In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2002 en thans gedetineerd, is beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een hoeveelheid cocaïne op 25 december 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met het verbod van artikel 2 onder A van de Opiumwet. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 10 maanden opgelegd, welke het hof in stand houdt. De verdachte heeft in hoger beroep verzocht om rekening te houden met haar persoonlijke omstandigheden, waaronder haar jonge leeftijd en zorg voor een kind, maar het hof heeft geen aanleiding gezien om de straf te verlagen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de volksgezondheid in overweging genomen en oordeelt dat de opgelegde straf passend is. Tevens is gelast tot teruggave van in beslag genomen voorwerpen, waaronder telefoons en een iPad.