4.2De man verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, met gedeeltelijke vernietiging van de bestreden beschikking, de wijze van verdeling van de woning te gelasten volgens het ‘spoorboekje verkoop echtelijke woning’ zoals door de rechtbank is beslist in punt 3.4 van de bestreden beschikking, echter anders dan in de bestreden beschikking vermeld, onder bepaling dat:
- in het geval de woning door de man wordt overgenomen, van de overwaarde van de woning eerst het door de man uit zijn privévermogen in de woning geïnvesteerde bedrag van in totaal € 26.187,34 in mindering dient te worden gebracht, waarna de helft van het alsdan overgebleven restant aan de vrouw dient te worden voldaan, met ontslag van de vrouw uit de aansprakelijkheid voor de hypothecaire schuld;
- in het geval de woning door de man wordt overgenomen en de woning een onderwaarde heeft, van de waarde van de woning eerst het door de man uit zijn privévermogen in de woning geïnvesteerde bedrag in mindering dient te worden gebracht, waarna de restschuld bij helfte door partijen dient te worden gedragen;
- in het geval de woning wordt verkocht, uit de verkoopopbrengst eerst de hypothecaire schuld dient te worden afgelost en vervolgens het door de man in de woning geïnvesteerde bedrag aan hem dient te worden voldaan, waarna het restant bij helfte wordt gedeeld
- in geval de woning een onderwaarde heeft, na aflossing van de hypothecaire schuld (zo begrijpt het hof) eerst nog van de waarde het door de man uit zijn privévermogen in de woning geïnvesteerde bedrag dient te worden afgetrokken, waarna de aanwezige restschuld bij helfte door partijen dient te worden gedragen..
Daarnaast verzoekt de man te bepalen dat, indien hij de woning kan overnemen, de levering van de woning aan hem dient plaats te vinden binnen drie maanden nadat hij de vrouw schriftelijk heeft bericht dat hij de woning kan overnemen.
Tot slot verzoekt de man te bepalen dat de vrouw in het kader van de door de hem betaalde vaste (eigenaars)lasten van de echtelijke woning in de periode vanaf 2 augustus 2023 (de peildatum) tot en met 30 augustus 2024, een bedrag aan hem dient te voldoen van € 9.474,90 en voorts te bepalen dat de vrouw aan hem dient te voldoen de helft van het bedrag van de vaste (eigenaars)lasten van de woning, derhalve een bedrag van € 652,30 per maand vanaf 1 september 2024 tot de datum van overname (levering) van de woning aan de man, dan wel de verkoop en levering van de woning aan een derde, te vermeerderen met de wettelijke rente, primair vanaf de datum van verschuldigdheid door de vrouw van het bedrag aan de man en subsidiair vanaf de datum van indiening van het beroepschrift en meer subsidiair met ingang van een door het hof te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander kosten rechtens.