Uitspraak
Onderzoek van de zaak
26 maart 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 27 juli 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten onvolledig en/of langdurig herstel van de motoriek en sensibiliteit van het gelaat (links) en/of een of meer ontsierende littekens in/op het hoofd en/of het (aan)gezicht, heeft toegebracht door voornoemde [benadeelde] eenmaal of meermalen met een (kap)mes/machete, in elk geval met een lang en/of scherp en/of puntig voorwerp in/op/tegen het hoofd en/of het gezicht en/of de nek en/of de hals en/of het lichaam te snijden en/of te steken en/of te hakken en/of te prikken;
hij op of omstreeks 27 juli 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, naar voornoemde [benadeelde] is toegegaan, waarna hij verdachte voornoemde [benadeelde] eenmaal of meermalen met een (kap)mes/machete, in elk geval een lang en/of scherp en/of puntig voorwerp in/op/tegen het hoofd en/of het gezicht en/of de hals en/of de nek en/of het lichaam heeft gesneden en/of gehakt en/of gestoken en/of geprikt en/of voornoemde [benadeelde] hierbij eenmaal of meermalen (in het Surinaams en/of het Nederlands) de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga je dood maken!", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van een gevoerd verweer
Bewezenverklaring
[benadeelde] opzettelijk van het leven te beroven, naar [benadeelde] is toegegaan, waarna hij [benadeelde] meermalen met een kapmes in het hoofd heeft gehakt en [benadeelde] hierbij in het Surinaams de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga je dood maken!", althans woorden van gelijke strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
- een uittreksel uit de Justitiële Documentatie, gedateerd 19 maart 2024;
- de inhoud van over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapporten van Reclassering Nederland van 12 juli 2023 en 20 juli 2023;
- de inhoud van het Pro Justitia-rapport opgesteld door [naam 2], ontwikkelingspsycholoog, gedateerd 11 juli 1997;
- de inhoud van het Pro Justitia-rapport opgesteld door [naam 3], GZ-psycholoog, gedateerd 25 november 2022;
- de inhoud van het Pro Justitia-rapport van het Pieter Baan Centrum (PBC) opgesteld door [naam 4], arts in opleiding tot psychiater, onder supervisie van [naam 5], psychiater, en [naam 6], GZ-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog, onder supervisie van [naam 7], GZ-psycholoog, gedateerd 29 juni 2023;
- de inhoud van een brief gedateerd 18 maart 2024 van voornoemde aan het PBC verbonden deskundigen, inhoudende de beantwoording van door het hof aan deze deskundigen naar aanleiding van hun rapportage gestelde vragen;
- de inhoud van het Pro Justitia-rapport opgesteld door [naam 1], psycholoog, gedateerd 19 maart 2024;
- hetgeen psychiater [naam 5] ter terechtzitting in hoger beroep van 26 maart 2024 naar voren heeft gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 16.500,00 op immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
- de aard, de ernst en de verwijtbaarheid van de onrechtmatige handelen van de verdachte, alsmede de ernst van de inbreuk die daarmee op de lichamelijke integriteit van de benadeelde partij is gemaakt;
- de nadelige gevolgen die het handelen van de verdachte heeft gehad op het dagelijkse leven van de benadeelde partij;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters worden opgelegd.
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan [benadeelde] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 10.297,69 (tienduizend tweehonderdzevenennegentig euro en negenenzestig cent)bestaande uit
€ 297,69 (tweehonderdzevenennegentig euro en negenenzestig cent) materiële schadeen
€ 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 10.297,69 (tienduizend tweehonderdzevenennegentig euro en negenenzestig cent)bestaande uit
€ 297,69 (tweehonderdzevenennegentig euro en negenenzestig cent) materiële schadeen
€ 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
27 juli 2021.