In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is veroordeeld voor zware mishandeling, waarbij hij op 30 mei 2021 in Zaandam een stomp op de kaak van het slachtoffer heeft gegeven, wat resulteerde in een gebroken kaak op twee plaatsen. De verdachte heeft het tenlastegelegde bekend en heeft in hoger beroep zijn proceshouding gewijzigd. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, evenals de argumenten van de raadsman van de verdachte. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, maar het hof heeft besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar op te leggen, samen met een taakstraf van 120 uren. Het hof heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep, wat heeft geleid tot een verlaging van de taakstraf. Daarnaast is er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 2.000,00 aan het slachtoffer, ter compensatie van de immateriële schade die het slachtoffer heeft geleden door de mishandeling. Het hof heeft de straffen en maatregelen gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.