede justitie vermeent te behoren;
Partneralimentatie: draagkracht
IV. de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud vast te stellen op nihil, althans op een zodanig bedrag als het hof in goede justitie vermeent te behoren;
Woning Curaçao: vergoedingsrecht aflossing hypotheek
V. het vergoedingsrecht van de man uit hoofde van de door hem gedane aflossing van € 118.416,- met inachtneming van de beleggingsleer vast te stellen op een bedrag van € 336.361,50, althans op een zodanig bedrag als het hof in goede justitie vermeent te behoren;
Woning Curaçao: vergoedingsrecht rente en (annuïtaire) aflossing hypotheek
VI. te bepalen dat de vrouw aan de man uit hoofde van door hem betaalde rente een bedrag van (na wijziging van zijn verzoek bij brief van 13 januari 2023) € 5.497,- is verschuldigd, binnen zeven dagen na de door het hof te wijzen beschikking;
VII. het vergoedingsrecht van de man uit hoofde van de door hem gedane aflossingen (na wijziging van zijn verzoek bij brief van 13 januari 2023) ad € 17.969,- met inachtneming van de beleggingsleer vast te stellen op een bedrag van € 63.331,-, althans op een zodanig bedrag als het hof in goede justitie vermeent te behoren;
Woning [plaats B] : verkoop
VIII. te bepalen dat de vrouw het recht heeft om gedurende drie maanden na de door het hof te wijzen beschikking te onderzoeken of zij de woning kan overnemen, alsmede dat indien blijkt dat de vrouw niet in staat is de woning over te nemen de man vanaf dat moment gerechtigd is om gedurende vier maanden te onderzoeken of hij in staat is de woning over te nemen tegen de vastgestelde waarde van € 575.000,-;
Woning [plaats B] : spaarsaldo opgebouwd in spaarhypotheek
Primair
IX: te bepalen dat het saldo van de spaarrekening bij de ING met rekeningnummer [rekeningnummer 1] aan de man toekomt, waarbij geldt dat de man een bedrag van € 5.866,- aan de vrouw verschuldigd is uit hoofde van door haar gedane premiebetalingen in de periode oktober 2018 t/m februari 2020;
Subsidiair
X. voor zover het hof onverhoopt oordeelt dat het saldo van de spaarrekening bij de ING met rekeningnummer [rekeningnummer 1] voor de helft aan ieder van partijen toekomt, te bepalen dat de premiebetalingen ten behoeve van het spaarsaldo zoals opgebouwd in deze spaarhypotheek met terugwerkende kracht bij helfte dienen te worden verrekend;
Woning [plaats B] : hypotheekrente en woon- en overlijdensrisicoverzekering
XI. te bepalen dat de vrouw aan de man uit hoofde van door hem betaalde rente (hof: over de periode van juli 2013 tot en met september 2018) een bedrag van € 48.680,- is verschuldigd, binnen zeven dagen na de door het hof te wijzen beschikking;
XII. te bepalen dat de vrouw aan de man uit hoofde van door hem betaalde premies voor de woon- en overlijdensrisicoverzekering een bedrag van € 3.311,- is verschuldigd, binnen zeven dagen na de door het hof te wijzen beschikking. De man heeft dit verzoek gewijzigd bij brief van 24 maart 2023 in die zin dat hij thans verzoekt te bepalen dat de vrouw aan de man uit hoofde van door hem premies voor de woon- en overlijdensrisicoverzekering over de periode juli 2013 tot en met mei 2022 een bedrag van € 3.311,- is verschuldigd, te voldoen binnen zeven dagen na de door het hof te wijzen beschikking en te vermeerderen met 50% van de na mei 2022 en tot levering van de woning door de man betaalde premies.
De man heeft bij brief van 24 maart 2023 een nieuw verzoek gedaan, te weten:
primairte bepalen dat de vrouw gehouden is aan de man te vergoeden de vanaf augustus 2022 en tot aan levering van de woning door hem betaalde hypotheekrente ad € 865,12 per maand welk bedrag tot en met januari 2023 reeds berekend is op ad € 4.325,60 (5x 865,12) dan wel
subsidiairte bepalen dat de vrouw met ingang van 1 augustus 2022 uit hoofde van het uitsluitend gebruik van de woning te [plaats B] een gebruiksvergoeding verschuldigd is aan de man van 865,12 per maand;
Inboedel (na wijziging van het verzoek bij brief van 23 maart 2023)
Primair
XIII. te bepalen dat de inboedel van de woning in Suriname aan de man toekomt en de inboedel van de woning in [plaats B] op de navolgende wijze dient te worden verdeeld:
● de in de woning in [plaats B] aanwezige inboedel wordt in goed overleg tussen partijen verdeeld, waarbij aan de man in ieder geval toebedeeld worden de goederen waaraan hij bijzondere emotionele waarde hecht, te weten:
o Schilderij met de twee vrouwen;
o Schilderij met de twee muzikanten;
o Abstracte schilderij in de eetzaal;
o 9 Indiaanse aardewerken;
o Logeerbed;
o Gereedschappen;
o Alle videobanden en alle foto's, onder de verplichting om hier kopieën van te maken en deze aan de vrouw te verstrekken;
Subsidiair
XIV. te bepalen dat de inboedel van de woning in Suriname aan de man toekomt en de inboedelgoederen in de woning in [plaats B] in overleg worden verdeeld, waarbij aan de man in ieder geval de navolgende inboedelgoederen worden toegedeeld: