Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Automated Valuation Model(AVM). [appellant] is houdster van de websites [website] en www.desktoptaxatie.nl. Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel voert [appellant] de handelsnamen [appellant] , Desktop Taxatie en desktoptaxatie.nl.
Guidelines on loan origination and monitoring’ van 29 mei 2020 over een ‘
desktop valuation’. Dit is in de officiële Nederlandse vertaling van deze richtsnoeren vertaald als ‘taxatie op afstand’.
Sinds 2021 is het mogelijk om, onder bepaalde voorwaarden, tot 90% van de aankoop van een woning te financieren op basis van een Desktop Taxatie. Het grote voordeel is dat deze binnen vier uur geleverd wordt, er geen bezoek aan de woning nodig is en de kosten voor consumenten aanzienlijk lager zijn dan bij een reguliere woningtaxatie. De Desktop Taxatie is volledig erkend en wordt gebruikt door de meeste hypotheekverstrekkers en de NHG”.
4.Eerste aanleg
European Banking Authority(EBA), die op 29 mei 2020 richtsnoeren heeft opgesteld op grond waarvan een dergelijke taxatie op afstand wordt toegestaan, spreekt zelf over desktop ‘
valuation’. Dit begrip ‘valuation’ kan worden vertaald als waardering, maar ook als taxatie, waarbij taxatie de gebruikelijke term is in de onroerend goed branche. Verder blijkt uit meerdere bronnen dat derden
desktoptaxatieals een generieke term hanteren voor een taxatie op afstand. Weliswaar zijn door [appellant] voorbeelden overgelegd van banken/instanties die op hun website spreken over “Desktop Taxatie®” maar dat legt minder gewicht in de schaal zeker nu hieraan regelmatig de naam “ [appellant] ” wordt toegevoegd, kennelijk om duidelijk te maken wie de dienst aanbiedt aldus de voorzieningenrechter. Dat de aanduiding
als merkzou zijn ingeburgerd en zelfs een bekend merk zou zijn, acht de voorzieningenrechter onvoldoende onderbouwd. Dit volgt onvoldoende uit de overgelegde verklaringen van medewerkers van financiële instellingen. Evenmin is door het gebruiken van Desktop Taxatie of Desktoptaxatie door [geïntimeerde] sprake van handelsnaaminbreuk of onrechtmatig handelen jegens [appellant] . [geïntimeerde] gebruikt deze aanduidingen niet als handelsnaam, zodat ook geen inbreuk kan worden gemaakt op artikel 5 Handelsnaamwet. Voor onrechtmatig handelen zijn voor een geval als dit bijkomende omstandigheden vereist, die hier ontbreken. Die omstandigheden kunnen ook niet worden gevonden in het door [geïntimeerde] registreren van DESKTOP TAXATIE als merk, omdat dit enkel is gebeurd om een weigering van het BBIE op absolute gronden uit te lokken. [geïntimeerde] heeft ter zitting toegezegd deze registratie in te zullen trekken, zodat ook de daarop gerichte vordering van [appellant] niet toewijsbaar is, aldus de voorzieningenrechter.
5.Beoordeling
kunnen dienentot aanduiding van de waren of diensten (waarvoor dit merk is ingeschreven), is niet doorslaggevend of er ook synoniemen bestaan waarmee die waren/diensten kunnen worden aangeduid (HvJ EU 12 februari 2004 (Postkantoor); ECLI:EU:C:2004:86 ). Dat de taxatiedienst een ‘taxatie op afstand’ of ‘hybride taxatie’ wordt genoemd en dat deze namen de gebruikelijke generieke namen voor de taxatiedienst zouden zijn, zoals is gesteld door [appellant] , is dus niet doorslaggevend. Verder is het ook niet nodig dat het relevante publiek onmiddellijk en zonder verder nadenken in staat is het verband tussen het teken en de bewuste waren/diensten te herkennen (BenGH 15 juni 2020 (Pet’s Budget); ECLI:NL:XX:2020:81).
desktop valuation’. Ook daarin verwijst ‘desktop’ als bijvoeglijk naamwoord van ‘valuation’ naar voornoemd kenmerk. Dat ‘desktop valuation’ in het Nederlands is vertaald met ‘taxatie op afstand’ en dat deze naam volgens [appellant] bekender zou zijn in Nederland, doet aan het
kunnen dienenvan ‘desktop’ in de combinatie met ‘taxatie’ als beschrijving van dit kenmerk niet af. Evenmin doet aan het voorgaande af dat het woord ‘desktop’ niet (letterlijk) de betekenis ‘op afstand’ heeft, zoals het BBIE overweegt in haar doorhalingsbeslissingen. Het woord ‘desktop’ in het merk dient immers te worden beoordeeld in het totaalbeeld van het merk en daarin wordt het gebruikt in combinatie met en als bijvoeglijk naamwoord van ‘taxatie’. Tot slot kan nog worden gewezen op een ver voor de registratie van merk 2 verschenen handboek
Taxatieleer vastgoed 1uit 2013. Daarin wordt ‘desktoptaxatie’ eveneens gebruikt ter aanduiding van een taxatievorm waarin geen fysieke inspectie van het onroerend goed plaatsvindt: “
Als een object in het geheel niet is bezichtigd, wordt wel gesproken over een desktoptaxatie”. [appellant] heeft daartegen ingebracht dat in dit handboek niet dezelfde taxatievorm kan zijn bedoeld omdat in 2013 de taxatiedienst in huidige vorm nog niet bestond, maar dat neemt niet weg dat in dit handboek met ‘desktoptaxatie’ een eenzelfde/soortgelijk kenmerk van die taxatievorm wordt beschreven. Dit alles brengt het hof voorshands tot oordeel dat merk 2
ab initioniet beschikt over enig onderscheidend vermogen voor waren/diensten die betrekking hebben op de taxatiedienst.
vastgoedvaak aangeduid als ‘drive-by’-, ‘desk-top’ of ‘pavement(gevel)-taxaties’.”. En de websiteblog van Independer bevat de vraag: “Wat is een desktoptaxatie?”, met het volgende antwoord: “De naam verklapt het al: een desktoptaxatie gebeurt online.”. Dat in een aantal voorbeelden van gebruik van de naam ‘desktoptaxatie’ door derden (een tuchtuitspraak van de NRVT en een verslag van de Tweede Kamer), feitelijk wordt gedoeld op de door [appellant] aangeboden taxatiedienst, is – anders dan [appellant] meent – geen bewijs van inburgering
als merk. Dat naar de taxatiedienst van [appellant] wordt verwezen vloeit eenvoudigweg voort uit de omstandigheid dat [appellant] de eerste en langere tijd enige aanbieder was van deze taxatievorm en, naar eigen zeggen, nog steeds beschikt over een marktaandeel van 99%. Ook de verklaringen van enkele commerciële relaties van [appellant] (waaronder ING, a.s.r. en Argenta) moeten in het licht van deze dominante marktpositie van [appellant] worden bezien en overtuigen ook niet dat merk 2
als merkzou zijn ingeburgerd.